Stille nacht

Het meest bekende kerstlied aller tijden stamt uit 1816 (tekst)en is geschreven door de Oostenrijkse kapelaan Joseph Mohr. In 1818 schreef Franz Xavier Gruber de melodie.

Schilderij dat verklaart hoe Joseph Mohr erbij komt om de Joodse Jezus als een knaapje met ‘blond krulhaar’ af te beelden. Dit schilderij dateert van ca. 1500

Het verhaal gaat, dat in 1818 het orgel in de Sankt-Nikolaus-Kirche (Oberndorf) vlak voor kerst was uitgevallen vanwege een lek in het dak / of muizen die de blaasbalgen hadden opgegeten / of… (in legendes zijn veel elementen inwisselbaar) Dus moest men zich behelpen. Gelukkig was er een kerkkoor en kon de onderwijzer-koster-organist (Franz Xavier Gruber) ook behoorlijk gitaar spelen. Op 24 december kreeg hij van de kapelaan (co-adiutor), Joseph Mohr, de tekst van Stille Nacht, een kerstgedicht dat de kapelaan al twee jaar eerder geschreven had (1816). Hij zette zich aan het werk en bedacht een twee-stemmige melodie voor tenor en bas. Het geheel kon eenvoudig begeleid worden met enkele gitaarakkoorden. Tijdens (of na afloop van… in legendes verschillen de tijdsaanduidingen nogal eens) de nachtmis vond de première plaats. Gruber speelde gitaar en zong de bas, kapelaan Mohr nam de tenorpartij voor zijn rekening en het parochiekoor zong de herhaling van de slotregels van elk couplet. Het was een succes…. lokaal.

Autograph van de hand van Joseph Mohr (dichter) ca. 1820/25 – ontdekt in 1995: Twee zangers (voci) en Guitarre (gitaarakkoorden). Onderaan staat de naam Joseph Mohr, en het jaartal 1816 (= gedicht). Boven rechts wordt de componist genoemd (Fr. Xav. Gruber).

De vraag blijft natuurlijk of het hele verhaal over het in panne gevallen orgel etc.. niet een legende is van de categorie: Si non è vero, è ben trovato.

Het doet er ook niet zoveel toe. Het meest spectaculaire van dit lied is namelijk dàt dit eenvoudige dorpse liedje vandaag de dag van Tokyo tot New York gezongen wordt. Het lied zelf past perfect in een vroeg 19de eeuwse bergdorpje in Oostenrijk. Het is volks, het is rooms, en met Kerst zong men ook toen in de mis volop kerstliedjes in de volkstaal (hoewel de mis zelf in het Latijn werd gecelebreerd)

Het oorspronkelijke lied had 6 coupletten, waarvan maar 3 het hebben overleefd. Niet toevallig de meest ‘algemene’, die zich richten op het kindje in de kribbe (beschouwend). De andere drie vertelden de kerkelijke boodschap rond dat kind (verkondigend). Zo ingekort is er weinig echt christelijks aan: holder Knabe im lockigem Haar. Voor de originele sfeer: Luister eens naar deze Duitse versie (met Tiroler begeleiding.. lees verder om de logica daarvan te verstaan).

De triomftocht van dit liedje begint in 1831 op de Kerstmarkt te Leipzig. Daar heeft de familie Strasser uit het Zillertal een kraam met handschoenen, bedlinnen, ondergoed, korsetten etc. Om klanten te trekken zingen ze ‘echte Tiroler liedjes’. Ter gelegenheid van de Kerstmarkt voegen ze ‘Stille nacht’ aan hun repertoire toe. De Organist van de katholieke kerk hoort ze en nodigt ze uit om in de Middernachtmis dit liedje ook ten gehoren te brengen. Het wordt ‘the talk of the town‘.

Hier de eerste gedrukte uitgave van het lied: Dresden met de familie Strasser…

Voor ze terugreizen naar Tirol brengen ze een versie tijdens de pauze van een concert in het Leipziger Gewandhaus (19 januari 1832). Ze hebben de christelijk-verkondigende strofen weggelaten, zodat het een idyllisch sfeerliedje is geworden, helemaal passend bij de beginnende Romantiek. In officiële kerkelijke gezangboeken wordt het niet opgenomen, wel vindt het z’n plaats in buiten-liturgische gezangboeken, waar het helemaal past bij de ‘sfeerliederen’ rond Weihnachten . Zo staat het bijv. in het Gezangboek voor de “Auslanddeutschen’.

Ook verschijnt het in de liedboeken die de legeraalmoezeniers gebruiken om het ‘moreel’ van de troepen op peil te houden. Het roomse lied komt tenslotte ook in de ‘Evangelische’ bundels terecht – mede dankzij Johann Wichern van de ‘Innere Mission – en zeker vanaf de Frans-Duitse oorlog (1870) wordt het met de Kerstboom langzaam maar zeker incontournable. Sinds WO I ‘verwachten’ kerkgangers gewoon dat dit lied in de Kerstmis gezongen wordt.

Zo’n rooms liedje in de traditie van het ‘kindje-wiegen’: Niets voor hollandse protestanten, ware het niet dat de heer J. IJserinkhuijsen rond 1900 vond dat zijn Evangelisch-Luthers zangkoor (hij was tenor) wat nieuws te zingen moest krijgen, dat zou aanslaan bij het volk. Hij schreef daarom een ‘Nederlands lied op de melodie van het Duitse “Stille Nacht, heilige Nacht”, waarvan de tekst op de eerste regel na weinig gemeen heeft met het Oostenrijkse origineel (wat niet wil zeggen, dat de kwaliteit veel beter is). Via de bundels van H.W.S., Woensel Kooy en Johannes de Heer werd het ook een protestantse klassieker. Incontournable bleek, toen het Liedboek voor de Kerken het niet wilde opnemen. Het moest en zou er in. De Gereformeerde Kerken dreigden er mee uit het project te stappen, omdat hun achterban het nooit zouden accepteren als het niet in het multi-kerkelijke Liedboek zou zijn opgenomen.

Voor de liefhebbers van vergelijkingen. Zing ze alle drie eens en kies…

Drie Nederlandse versies (2x Holland, 1x Vlaams) – klik op de afbeelding voor de teksten

Interessant: in alle Nederlandse versies heeft men het ‘knaapje met de blonde lokken’ geschrapt (de latere ‘Arische Jezus’).


De oorspronkelijke tekst (Enkel de strofen 1, 2 en 6 hebben het overleefd). Taalwetenschappelijk onderzoek (hier een artikel in het Duits) suggereert dat Joseph Mohr heel bewust een ‘archaïserend’ gedicht heeft geschreven. Het typische idioom (holder Knab, Grimme, Urgrauer Zeit) was ook in 1816 al ouderwets. Het roept ‘oeroude tijden’ op, toen sprookjes waar waren en mythes welsprekend. Dus helemaal geen ‘snel-snel’ noodrijmpje. Dat verklaart ook wel de sfeer.

OrigineelStandaard versie
Weyhnachts-Lied.
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Alles schläft. Einsam wacht
Nur das traute heilige Paar.
Holder Knab’ im lockigten Haar,
Schlafe in himmlischer Ruh!
Schlafe in himmlischer Ruh!
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Alles schläft, einsam wacht
Nur das traute, hochheilige Paar.
Holder Knabe im lockigen Haar,
Schlaf in himmlischer Ruh,
Schlaf in himmlischer Ruh.
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Gottes Sohn! O! wie lacht
Lieb’ aus Deinem göttlichen Mund,
Da uns schlägt die rettende Stund’.
Jesus! in Deiner Geburt!
Jesus! in Deiner Geburt!
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Gottes Sohn, o wie lacht
Lieb aus deinem göttlichen Mund,
Da uns schlägt die rettende Stund,
Christ, in deiner Geburt,
Christ, in deiner Geburt.
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Die der Welt Heil gebracht,
Aus des Himmels goldenen Höh’n
Uns der Gnade Fülle läßt seh’n
Jesum in Menschengestalt!
Jesum in Menschengestalt!
 
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Wo sich heut alle Macht
Väterlicher Liebe ergoß
Und als Bruder huldvoll umschloß
Jesus die Völker der Welt!
Jesus die Völker der Welt!
 
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Lange schon uns bedacht,
Als der Herr vom Grimme befreit,
In der Väter urgrauer Zeit
Aller Welt Schonung verhieß!
Aller Welt Schonung verhieß!
 
Stille Nacht! Heilige Nacht!
Hirten erst kundgemacht
Durch der Engel „Hallelujah!“
Tönt es laut bei Ferne und Nah:
„Jesus der Retter ist da!“
„Jesus der Retter ist da!“
Stille Nacht, heilige Nacht!
Hirten erst kundgemacht,
Durch der Engel Halleluja.
Tönt es laut von fern und nah:
Christ, der Retter ist da,
Christ, der Retter ist da!