Vroeger was alles anders, en dat geldt ook voor de omgang met de dood. Dietrich Buxtehude publiceerde bij het overlijden van zijn vader (NB: zijn vader ter ere en gedachtenis) een muzikale meditatie over de lofzang van Simeon. Vandaar de titel: Fried- und Freudenreiche Hinfahrt… Hier ziet u het fraaie en zeer informatieve titelblad:
Fried- und Freudenreiche
Hinfarth
des alten grossgläubigen Simeons
bey seeligen ableiben
des
Weiland Wohl-EhrenBesten, Gross-Achtbaren
und kunstreichen
Herrn JOHANNIS
Buxtehuden …
De lofzang van Simeon (het Nunc dimittis – in Luthers berijming: Mit Fried’ und Freud’ ich fahr dahin) is een klassieke avondzang die al eeuwen lang ook bij de avond van het leven gezongen / gezegd / gebeden wordt. Buxtehude voorziet de melodie van dit lied van een muzikale textuur, die contrapuntisch kan worden uitgewerkt; en dat doet hij op zo’n manier dat hij bij het vierde couplet (de evolutio van contrapunctis 2) de melodie in inversie (op z’n kop) laat klinken. Een zeer abstract werk dus, vergelijkbaar met Bach’s Kunst der Fuge… En dat bij het overlijden van z’n vader? Ja, natuurlijk: want de harmonie die in de aardse muziek kan klinken (musica instrumentalis) verbindt ons aardse leven met de hemelse muziek die de engelen zingen (musica caelistis, of universalis). Kortom. Hier wordt al musicerend de harmonia mundi tot stand gebracht, beleefd.
Op deze spirituele oefening (want dat is het, voor uitvoerder en luisteraar) volgt dan het beroemde Klag-lied, op eigen tekst, waarin Dietrich uitdrukking geeft aan het verdriet, met veel kruisen, chromatiek en dissonanten. Expressief, emotioneel: laat de tranen maar de vrije loop. Zeker ! Maar niet sentimenteel worden, we zijn in de barok: ook dit lied eindigt met het visioen van Dietrich’s vader die voortaan het Hemels lust-klavier mag bespelen daarboven, terwijl de engelen hun stemmen daarbij voegen. Wat hij daarboven speelt… het zal – in de voorstelling van Dietrich – eerder lijken op de contrapunctus dan op dit Lied, dat zichzelf in de voorlaatste strofe diskwalificeert als een ‘Traur-Gemenge’, een droevige medley…
Het ‘laatste woord van Buxtehude sr. citeert Buxtehude jr. in strofe 5 en drukt die vet af:
En moge Hij hem nu ontvangen,
Die hij liefheeft, zijn Toevlucht:
Op u wacht ik vol verlangen
Dat was zijn laatste woord.
27 maart 2020, Dick Wursten
P.S. Hier hoort u het begin van het Klaaglied, gezongen door Griet de Geyter. Een crowdfunding CD