David Grossman over de gruwel van 7 oktober

Donderdag 12 oktober 2023 de STANDAARD

zelfs 56 jaar bezetting rechtvaardigde deze onmenselijke slachtpartij niet

Zo’n duizend doden, 2.900 gewonden, enkele honderden gijzelaars en krijgsgevangenen. Iedere overlevende is een mirakelverhaal van vindingrijkheid en moed. Talloze daden van heldhaftigheid en zelfopoffering, elk herinnerend aan de criminele nalatigheid van de hoofden van de inlichtingendiensten die zichzelf en ons jarenlang hebben doen geloven dat niemand in de regio sterker en ontwikkelder was dan wij, of meer beslagen in krijgskunde.

Een nachtmerrie, een onbevattelijke nachtmerrie. Er zijn geen woorden voor. Geen woorden die ze kunnen vatten.

Een gevoel van diep verraad. Verraad aan de burgers door hun regering. Verraad aan alles waar wij waarde aan hechten als burgers, als burgers van dit specifieke land. Verraad aan de bijzondere en verbindende betekenis ervan. Verraad aan de kostbaarste belofte van al – het nationale thuis van het Joodse volk – dat we aan onze leiders toevertrouwden om veilig te houden. Die ze met niets minder dan heilig ontzag hadden moeten behandelen. Maar wat zagen we? Wat zijn we gewend geraakt te zien, alsof dat nu eenmaal zo gaat en zal blijven gaan? We hebben het land verkwanseld zien worden ter wille van kleine belangen, ten gunste van cynische, kleinzielige, verdwaasde politiek.

Wat er nu gebeurt, illustreert de prijs die Israël betaalt voor het feit dat het zich jarenlang heeft laten verleiden door het corrupte leiderschap dat het van het ene fiasco in het volgende stortte. Dat de instituties voor recht en rechtvaardigheid in stukken scheurde, net als de defensie-organisatie en het onderwijs. Dat bereid was om het voortbestaan van het land in gevaar te brengen om de premier uit de gevangenis te houden.

In de afgelopen negen maanden zijn, zoals bekend, miljoenen Israëli’s week na week de straat op gegaan om te protesteren tegen de regering en de premier. Het was een belangrijk proces dat zijn weerga niet kent, waarmee Israël probeerde weer zichzelf te worden, terug te keren naar het grote en loffelijke idee dat de basis van zijn bestaan vormt: een land scheppen dat een thuis is voor het Joodse volk. En niet zomaar een thuis: miljoenen Israëli’s wilden een progressief, democratisch, vredelievend, pluralistisch land scheppen dat ieders geloofsovertuiging respecteert.

Maar in plaats van te luisteren naar wat de protestbeweging voorstelt, besloot Netanyahu die te bezoedelen, weg te zetten als verraad, ertegen op te hitsen en de haat tussen de facties te verergeren. Steeds opnieuw verkondigde hij te pas en te onpas hoe machtig Israël is, hoe standvastig, en vooral: hoe paraat, paraat om ieder gevaar tegemoet te treden.

Vertel dat vandaag maar eens aan ouders die gek zijn van verdriet, of aan de baby die naast de weg weggesmeten is. Vertel dat maar aan de gegijzelden, aan degenen die als menselijke snoepjes uitgedeeld worden onder verschillende organisaties. Vertel dat maar aan de mensen die jou verkozen hebben. Vertel dat aan de tachtig bressen in het meest geavanceerde hek ter wereld.

Moet ik ze beesten noemen?

Maar we mogen niet de vergissing begaan de zaken te verwarren: ondanks alle woede over Netanyahu, zijn companen en zijn gedrag, zijn de verschrikkingen van de afgelopen dagen niet door Israël geïnitieerd. Hamas heeft die veroorzaakt. De bezetting is inderdaad een misdaad, maar honderden burgers, kinderen, ouders, ouderen en zieken overmeesteren en ze dan één voor één in koelen bloede neerschieten is een grotere misdaad. Er bestaan ‘gradaties’, ook in de hiërarchie van het kwaad. Het gezonde verstand en het natuurlijke instinct kunnen gradaties van ernst van kwaadaardigheid herkennen. En als je het slagveld van het ‘natuurfeest’ ziet, als je de terroristen van Hamas op motoren achter de jongeren aan ziet jagen van wie een deel nog altijd staat te dansen zonder te beseffen wat er aan de hand is; als je ziet hoe ze hen insluiten, ten prooi maken en vervolgens met juichkreten afmaken – ik weet niet of ik ze beesten moet noemen, maar het staat buiten kijf dat ze niet menselijk zijn.

Wie zullen we zijn als we uit het stof opstaan, ons leven weer oppakken en lijfelijk de pijn voelen van diegenen die er niet meer zijn. Wie zullen we zijn, wat voor mensen zullen we zijn, na wat we hebben gezien? Waar haal je de kracht vandaan om opnieuw te beginnen na de vernietiging en het verlies van zo veel dingen waarin we geloofden, waarop we vertrouwden?

Versleten paradigma’s

Is op 7 oktober de minuscule kans op een echte dialoog, op welke soort verzoening dan ook met het bestaan van het andere volk, voorgoed verloren gegaan of voor jaren bevroren geraakt? En wat zeggen de mensen die momenteel met het absurde idee van een ‘land met twee nationaliteiten’ zwaaien? Want deze twee volken, Israël en de Palestijnen, verwrongen door de eindeloze oorlog, zijn niet eens in staat om elkaars neven te zijn – en dan is er iemand die gelooft dat ze een Siamese tweeling kunnen worden? Er zullen vele jaren moeten voorbijgaan, jaren zonder oorlog, voordat er zelfs maar nagedacht kan worden over verzoening en herstel. Ondertussen kunnen we ons alleen maar een voorstelling maken van hoe krachtig de angst en de haat zijn die momenteel tevoorschijn komt door het oppervlak van de realiteit. Ik hoop, bid, dat er op de Westelijke Jordaanoever Palestijnen zijn die ondanks hun haat voor de Israëlische bezetter, in woord of daad afstand nemen van wat hun volksgenoten hebben aangericht. Ik, als Israëli, heb niet het recht hen voor te schrijven wat ze moeten doen. Maar als mens, als medemens, heb ik het recht – en de plicht – wel om van hen menselijk en moreel gedrag te eisen.

Twee weken geleden spraken de Amerikaanse president, de Israëlische premier en de Saudische leider enthousiast over een vredesakkoord tussen Israël en Saudi-Arabië. Dat akkoord moet ook de basis vormen voor normalisatieverdragen tussen Israël en Marokko en de Emiraten. De Palestijnen kwamen nauwelijks voor in die verdragen. Naar eigen zeggen was het Netanyahu gelukt om het Palestijnse probleem los te koppelen van de betrekkingen tussen Israël en de Arabische landen. Dat verdrag heeft ook te maken met wat er op ‘Zwarte Zaterdag’ plaatsvond tussen Gaza en Israël. De vrede die ermee gesticht wordt, is een vrede van rijken. Het is een poging om over de kern van het conflict heen te springen. De laatste dagen hebben bewezen dat de tragedie in het Midden-Oosten onmogelijk te genezen is zonder een oplossing die het lijden van de Palestijnen verlicht.

Zijn we in staat om de gebruikelijke formules af te schudden en te beseffen dat wat hier gebeurd is, te groot en verschrikkelijk is om met die versleten paradigma’s te benaderen? Zelfs Israëls gedrag en de misdaden in de bezette gebieden gedurende 56 jaar kunnen niet rechtvaardigen of verzachten wat zich voor onze ogen heeft ontvouwd. Dan heb ik het over de diepte van de haat jegens Israël, over het pijnlijke besef dat wij, de Israëli’s, hier altijd onder spanning en paraatheid voor een oorlog zullen leven. Steeds pogend om tegelijkertijd Athene en Sparta te zijn. Met een existentiële twijfel of we ooit een normaal, vrij leven kunnen leiden, ontdaan van bedreigingen en angst. Een stabiel en beschermd leven. Een leven dat een thuis vormt.

Uit het Hebreeuws vertaald door Sylvie Hoyinck.