Etgar Keret

Israëlische schrijver Etgar Keret: ‘Mensen met wie ik naar vredesmarsen ging, staan nu in de rij voor een vuurwapenvergunning’

Etgar Keret: ‘Op Facebook word je aan stukken gescheurd als je ruimte laat voor ambiguïteit.’ Beeld OFIR BERMAN / NYT
Etgar Keret: ‘Op Facebook word je aan stukken gescheurd als je ruimte laat voor ambiguïteit.’Beeld OFIR BERMAN / NYT

‘In tijden van oorlog wordt de wereld zwart-wit.’ De Israëlische schrijver Etgar Keret (56) ziet hoe er in zijn land nog amper ruimte is voor ambiguïteit en ­complexiteit. Terwijl die nu hoognodig zijn om elkaar niet kwijt te raken.

MICHAEL PERSSON 25 november 2023, 03:00

Toen op de ochtend van 7 oktober duidelijk werd wat er gebeurde in de kibboetsen in het zuiden van Israël, had de schrijver Etgar Keret even de aandrang om daar vanuit zijn woonplaats Tel Aviv naartoe te rijden. Misschien kon hij iemand redden, stelde hij zich voor. Totdat hij bedacht dat hij al dertig jaar geen auto had gereden. “Ik kan niet rijden. Ik kan niet eens een verband aanleggen. Ik kan gewoon niet zo veel.”

Even zag hij een parallelle werkelijkheid voor zich, zoals hij die ook creëert in de absurdistische korte verhalen waarmee hij beroemd is geworden. Maar dit was echt. Hij had te maken met de realiteit, een nieuwe realiteit. Sindsdien probeert Keret (56) zich op een manier nuttig te maken die hem beter ligt. Hij bezoekt met zijn vrouw overlevenden in de hotels waar ze zijn ondergebracht, en doet dingen die hij in normale tijden ook doet. Voorlezen. Verhalen vertellen of aanhoren. Notities maken. Sommigen geeft hij een cursus creatief schrijven.

“Het maakt niet eens zo veel uit wat we doen. Als de kinderen het saai vinden gaan we met ze yogaën of met een bal spelen. Ik gedraag me gewoon als mens. Niet als iemand in een talkshow.”

Hebben die slachtoffers geen andere dingen nodig?

“Verhalen lijken misschien irrelevant en onbelangrijk, maar zijn ook als een soort zolder in huis. Een verstopplek. Die mensen, kinderen en volwassenen, hebben een enorm traumatische ervaring gehad. Ze hebben die gruwelen meegemaakt en zijn daarna opgezadeld met een simplistische boodschap: jij bent een slachtoffer, hij is een held, we zullen je wreken, of het is jullie eigen schuld.

“Wat wij proberen te doen is om die etiketten te overstijgen. Het is moeilijk en de gesprekken die we met hen voeren zijn lang niet altijd helder, maar dat hoeft ook niet. Je moet die verwarring toelaten. En dat kan door verhalen te vertellen. Dat kan in deze tijd steeds minder. Op Facebook word je aan stukken gescheurd als je ruimte laat voor ambiguïteit.”

Waarom verwarring? Die mensen hebben hun dierbaren voor hun ogen vermoord zien ­worden.

“De mensen die op 7 oktober zijn vermoord vierden een vredesfeest, woonden in socialistische kibboetsen en vochten voor de rechten van de Palestijnen. De afgelopen jaren werden bij aanslagen vooral conservatieve kolonisten gedood. Nu zijn het liberalen, progressieven, mensen die de hardste oppositie ­tegen de regering-Netanyahu vormden.

“De overlevenden voelen zich van twee kanten verraden. Door Hamas, dat juist hen aanviel. En door Netanyahu, die hen twintig jaar lang heeft genegeerd en niet heeft verdedigd.”

Keret praat in lange, zoekende zinnen. Hij geeft altijd antwoord, ook al heeft hij lang niet altijd een antwoord. En wat hij ook zegt, het kan altijd worden ingehaald door de nieuwe realiteit. In The New York Times vertelde Keret vorige week het verhaal van een buurman die in zijn vrije tijd Legorobots bouwt met kinderen. Vlak na de terreuraanslagen belde hij Keret op, in alle staten. Hij had een team van Palestijnse kinderen met wie hij al twee jaar werkte. Israëlische staatsburgers. Ze waren slim en enthousiast; ze kwamen bij hem thuis en hij ging ook bij hen langs. Nu vertelde de buurman dat hij op hun Facebookpagina’s de Hamas-filmpjes van de moordpartijen had gezien en de duimpjes die de kinderen daarbij hadden gezet.

“Ik ken die kinderen”, zei de buurman tegen Keret. “Het zijn goede kinderen. Misschien snappen ze het niet.” Toen dacht hij even na. “Misschien snap ík het niet.” Er viel een stilte. Nu moet ik iets slims zeggen, voelde Keret, want daarom belt deze man natuurlijk mij, een schrijver. De stilte duurde eindeloos. Toen zei Keret: “Weet je, ik moet gaan. Ik moet iets doen.” Natuurlijk had hij niets te doen. “Ik kon het gewoon niet meer aan.” Nu zegt Keret: “Heb je dat verhaal gelezen? Dat heeft nog een vervolg gekregen.” Want afgelopen week, nadat het interview was geplaatst, sprak hij de buurman weer.

Wat zei hij?

“Hij zei dat hij geen activiteiten meer zal doen met de Palestijnse kinderen. Een paar van zijn familieleden waren vermoord en ontvoerd. Hij vertelde dat die familie zich helemaal had gericht op het helpen van mensen in Gaza, specifiek op één Palestijns gezin met een zieke zoon. De Israëlische familie reed die jongen voort­durend naar ziekenhuizen.

“Toen Hamas naar de kibboetsen kwam, waren ze zeer goed geïnformeerd. Ze wisten de namen van de honden, ze wisten wie een pistool hadden, hoeveel kinderen er in de huizen waren. De terroristen werden begeleid door burgers uit Gaza. En een van die gidsen, de gids die de terroristen naar de familie van mijn buurman leidde, was de vader van de ­zieke jongen voor wie ze zorgden.

“Dus die buurman zei: ik wil niets meer met hen te maken hebben. Hij wil de jongens nooit meer zien. Hij is een liberale progressief, maar hij sprak als een rechtse houwdegen.”

Jerusalem. October 24, 2023. Damascus Gate. Beeld William Keo / Magnum Photos
Jerusalem. October 24, 2023. Damascus Gate.Beeld William Keo / Magnum Photos

Wat zei u toen?

“Ik zei dat het een verschrikkelijk verhaal was, maar dat het verkeerd was om er conclusies uit te trekken. Zo’n verraad is hartverscheurend en droevig stemmend, maar het is een daad van die ene persoon. Honderden andere Palestijnen die ook geholpen zijn door Israëliërs vinden het verschrikkelijk wat er gebeurd is. De buurman zei dat ik het verkeerd zag.

“Ik hoop dat hij er over een paar weken anders over denkt. Ik zie de verschrikkingen ook. Het was schokkend om te zien dat ze het in de opnamen die Hamas heeft gemaakt niet over Israëliërs hebben, maar over Joden. Een jongen belt zijn moeder en zegt: ik heb tien Joden vermoord. En zij zegt: jammer dat ik er niet bij kan zijn. Het voelt voor ons als een pilot voor genocide. Met al die verbrande lichamen, onthoofdingen, verkrachtingen stuurden Hamas en Iran een boodschap: jij kunt de volgende zijn.”

Vandaar de Israëlische ambassadeur die bij de Verenigde Naties sprak, met een davidster op zijn borst?

“Mijn ouders hebben de Holocaust overleefd. Zij zeiden: als al het lijden nog enig nut heeft, als een voorbeeld, vergelijking, waarschuwing, dan moet je dat woord gebruiken. Maar alleen respectvol en intelligent.

“Wat de Israëlische ambassadeur deed was volkomen respectloos. Want het was gewoon een politieke truc. Ik was niet verrast, want het toonde opnieuw de incompetentie van de regering, die niet in staat is het verhaal te vertellen zoals het gebeurd is. Duizend vierhonderd mensen zijn afgeslacht. Kinderen zijn voor de ogen van hun ouders vermoord. Vrouwen zijn verkracht en verminkt. Wat ontbreekt er aan dit beeld van horror, dat je de nazi’s er nog bij moet ­halen?

“Wat er gebeurd is op 7 oktober was een aardbeving. Er is niemand in dit land wiens wereld niet is veranderd. Maar wie het hardst zijn geraakt, zijn de Israëliërs en Palestijnen die iets van ambiguïteit en complexiteit wilden behouden in hun kijk op de situatie. Mensen met wie ik naar vredesdemonstraties ging, staan nu in de rij voor een vuurwapenvergunning. In tijden van oorlog verliezen mensen iets van hun vermogen tot reflectie. De wereld wordt zwart-wit.

“Mensen die wel die ambiguïteit willen behouden hebben het zwaar. Mijn vrouw, die veel spullen heeft gedoneerd aan Palestijnen, krijgt nu voortdurend berichten van: ‘Aha, ze zaten op jouw sofa te kijken hoe ze onze families vermoordden. Bied excuses aan! Veroordeel wat je hebt gedaan!’ Ieder vorm van complexiteit is aanleiding voor een aanval. Terwijl oppervlakkigheid, grofheid en naïviteit wordt toegejuicht. Als je simpel zegt: ‘Laten we Gaza platbombarderen’, dan is er nauwelijks discussie.

“Daarbij doet ook de andere kant gruwelijk simplistisch aan. Ik word gek van de Europese linkse activisten die het nu over 75 jaar bezetting hebben. Als vredesactivisten hier hebben wij het over 56 jaar. Want wij refereren aan de Gazastrook en Westelijke Jordaanoever, die in 1967 bezet zijn, terwijl Europese activisten het over 1948 hebben, toen Israël werd gesticht. Dat zijn dus niet zomaar twee getallen. In het ene geval zeg je: er moet een Palestijnse staat komen. In het andere geval zeg je: Israël moet verdwijnen. Dit is het verschil tussen een tweestatenoplossing en een oproep tot genocide.

‘Mijn vrouw, die spullen doneerde aan Palestijnen, krijgt te horen: ‘Ze zaten op jouw sofa te kijken hoe ze onze families vermoordden. Bied excuses aan!’' Beeld OFIR BERMAN / NYT
‘Mijn vrouw, die spullen doneerde aan Palestijnen, krijgt te horen: ‘Ze zaten op jouw sofa te kijken hoe ze onze families vermoordden. Bied excuses aan!’’Beeld OFIR BERMAN / NYT

“We hebben eerdere cycli van deze geweldsspiraal gehad, maar deze is duizend keer zo erg. In het joodse geloof zit iets wat ‘verlossing door destructie’ heet: je situatie wordt steeds slechter tot je op een dag zegt dat het zo niet langer kan. De afgelopen vijftien jaar hebben Netanyahu en Hamas een soort coalitie gevormd. Netanyahu’s strategie was om Hamas te versterken. Hij wist dat hij met een machtig Hamas, dat Israël van de kaart wil vegen, altijd een excuus had om een Palestijnse staat tegen te houden. Met die status quo normaliseerden ze de verschrikkingen.

“Wat ik wil zeggen, is dat we in mijn ogen een onhoudbare situatie hadden, met de bezetting aan de ene kant en terrorisme aan de andere, en met religieus fundamentalisme aan beide zijden. Maar er waren mensen om me heen, die ernaar keken als naar het weer. Soms regende het, soms scheen de zon. Ik hoop dat mensen het na deze extreme gebeurtenis niet meer kunnen negeren.

“Daarbij denk ik aan een les van mijn vader. Als kind vroeg ik hem of de Holocaust de slechtste periode van zijn leven was. Toen zei hij: er zijn geen goede en slechte tijden, alleen makkelijke en moeilijke tijden. Mijn hele leven heb ik makkelijke tijden nagejaagd, zei hij, maar tijdens de moeilijke tijden heb ik het meeste over mijzelf geleerd.

“Wat ik hiermee wil zeggen: we hebben niet om deze catastrofe gevraagd. Maar nu hij er is, zou het een misdaad zijn om er niets over onszelf van te leren.

“Mijn prioriteit nu is om de delicate verbindingen te behouden die nog tussen Israël en de Palestijnen bestaan. Weet je, de eerste mensen die ons huilend opbelden, toen de aanval plaatsvond, waren Palestijnen die mijn vrouw op hun velden had geholpen. We moeten dat soort kleine vuren brandend houden in dit duister. Zodat ook mensen die er niet bij kunnen komen, toch zien dat ze er zijn. Dat deze basale menselijkheid ook een optie is.

“Het gaat er niet om nu vlaggetjes in je Facebookprofiel te zetten of petities te tekenen. De enige manier om de binaire wereld te bestrijden is niet door iets te roepen, maar door te bestaan in de openbare ruimte. Pragmatische, kleine dingen doen, is het enige wat we nu kunnen doen. Als ik een bal overgooi naar een klein meisje wier ouders zijn vermoord, of als ik een Palestijnse vriend bel die al drie dagen niet heeft kunnen werken, dan helpt dat.

“Voor Israëlische Arabieren is het lastiger. De barista die twee bussen moet nemen, onderweg misschien wordt aangevallen of raar wordt aangekeken, alleen maar omdat hij koffie zet in een café in Tel Aviv en daar met klanten praat, die moet veel moeite doen. Maar zulke contacten zijn zo nodig. We moeten nu zwoegen om de simpelste, banaalste dingen te blijven doen. Bak een cake voor een vriend die familie heeft in Palestina. Doe iets dat effect heeft, in plaats van ruziemaken en veroordelen.”

‘We hebben niet om deze catastrofe gevraagd. Maar nu hij er is, zou het een misdaad zijn om er niets van te leren over onszelf.’ Beeld OFIR BERMAN / NYT
‘We hebben niet om deze catastrofe gevraagd. Maar nu hij er is, zou het een misdaad zijn om er niets van te leren over onszelf.’Beeld OFIR BERMAN / NYT

Er is natuurlijk een kans dat mensen nu naar de uit de hand gelopen situatie kijken en zeggen: de oplossing is nog meer geweld.

“Dat is wat we nu zien. Meer geweren, meer loopgraven. En niet alleen tegen de Palestijnen. Ik zei net al dat de kibboetsbewoners zich verraden voelen door de regering-Netanyahu, omdat ze niet werden beschermd. Nu hoor je zelfs al: die kibboetsbewoners zijn verraders, met hun idealen, daar zullen we na de oorlog mee afrekenen. Mijn grote vrees is dat de dorpen die nu zijn afgebrand, straks worden bezet door ­kolonisten.

“Als linkse progressieveling was ik altijd bang dat deze regering de bezette gebieden zou annexeren. Maar misschien is het andersom. Zijn het de bezette gebieden die ons straks annexeren. De kolonistenmentaliteit die het overneemt. Mijn buurman die een pistool koopt. De conservatieven beginnen linkse mensen al op dezelfde manier te bejegenen als de Palestijnen: ze negeren onze rechten, kleineren ons, generaliseren ons, vallen ons aan. Wij wilden het progressieve Tel Aviv op de rest van het land projecteren. Maar straks zien we dat de nederzettingen als voorbeeld dienen voor het hart van Israël.”

De tragiek is dat de mensen die een dialoog wilden, juist het meest getroffen en getraumatiseerd zijn. Waar moeten zij de energie, inspiratie en motivatie vandaan halen om weer door te gaan?

“Ik kan niet spreken voor de mensen die ik in de kibboetsen zag, die hun geliefden voor hun ogen vermoord zagen worden. Maar ik tik sinds 7 oktober korte oorlogsnotities op mijn iPhone. Eentje schreef ik voor een meisje wier vader en beste vriendin zijn vermoord. Ik stuurde haar die tekst via een sms’je. Ze heeft het voorgelezen op de begrafenis van haar vader. Ze had andere dingen kunnen zeggen. Als een meisje van 15 dit kan, deze tragedie zo verwerken in twee dagen, dan kunnen volwassenen dat, heel misschien, ook.

De tekst verscheen later op de voorpagina van de Yedioth Ahronoth, de grootste betaalde krant van Israël, en op de Instagrampagina van actrice Mollie Ringwald, een vriendin van Keret, en gaat zo: ‘Sluit je ogen, en sta jezelf toe, al is het maar voor even, om gewoon de pijn te voelen. Om te aarzelen. Om in de war te zijn. Om verdriet te voelen. Wroeging. Je hebt nog je hele leven om te vervolgen, te wreken, af te rekenen. Maar nu: sluit gewoon je ogen en kijk naar binnen, als een satelliet over een rampgebied, op zoek naar tekens van leven.’

Is dat wat u hoopt te bieden?

“Mijn vader heeft de Tweede Wereldoorlog overleefd door zich zeshonderd dagen in een gat onder de grond te verstoppen in wat nu Wit-Rusland is. Ik heb hem gevraagd: wat deed je om niet gek te worden? Hij zei dat hij elke dag een alternatief universum bedacht, waarin de realiteit precies zo was als de werkelijkheid waarin we leven, maar waarin hij één detail had veranderd. De nazi’s zochten bijvoorbeeld wel naar Joden, maar als ze ze gevonden hadden, gaven ze snoep en chocola. En daar verzon hij dan een verhaal bij. En de volgende dag verzon hij een nieuwe werkelijkheid.

“Ik vroeg hem: wat maken die verhalen nou uit? Je zit in een gat in de grond en er lopen nazi’s boven je hoofd die je zus hebben vermoord. Mijn vader zei: ik wilde geloven dat wat ik me kon voorstellen ook een mogelijkheid was. Zo maakte ik mijn wereld groter. Daarmee creëerde ik ruimte voor hoop.

“Later ben ik ook zo begonnen met schrijven, als soldaat in een kleine, raamloze bunker. De kogel waarmee mijn beste vriend zich net door zijn hoofd had geschoten zat nog in het houten kastje achter me, de vloer plakte nog van het bloed. Toen schreef ik mijn eerste korte verhaal. Soms kun je de werkelijkheid niet veranderen, maar kun je wel een alternatieve werkelijkheid creëren, alsof die ook mogelijk is. In duistere tijden is dat ook wat waard.”

Etgar Keret, Mijn konijn van vaderskant, Uitgeverij Podium, 248 p., 23,50 euro. Beeld RV
Etgar Keret, Mijn konijn van vaderskant, Uitgeverij Podium, 248 p., 23,50 euro.Beeld RV