Alsof het in de horizon
niet eindigde maar pas begon,
zo is het westelijk vergezicht
doordrenkt van een ontembaar licht,
als lag daar in die zonnebrand
een ontoeganklijk zalig land
dat schaduwen op aarde werpt,
de tegenstellingen verscherpt,
opnieuw het licht van ‘t duister scheidt.
Zo vangt de eindeloze strijd
van kosmisch goed en kwaad weer aan,
en in de zilvren spiegels staan
in zwart getekend silhouet
de vissers van Gennesareth.

❦