der ‘tolle’ Mensch – zot? dwaas? uitzinnig?

Wat betekent ‘toll’ in de tolle Mensch (Fröhliche Wissentchaft, nr. 125) en hoe vertaal je dat dan in het Nederlands?

overweging n.a.v. van het vertaalproject ‘De vrolijke wetenschap’ (verblijdend inzicht). Daar ook de tekst (Duits-Nederlands).

De vertaling ‘dolle mens’ (Pé Hawinkels, 1976/Hans Driessen, 1999) voldoet niet. De substitutie ervan door ‘de krankzinnige man’ (Hans Driessen, 2018) is gewoon fout: krankzinnig in het Duits is irre, verrückt. Wie een historisch woordenboek Duits (bijv. Grimm) opslaat, ziet al snel dat het bij ‘toll‘, ‘Tollheit‘ vooral gaat over emotionele buitensporigheid, uitzinnigheid. In het Nederlands kennen we dat enkel nog in de combi: hondsdolheid. Verder: oppassen met het hedendaags Duits, want Nietzsche is een 19de eeuwer (en dan in z’n taalgevoel ook nog eerder klassiek). ‘Das ist toll‘ is tegenwoordig een positieve uitspraak! (Wauw!), maar in de late 19de eeuw nog niet echt (zie onder). Een Vlaming zou het kunnen wagen met ‘een zot, die met een zaklamp zoekt naar God’. Je kunt ook denken aan de ‘idioot’, zoals die vereeuwigd is door Dostojewski. En natuurlijk Diogenes. Nietzsche-kenner prof. em. Paul van Tongeren zou het liefst vertalen met ‘Dwaas’, maar dan mis je de ‘uitzinnige’ kant, het woedende. Enfin: Serieus nu, of beter: vrolijk.

Zarathoestra en Diogenes als voorvaders

– In een voorstadium van deze parabel (want dat is het literaire genre) heeft Nietzsche het niet over ‘der tolle Mensch’, maar over ‘Z’. = Zarathoestra.
– Wie op klaarlichte dag met een zaklamp op zoek gaat naar God, heeft de kunst afgekeken van Diogenes (uweetwel, die wijsgeer in de ton, de ‘kynicus’), van wie vertelt wordt dat hij dat ook deed, d.w.z. op zoek gaan, maar niet naar God, maar naar ‘een mens’. Veelzeggende con-text.
Beide elementen moeten m.i. meegewogen worden bij de vertaling van ‘der tolle Mensch’. Dat impliceert dat er zeker een positief betekenis aspect hoorbaar moet blijven: Zarathoestra en Diogenes zijn voor de auteur twee voorbeeldige figuren, leermeesters.

Woordenboekbetekenis ‘toll’

Als je Grimm (1854) raadpeegt, dan zie je dat het een redelijk courant woord was, en wel in de – inmiddels verouderde – betekenis, waarbij het emotionele uitbarstende kenmerkend is (Vandaar dat ‘dwaas’ niet kan, dat klinkt te rationeel). Het wordt gebruikt voor onstuimig, mateloos, overdadig gedrag, niet noodzakelijk dom, maar onbeheerst.

Voorbeelden van de connotatie (19e eeuw):

  • in Tollheit verfallen = uitzinnig gedrag vertonen. Dit kan negatief zijn (waanzin), maar ook romantisch-subliem (uitbarsting van gevoel, Sturm-und-Drang).

Conclusie: een uitzinnige, een zot

De ‘tolle Mensch’. Hoe vertalen?
1. De klassieke klankvertaling ‘de dolle mens‘ (Hawinkels, Driessen) is enkel verdedigbaar omdat klank voor Nietzsche betekenisvol is, en ‘dolheid’ en ‘gekte’, ‘razernij’ in het Nederlands nog herkend zou kunnen worden: Hondsdolheid. Maar dit bevredigt niet.
2. Een ‘gek’? In het Engels is het vaak een ‘mad man‘, maar ‘mad’ in het Engels is toch net iets anders dan ‘gek’ in het Nederlands. There is method in his madness. Ik ken geen vertaling in het Nederlands die hiervoor kiest.
3. De meest recente vertaling (Driessen 2018) vervangt ‘de dolle mens’ door ‘een krankzinnig man‘. Dat is zoals al gezegd m.i. geen gelukkige oplossing. Het kan verdedigd worden als je dit woord ook hoort in Nietzsche’s tijd (historische context) : de late 19de eeuw. Psychiatrie bestaat nog niet. Laat staan een diagnostisch handboek DSM xx. En ‘raar, vreemd gedrag’ werd toen zonder meer als ‘krank’ van ‘zinnen’ (zenuwziek) gedefinieerd.
4. Mijns inziens (of beter: mijns aanvoelens) is de vertaling ‘een uitzinnige‘ of ‘een zot‘ verdedigbaar. De emotionele component (woede) moet mee kunnen klinken. Ook het in de parabel beschreven gedrag roept daarom (hij roept , hij spring in hun midden, hij kijkt hen met een doorborende blik aan, hij gedraagt zich aberrant).

Wie is hier eigenlijk aan het woord ?

Ook de vraag in welk opzicht of vanuit welk perspectief wordt deze mens ‘een zot’ genoemd: vanuit zijn eigen perspectief? Vanuit dat van de atheïsten die zich op de markt hebben verzameld? Of vanuit de verteller? Of de auteur? (En is dat dezelfde?).