Max Reger in love

origineel in het Engels (Georg Predota) 2 juni 2016 / bewerking Dick Wursten

Max en Elsa

Liefde, zegt men, kent geen grenzen. Jammer genoeg hebben ze dat nooit verteld aan de de rooms-katholieke en protestantse kerken! De Duitse componist Max Reger was namelijk rooms-katholiek (geboren in Brandt, een Bayers bergdorpje) en zijn oogappel Elsa von Bagenski (Pruisische adel) was protestants, en – alsof dat nog niet erg genoeg was – ook nog gescheiden! Toen ze desondanks in 1902 besloten te trouwen, betekende dat de excommunicatie van Max Reger.

Dat ook de weg naar het huwelijk niet over rozen was gegaan, valt te begrijpen. Max had Elsa al in 1893 leren kennen. Hij had toen net z’n conservatorium opleiding afgerond en probeerde naam te maken als componist. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, speelde hij piano in het casion, en gaf privé zang- en pianolessen. Dit laatste onder andere t.h.v. van de Von Bagenski’s, een Pruisische officiersfamilie. Daar ontmoette hij voor het eerst zijn toekomstige vrouw Elsa von Bercken, née Von Bagenski (1870). Ja u leest het goed, z’n toekomstige is al getrouwd, in 1887. Dus geen optie.

Onderwijl weet hij, 20-jarige, het wel helemaal zeker. Nee, niet dat hij Elsa moet hebben, daarover weten we niet veel. Over z’n roeping: “Ik ben nu op het pad vanhuisleraar terechtgekomen. Goed, dat moet voor de centen, maar ‘componeren’ dat is waar ik echt voor ga.” In 1894 vond er voor het eerst een concert met alleen werken van Reger plaats in de Berlijnse Singakademie (zangacademie). Dat trok wel de aandacht, overtuigde sommigen van z’n potentie, maar werd nogal sceptisch ontvangen door de officiële critici. In vogelvlucht: 1896 – militaire dienst. Fysiek ongeschikt, geen inkomsten. 1897 – diep in de schulden, ondergaat twee operaties (zweer in zijn nek). Werken die hij voltooide raakten niet gepubliceerd. 1898 – vergeefse sollicitaties naar de post van kapelmeister in Heidelberg en Bonn. Fysieke en mentale toestand verslechtert snel. Hij valt ten prooi aan irrationele uitbarstingen, vlagen van depressie, en overmatig drankgebruik. 1899 – Elsa scheidt van haar man, een gokverslaafde. Reger begint haar het hof te maken, componeert liefdesliederen voor haar. Elsa is echter niet zinnens om een gokverslaafde in te ruilen voor een alcoholist en laat hem weten dat hij haar met rust moest laten. Reger is er kapot van, en dreigt kopje onder te gaan. Enkel de vriendschap van Karl Straube (organist) houdt hem overeind (wat ook de enorme productie van orgelmuziek uit deze periode verklaart.).

Zijn ouders drongen er op aan om terug naar huis te komen. Als hij dat niet zou doen, dan zou het de plaatselijke psychiatrische kliniek worden. Uiteindelijk lukte het Regers zus, Emma, om haar broer mee naar huis te nemen. Ze wonen inmiddels in Weiden. Z’n vader heeft speciaal om Max te kunnen in het oog houden vervroeg pensioen genomen (als onderwijzer). Als Max op straat kwam, zo vertelt de overlevering, werd hij door de Weidenaars uitgemaakt voor “Schlamperl”, een denigrerende term die zijn onverzorgde uiterlijk (en de enorme steenpuisten in zijn nek en gezicht) beschreef. ging het na verloop van tijd weer wat beter met hem. Ook slaagden de operaties om de puisten weg te krijgen. Hij krijgt controle over zijn financiën en, nog belangrijker, steunbetuigingen van de componist Richard Strauss en de organist Karl Straube. Zijn werken werden uitgevoerd in concertzalen in het hele land en er sommigen suggereerden dat Reger wel eens de toekomst van de muziek zou kunnen zijn!

In februari 1902 was er een recital in München, waar Reger eigen werken ten gehore bracht, en tot ieders verrassing had Elsa een plaats op de eerste rij gereserveerd. Na de voorstelling was er het gebruikelijke gebabbel, maar in dat gesprek gaf Elsa wel aan dat ze correspondentie van Max zou accepteren. Er volgde een intense briefwisseling, waaruit blijkt dat Reger smoorverliefd was en Elsa weliswaar interesse toonde, maar nog wel wat reserves had. Nogal logisch, zo vroeg ze zich af of Max wel in staat zou zijn om van de fles af te blijven. Bovendien wees de extreem conservatieve rooms-katholieke familie van Reger elk gesprek over een huwelijk af, en ook een plaatselijke priester wilde er niet van horen. Ook in de protestantse kerk kon er geen religieuze ceremonie plaatsvinden, zodat het koppel het moest stellen met een burgerlijk huwelijk (vrederechter). Het huwelijk vond plaats op Elsa’s verjaardag, 25 oktober 1902. Als snel volgde het bericht vanwege de Kerk, dat Max geëxcommuniceerd was. Op 7 december is een protestantse predikant alsnog bereid om hun huwelijk kerkelijk te bevestigen: In Bad Boll nabij Göppingen (Wurttemberg). Het echtpaar bleef kinderloos, maar was in de periode in Leipzig welstellend genoeg om twee weeskinderen te adopteren, meisjes: Lotti en Christa.

1904: Reger muziekdagen in Duitsland, even later ook in Oostenrijk, Nederland.
1905: leraar harmonie en contrapunt in München
1907: Reger wordt hoogleraar harmonie, contrapunt en compositie in het Leipzig van Karl Straube (1903 organist – Sauerorgel in de Thomaskerk, 1907 orgelleraar aldaar, 1918 Thomascantor).
1907: strijd barst los tussen pro-contra Max Reger, zowel via het volk (diehard fans), als via de pers, al in de academische wereld…

De rest volgt later.

Max en Elsa Reger met hun twee dochters: Christa en Lotti