Psalm 23 – van poëtisch hoogtepunt tot prozaïsch dieptepunt. De Bijbel in gewone taal
Poëzie is per definitie moeilijk te vertalen, want daar spelen betekenislagen, gedachtendichtheid, concreetheid (juist in de beeldspraak), taalspelen, woordspelletjes en de aanwezigheid van meerdere betekenissen tegelijk, een essentiële rol. Je kunt ze als proza vertalen, zeker, maar dat heeft weinig zin en ze vertalen als meteen begrijpelijk proza al helemaal niet. De gedachten blijven dan over, zo helder, dat je denkt: waarom heeft de dichter daar eigenlijk een gedicht van gemaakt ? Dat zul je nooit meer weten, want dat is precies wegvertaald. Het is het concrete beeld dat troost (emotief werkt), niet het in dat beeld bedoelde. Een beetje zoals met de sacramenten: het ter communie gaan is belangrijker dan precies rationeel begrijpen wat de bedoeling (of leer) van de communie is.
Ook werkt ‘gewone taal’ vervlakkend, nee, dat is een belediging voor gewone taal; ook werkt het gebruik van eenduidige taal vervlakkend. Neem nou de bekende zin uit Psalm 23:
“Zelfs al ga ik door een dal van schaduw des doods, ik vrees geen kwaad…”
Dit is ‘getrouwelijk vanuit de Hebreeuwse taal naar de Nederlandse overgezet’ dachten de Statenvertalers. Zij lazen de Hebreeuwse karakters צלמות (‘ts-l-m-w-t’) als een samenvoeging van ts-l (schaduw) en m-w-t (dood): “tsal-mawet”. Zo is het gevocaliseerd door de masoreten en vertaald voor de Griekse bijbel (Septuaginta, LXX: εν μεσῳ σκιας θανατου). Rashi las het al anders. Hij zag er een afleiding in van een ander werkwoord – dat op zich niet in de bijbel voorkomt, maar wel in verwante talen en in samenstellingen is verondersteld: ts-l-m: donker-zijn: een abstract zelfstandig naamwoord: “tsalmoet”. Hoe dat ook zij, het NBG heeft in 1951 blijkbaar deze opvatting gevolgd:
“Zelfs als ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad…”
In de vertaling van 2004 (NBV) werd dit:
“Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen kwaad…”
In de BGT wordt dit:
“Ik ben niet bang, ook al is er gevaar, ook al is het donker om mij heen…”
Toen ik dit las, brak mijn klomp. Naast de versnelling in het proces van verdunnen van betekenis (“oplossen”) hier vooral dit: Wat is er zo moeilijk te begrijpen aan het concrete woord uit deze zin: ‘dal‘ ? Beseffen de vertalers dan niet dat wegvertalen van dit woord (waardoor deze tekst in de fysieke wereld geplaatst wordt en een beeld oproept en dus een gevoel) de hele uitspraak om zeep helpt ? Stond het misschien niet in de woordenlijst met woorden die men mocht gebruiken? En dan nog iets: het actieve werkwoord ‘gaan‘ is verdwenen. Waarom in ‘s hemelsnaam ? Door dit werkwoord zit er beweging in het vers: door een dal gaan is echt ‘gewone taal’, hoor ! en veel-zeggend. De hele psalm is nu abstract en bestaat uit ‘gevoelsuitingen’ van de dichter.
Enfin, als je denkt dat je alles wel gehad hebt, het kan nog erger: bij de presentatie van de BGT zong Adlicious een lied bij Psalm 23 en ik verstond:
“Nu ben ik niet bang meer in het donker, in gevaren…”
Infantilisering van het geloof noemt men dat, verkleutering in gewone taal (sorry kleuters). Vervlakking…