David Grossman over “the enemy from within” (Netanyahu)

Dinsdag 29 augustus 2023 – De STANDAARD

De coup van Netanyahu heeft Israël in een existentiële crisis gestort, schrijft David Grossman. Deze keer komt het gevaar van binnenuit.

David Grossman Israëlisch schrijver. Zijn boek ‘Leven en schrijven in tijden van oorlog’ (Cossee) bundelt zijn essays uit De Standaard.

Mijn land is een ziek lichaam

Vanaf zijn prille begin heeft Israël het karakter van een start-up. Sinds het eerste gebod uit de Thora, Lekh Lekha, ‘ga voort’, is er een drang naar innovatie, naar het reiken, naar ondernemerschap en uitvinding en creatie. Israël heeft zware tijden gekend en existentiële gevaren, maar de geest die er heerste, was die van een bruisend land, dat originaliteit uitstraalde, het onverwachte en het vermogen om zichzelf in alle domeinen te overstijgen.

En toen kwam de staatsgreep en ontglipt ons nu gaandeweg de vrijheid van beweging en de harmonie van een gezond lichaam. Alles wat voor het merendeel van de burgers natuurlijk en vanzelfsprekend was – vereenzelviging met de staat, het bijna familiale gevoel erbij te horen – verloopt nu schoorvoetend, bezaaid met twijfel en angst. Hoewel dat proces dateert van voor de coup, deed de coup het in volle kracht uitbarsten en de Israëlische realiteit op haar kop zetten.

Het proces van destabilisatie en desintegratie is ingezet, een versplintering van het sociale contract en de uitholling van het leger en de economie. Niet alleen is de vooruitgang tot stilstand gekomen, de achteruitgang neemt alsmaar toe: in de richting van reactionaire opvattingen van discriminatie en racisme; van de uitsluiting van vrouwen en lgbti-mensen en Arabieren; van onwetendheid en lompheid als troeven.

En zoals vaak gebeurt in een ziek lichaam vragen steeds meer letsels om een onmiddellijke behandeling. Komen opgeborreld aan de oppervlakte van het Israëlische bewustzijn: de betekenis en de implicaties – net als de ondraaglijke kosten – van de ziekte van de chronische bezetting; van de scheve verhoudingen tussen de seculiere meerderheid en de Haredi-minderheid, en met de nationalistisch-religieuze gemeenschap, die des te gevaarlijker is vanwege haar brute, extremistische impact; en van de explosieve relaties van de staat met de grote Palestijnse minderheid en haar rampzalige toestand, enzoverder enzovoort.

Elk van deze kwalen op zich volstaat om het natuurlijke en gezonde bestaan van het lichaam dat hen meedraagt, de staat Israël, te ontwrichten of zelfs lam te leggen.

De 64 Knesset-leden van de regeringscoalitie en de meeste van hun kiezers zullen het met me oneens zijn, maar wellicht kunnen zelfs zij, als hun geest tenminste niet hermetisch afgesloten is, moeilijk ontkennen dat Israëls gevoel van kracht en zo goed als onbeperkte macht vatbaar is voor twijfels en scheurtjes en zorgen.

Voor het eerst in jaren beginnen de Israëli’s te voelen wat zwakte betekent. Voor het eerst, misschien wel sinds de Jom Kipoer-oorlog, merken we dat de existentiële angst bij ons binnensijpelt. De angst om degenen wier lot niet volledig in hun eigen handen ligt. De angst om de zwakkeren. En hoewel ‘het volk van de eeuwigheid niet bang is’, moeten we tot onze ontsteltenis toegeven dat deze angst niet zomaar een natuurlijke reactie is op een dreiging van buitenaf, en dat onze vijanden, die vernietigers, van binnenuit kwamen.

Het is opmerkelijk: precies die mensen die in hun eigen ogen de sterke, zelfverzekerde en machtige essentie van Israël vertegenwoordigen, wekken vandaag bij de Israëli’s een gevoel op van angst, zwakte en dreiging dat je doorgaans associeert met de galoet, de joodse diaspora.

Net als een koorddanser die plots naar zijn schoenen kijkt en dan de afgrond in, worden we ons steeds meer bewust van de broosheid van ons bestaan hier; van het gevoel dat de grond onder onze voeten wegzakt. Ineens is niets meer vanzelfsprekend. Niet de kameraadschap, niet de opofferingsgezindheid, niet het ‘volksleger’, niet de wederzijdse verantwoordelijkheid, niets. Voor onze verbijsterde ogen wordt de unieke staat die hier gecreëerd werd, gestript van fundamentele karaktertrekken, van zijn bijzonderheid, zijn eigenheid.

Is er een weg terug van dit punt waar we aanbeland zijn?

Wie wanhoopt ten overstaan van de agressie en de hebzucht van rechts, moeten we er blijven aan herinneren: alle hoop rust op de protestbeweging, ze is de vrije manoeuvreerruimte binnen de fixatie, de creatieve daad, de wederzijdse verantwoordelijkheid, de ideologische moed. Ze is de levensader van de democratie. Ze is onze enige kans en die van onze kinderen om hier een leven in vrijheid te leiden. Ze moet worden gehandhaafd en gevoed en volgehouden, we moeten ons ertoe verbinden, over lange termijn, om Israël te herstellen, weer op te bouwen na deze breuk, en te genezen van dit gebroken hart, om het op de been te krijgen – tot we weten of het dit heeft overleefd, of dat onze catastrofe, deze ziekte, kwaadaardig is uitgedraaid.