Sint Norbertus – een contrareformatorische heilige

N.a.v. Als de bliksem. 900 jaar norbertijnen (tentoonstelling – 2021 – PARCUM)
Over 17de-eeuws fake news en kerkpolitieke spindoctors

Naast spectaculaire 3D plafonds die via spiegels en uitgekiende belichting optimaal te bewonderen zijn, en het prachtige zeventiende-eeuwse glas-in-lood in de pandgang dat weer in ere is hersteld blijft er na mijn bezoek aan de tentoonstelling ‘Als de bliksem’ – 900 jaar Norbertijnen (abdij van Park) één vraag aan mij knagen: Heeft het verhaal van Norbertus en zijn orde ons vandaag ook nog iets te zeggen? Of is dit schitterend, maar antiquarisch, erfgoed; het verhaal van een verleden tijd. Je bent onder de indruk. Materialiter spreekt het je aan, maar als immaterieel erfgoed zwijgt het. Kan het ook anders, zo vroeg ik me af?

Laat ik eens een averechtse insteek proberen. Van onderaf. Gewoon kijken en me afvragen: wat zie ik hier eigenlijk? De iconografie van de Heilige Norbertus spreekt immers boekdelen. Hij wordt steevast afgebeeld met een monstrans in z’n hand (die bestond nog niet toen hij leefde) terwijl hij iemand vertrappelt. Je kunt er niet naast kijken: Eerste vraag: Wie is toch dat ventje onder de voeten van de Heilige?

Schets van P.P. Rubens

Antwoord: “Dat is Tanchelm, een Antwerpse ketter die de aanwezigheid van Christus in de hostie ontkende en het gezag van de kerk verwierp. Norbertus heeft deze ketterij bestreden en uitgeroeid, zegt de gids. Inderdaad het standaard antwoord, maar moreel zeer bedenkelijk, hebt u zich dat wel eens gerealiseerd!? Het suggereert immers: Oh, het is een ketter ! Dan is het okay om iemand te vertrappelen. Sterker nog, als je zo iemand verplettert, word je misschien wel een heilige.

Andersdenkenden

Ik overdrijf, ik weet het. Maar de vraag lijkt me toch wel terecht: Wat vieren we eigenlijk als we 900 jaar Norbertus vieren? Het succesverhaal van een machtskerk die – als het moest – over lijken ging? Is dat het? Neen, natuurlijk niet. Er is zoveel meer, zoveel moois te vertellen over Norbertus en de Norbertijnen, zoveel positiefs ook. Wat hebben ze allemaal wel niet gedaan voor het pastoraat, voor cultus en cultuur, en niet in het minst: hoe hebben zij een deel van onze contreien in cultuur gebracht. De tentoonstelling vertelt het. Ga het zien, en wees onder de indruk. Maar tegelijk denk ik: Door het meer ‘basic’ en minder sjabloon-matig te vertellen – minder buitenkant, meer binnenkant – zou de tentoonstelling aan belang hebben gewonnen. Dan zou je bijv. met een klas seculiere jongeren (en daar horen de leerlingen van katholieke colleges ook bij) kunnen doorpraten over kerk (religie) en macht, over de morele vragen die succes en bezit oproepen, over wat er gebeurt als je andersdenkenden – zoals Tanchelm – als tegenstanders ‘framet’. Behoorlijk actueel, lijkt me.

Zwartmakerij, Tanchelm

Ik ga nog even door. Wat weten we eigenlijk over Norbertus en Tanchelm? Niet veel. Waar Tanchelm echt voor stond zullen we nooit weten, want alle historische informatie die we hebben, komt uit een brief waarin zijn tegenstanders (kanunniken uit Utrecht) hem zwartmaken bij de aartsbisschop van Keulen om te voorkomen dat deze een deel van hun bisdom zou overhevelen naar Terwaan (Thérouanne). Tanchelm schijnt daarvoor te hebben gepleit. Zij overladen hem met alle zonden van Israel: hij verleidt vrouwen, laat zich fêteren als ware hij God zelf, verlooft zich met Maria etc. Alle overige verhalen (verdichtsels) bouwen hierop voort. Of deze beschrijvingen echter een ‘fact check’ zouden doorstaan, waag ik te betwijfelen. Ze klinken daarvoor teveel zoals – pak ‘m beet – Trumps beweringen over Hillary Clinton. Fake news is van alle tijden, en het floreert als men z’n eigen hachje wil redden. Tanchelm was een dwarsligger, en liet zich moeilijk temmen, dat staat vast. Wat historisch ook vastligt is dat Norbertus in 1124 in Antwerpen is geweest. Hij was toen nog geen Sint, maar een geducht volksprediker, die een nieuwe religieuze orde aan het vestigen was. Hij heeft Tanchelm niet ontmoet, noch hoefde hij hem te vertrappelen, want die was – zo meldt ons een kroniek – reeds negen jaar eerder door een ijverige priester vermoord. Ik vermoed dat Norbertus vooral geïnteresseerd was in het Sint-Michielsklooster, dat hij tot de (d.w.z. zìjn) orde wilde roepen.

Propaganda

Als van een tweestrijd tussen Norbertus en Tanchelm geen sprake kan zijn geweest, hoe komt het dan dat de vertrappelde Tanchelm het vaste attribuut van Norbertus is geworden. Waarom is die afbeelding zo ‘populair’ geworden? Ook hier geldt: geef je ogen de kost. Kijk goed naar de afbeeldingen. Wat zie je?

Antwerpse burgers brengen het ‘heilig vaatwerk’ dat ze voor de aartsketter Tanchelm verborgen hadden naar Norbertus (Cornelis de Vos). Schilderij in KMSKA, 17de eeuw. De familie Snoeck gaf de opdracht voor dit schilderij voor hun grafkapel in de Sint-Michielsabdij (1630). Ze staan rechtsboven afgebeeld. Op de achtergrond de Sint-Michielsabdij en de toren van de OLV-kerk, of course.

Welnu: op al die afbeeldingen zie je een zeventiende-eeuwse bisschop, hard in de weer om rond de eucharistie. Altijd heeft Norbertus een monstrans vast. Het zijn geen historische schetsen (monstrans, bisschopsmijger = anachronismen): het is visuele propaganda van de Kerk van de Contrareformatie. De afbeeldingen hebben een boodschap voor de zeventiende-eeuwse kijker. Niet toevallig heeft Norbertus het voorvoegsel ‘Sint’ pas verworven in 1582, het moment dat de ‘ketterij’ van het protestantisme, niet in het minste in de stad van Tanchelm, in volle opmars was. Door Norbertus te ‘heroríënteren’ naar een rol als succesvolle ‘ketterverdelger’ werd hij een nuttige en relevante heilige voor de bedreigde Kerk van Rome. Voordien was het bezoek aan Antwerpen een fait divers in zijn biografie, nu wordt die actie daar zijn tour de force, en ketterbestrijding zijn specialiteit. En Tanchelm, tot dan toe een (ig)nobele onbekende, wordt het prototype van de brutale mens die durft ontkennen dat Christus fysiek aanwezig is in de eucharistie en die zich niet neerlegt bij wat de kerkelijke macht beslist, niet toevallig een doorslagje van twee basisovertuigingen van een protestant. Op de afbeeldingen aarzelt Norbertus ook nooit. Hij weet wat te doen:  In vol bisschoppelijk ornaat, met een monstrans in zijn hand (een anachronisme) treedt hij op als defensor fidei. Ieder die de transsubstantiatie (dogma sinds het concilie van Trente) ontkent en de rechtsgrond van het bisschoppelijk gezag betwist, wacht hetzelfde lot als Tanchelm. De late zestiende eeuw is de geboortetijd van de Norbertus zoals wij hem nu kennen.

Propaganda (bis)

Trouwens: de protestanten nemen het narratief over en maken van Tanchelm een voorloper van de Reformatie. Beide malen propaganda, beide malen historisch fout. Het schilderij van Rubens, dat op de tentoonstelling is te zien en nog sterker dat van Cornelis de Vos (z.b.) zegt alles over de 17de eeuw in Antwerpen, een stad waar men nog volop bezig is de laatste sporen van de protestantse rebellie uit te roeien. Als een bezoeker dit weet, kan hij veel gemakkelijker de schilderijen lezen. Ook zal hij minder het gevoel hebben dat hij naar exotische taferelen uit een religieus rariteitenkabinet aan het kijken is. Het zijn geen voorstellingen van wat er in de 12de eeuw gebeurd zou zijn, maar wat er in de 17de eeuw aan het gebeuren is. Ook de glas-in-loodramen in de pandgang horen hier thuis: Ze zijn gebaseerd op etsen van Theodoor Galle die deze versie van het leven van Sint-Norbertus in de verf moest zetten.

Tanchelm 2.0

Saillant détail, tot slot: ik ga in Antwerpen al vele jaren regelmatig voor in de Sint-Norbertuskerk, waar Lutherse Bach-cantates geheel tot hun recht komen binnen een klassieke rooms-katholieke liturgie. Dat voelt heerlijk, als een knipoog van Kleio. Voor de kerk (in het timpaan), en in de kerk zelf maar liefst 3x (inclusief op het Hoogaltaar) wordt Norbertus afgebeeld terwijl hij Tanchelm vertrapt. De kerk dateert – niet toevallig – uit de late 19de eeuw. Toen werd Norbertus opnieuw van stal gehaald. Deze ridders des geloofs had een nieuwe strijd te strijden. Het waren niet zozeer de protestanten die hij eronder moest krijgen (dat waren inmiddels oude vertrouwde vijanden, die kon men wel aan met de Mechelse Catechismus), maar de ‘modernisten’ die de vrijheid wilden om – ook als gelovigen – zelf na te denken over wat het christen-zijn nu eigenlijk betekent. Tanchelm redivivus.