NBV21 – beter, maar vromer

De herziene editie van de Nieuwe Bijbelvertaling die zopas is verschenen, is op veel punten een verbetering. Dat wil zeggen: men is consequenter geweest in het handhaven van de eigen vertaalprincipes. Aanbevolen dus.

Er zitten echter ook twee addertjes onder het gras:

1. Men heeft – zo zegt men – geluisterd naar de opmerkingen, brieven, analyses, etc die na de publicatie van de NBV in 2004 zijn toegekomen op het vertaalhoofdkwartier in Haarlem. En daar heeft men ook iets mee gedaan, zo laat men in de pers graag uitschijnen. Alleen leidt dat tot een spagaat: Men claimt immers tegelijk dat de herzieningscomités (wetenschappers van diverse pluimage) zich daardoor niet hebben laten beïnvloeden. Ik denk dan: Het is van tweeën één: of onafhankelijk, of beïnvloed. Je kunt niet beiden tegelijk zijn. Ik vrees dat de beïnvloeding reëel is. Ik zie dat in twee tendenzen : er is meer ‘eerbiedigheid’ en meer ‘theologische correctheid’. Dat eerste merk je in de terugkeer van de eerbiedskapitaal . Over dat tweede heb ik een apart artikel geschreven voor Met Andere Woorden… Daar ga ik in op de schokkende dreigtekst uit de 10 geboden dat God ‘de kinderen zal doen boeten voor de zonden van de ouders’ (die is in NBV21 ‘verbeterd’.

click to open

Eerbiedskapitaal

Van het eerste getuigt de terugkeer van de Eerbiedskapitaal in voornaamwoorden die verwijzen naar God (“Ik geloof Hem op Zijn woord”). In de NBV 2004 deed men dat niet meer. Dat was een echte vernieuwing t.o.v. bijvoorbeeld de vertaling van 1951, maar ook de nog de Willibrordvertaling van 1995. Nu keert men dus weer terug naar de situatie zoals die voorheen was. Dat heeft toch wel gevolgen, en niet alleen esthetisch (voor het woordbeeld). God wordt – zo wordt al snel duidelijk – door het Bijbelgenootschap verondersteld ‘drie-enig’ te zijn, want ook alle voornaamwoorden die naar Jezus en de heilige Geest verwijzen krijgen een hoofdletter. Het dogma van de triniteit werpt zo een schaduw op een pre-trinitaire tekst. En ook de christologisch lezing van het Oude testament (m.n. Psalmen, Profeten) wordt plots een discussiepunt voor vertalers. Hiernaar gevraagd, verschuilt het bijbelgenootschap zich achter het Groene Boekje en de Taalunie. Het is geen principiële keuze, zo stellen ze, maar een ‘trendvolgende’. TERZIJDE: In de propaganda wordt dit wel degelijk als een voorbeeld van ‘Wij hebben naar u geluisterd, vrome lezer’ verkocht

Trendvolgend

Op zich is de redenering van het bijbelgenootschap wel interessant. De afgelopen 20 jaar is blijkbaar het ontzag voor God (in alle soorten en maten) weer toegenomen in onze samenleving. Of u dat positief/negatief waardeert, is aan u. Directeur R. Buitenwerf schrijft daarover:

“Een aantal jaar geleden heeft het NBG een gesprek gehad met de Nederlandse Taalunie. Daar is de vraag voorgelegd of de verwachting was dat deze hoofdletters op afzienbare termijn uit het Groene Boekje zouden verdwijnen. Voorlopig in elk geval niet, was het antwoord, hoewel de hoofdletters van respect wel tot de ‘softere’ grammaticale regels behoren; het zijn meer adviezen dan strikte regels. Daarbij komt: de regels zijn trendvolgend. En de voorzichtige trend uit de jaren zeventig en tachtig dat de religieuze eerbiedshoofdletter ging verdwijnen, is niet verder doorgezet. Sowieso zou ten minste één andere grote uitgever op gebied van geloof en religie moeten stoppen met de eerbiedshoofdletter om deze regel uit het Groene Boekje te krijgen. Een goede kandidaat was het Nieuwe Liedboek voor de kerken dat in 2013 verscheen. Maar ook in het liedboek krijgen de persoonlijke voornaamwoorden die naar God, Jezus of de heilige Geest verwijzen, een hoofdletter.”

NBV21 en Liedboek 2013: tekenen der tijden, tekens aan de wand.

QED & With this I rest my case,

Meer lezen over hoe veel consequenties deze herinvoering heeft voor de verhouding vertaling/exegese: lees dit artikel https://www.pthu.nl/bijbelblog/2020/11/hoofdletters-voor-god-in-de-bijbelvertaling/

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *