Nashville blues

De Nashville-verklaring leidt bij onze Noorderburen bijna tot kamervragen. Vreemd. Wat erin staat is helemaal niet nieuw. Het is gewoon de zoveelste manifestatie van een bepaalde vorm van christelijk denken, die haar mens- en wereldbeeld baseert op een specifieke lezing van de Bijbel en die die lezing normatief wil stellen voor de ganse christenheid. Waarom doen ze dat?

Ach, het antwoord is niet zo moeilijk. Ze lezen de bijbel en denken dat daarin God rechtstreeks het woord tot ons richt. Altijd, in elk bijbelboek, in elk vers, en zonder nood aan vertolking, zo zoals het er staat, d.w.z. als een feitelijke mededeling van standen van zaken. Dat leidt vanzelf tot dit soort opvattingen. En die zijn dan ook meteen altijd een overal waar, èn moeten luid verkondigd worden, wereldwijd, want het is wat God vindt (niet wat zij vinden).

Voilà, nu over sekse en gender.
Lees maar even mee in Genesis 2, een prachtig verhaal (samengevat):

God stelt vast dat het niet goed is dat ‘de Mens’ (in het Hebreeuws: ‘ha-Adam’) alleen is. En vraagt zich af hoe hij daaraan tegemoet kan komen. Hij besluit om de Mens in een diepe slaap te vallen en creëert dan uit zijn rib een ‘tweede exemplaar’ om hem in zijn leven terzijde te staan (letterlijk staat er: ‘een tegenover’). Als de Mens ontwaakt uit zijn coma, zijn ogen opslaat en ziet wat God gecreëerd heeft, is hij de hemel te rijk en roept het uit: ‘Eindelijk een mens zoals ik, van hetzelfde vlees en bloed’! En vervolgt de verteller: Dat verklaart waarom er ‘mannen en vrouwen’ zijn en waarom die zo graag seks hebben met elkaar en gaan samenwonen.

Totzover de lezing.

Ik zeg dan: een prachtig, oerverhaal over de condition humaine, rijk aan betekenis. Het maakt duidelijk dat de mens ‘in z’n eentje’ ook niet alles is. Dat hij pas zichzelf wordt als hij durft relaties aan te gaan. Ik preek daar ook graag over tijdens huwelijksvieringen. Mens-zijn in meervoud, het belang van relaties, en de vreugde die het biedt als je met één mens in het bijzonder je leven mag gaan verkennen en vormgeven. Maar:

Tegelijk besef ik dat het enkel herkennen en erkennen van de heteroseksuele aantrekkingskracht (en dus de heteroseksuele relatie), niet meer houdbaar is.

De menswetenschappen (ik bedoel: die zich met de mens bezighouden: psychologie, neurologie, sociologie tot cognitiewetenschap) hebben immers laten zien (echt waar, resultaat van decennialang volgehouden onderzoek, met trial and error) dat de mens een zeer complex wezen is, en dat zijn zelfbeeld ook qua sekse en gender (een term die nodig was om de complexe onderzoeksresultaten te kunnen ordenen) niet zomaar in een duale heteroseksuele mal past.

Mensen kunnen zichzelf anders beleven dan ze fysiek-biologisch zijn. En ook die beleving is een biologisch-fysiek gegeven (cognitieve wetenschap).

Mensen met een mannelijk lichaam kunnen zich waarnemen als een vrouw, mannen kunnen aangetrokken worden tot mannen, en dan zijn er ook nog allerlei gradaties etc. Dat zijn vaststellingen van realiteiten. Vroeger werden die verschijnselen (men kon niet anders) afgedaan als ‘afwijkingen’, al dan niet pervers, al dan niet geneeslijk. Ze moesten en zouden in een duaal kader passen. En daar komt dan nog een sterk waardeoordeel bij: Zo heeft God het niet bedoeld en je mag dat dus niet ‘goed’ noemen. Aldus de protestantse Nashville verklaring – het roomse natuurrecht spreekt van ‘intrinsiek ongeordende’ relaties, wat even negatief is. Impliciet of expliciet klinkt de boodschap: Jìj bent niet goed. Wat jij voelt, is zondig. En dat komt hard aan, bedreigend, vernietigend zelfs.

Gelukkig gaan in de praktijk steeds meer christenen op een veel nuchterder manier om met medemensen die niet in de duale rubricering passen. Zij hebben de facto die achterhaalde vorm van denken over relaties en seksualiteit al laten vallen.

Nu de theologen en kerkleiders nog.

DIck Wursten, 8 januari 2019

Hij verloor de macht over het stuur…

“De macht over het stuur verliezen” is  een mysterieus zinnetje (dat zeer vaak opduikt in berichten over verkeersongevallen). Wat voorbeelden:

  1. Een man van 53 werd onwel, verloor de macht over het stuur, en reed op twee geparkeerde auto’s in.
  2. Een bejaarde chauffeur verloor de macht over het stuur, en reed een fietser aan.
  3. Een jonge vrouw verloor de macht over het stuur, en reed met haar auto tegen een lantaarnpaal.
  4. Een man verloor de macht over het stuur, en reed een gloednieuwe, peperdure Mercedes in de prak.

Het is bepaald geen onschuldig zinnetje. Het schuift de verantwoordelijkheid voor het ongeluk af op de machine. 

Eerst dacht ik: het zinnetje verklaart iets, maar dat is eigenlijk niet zo. Als je het weglaat ontbreekt er namelijk geen informatie:

  1. Een chauffeur werd onwel en reed op twee geparkeerde auto’s in.
  2. Een chauffeur reed met zijn auto een fietser aan.
  3. Een chauffeur reed met haar auto tegen een lantaarnpaal.
  4. Een chauffeur reed een gloednieuwe, peperdure Mercedes in de prak.

‘Dat de persoon de macht over het stuur verloor’ lijkt een soort mystificatie van het feit dat er een botsing plaatsvond. Het stuur lijkt het item waarmee het voertuig wordt ‘beheerst’. Vreemd eigenlijk: gaspedaal, rem, aandacht…. zijn toch ook factoren. Toch is het bepaald geen onschuldig zinnetje. Het doet wel degelijk iets. Het schuift de verantwoordelijkheid voor het ongeluk deels af op de machine. ‘Ik kon er ook niets aandoen, ik verloor de macht over het stuur, en toen…’ Daarom heet het ook een ongeluk, terwijl het de facto een vorm van beschadiging is: vernieling van openbaar domein, andermans bezit… en als het over mensen gaat: ‘slagen en verwondingen‘ en zelfs onopzettelijke doodslag (vb. 2). En bij alcohol/drugs zou je zelfs van dood door schuld moeten spreken, lijkt me.

De woorden ‘verloor de macht over het stuur’ doen iets soortgelijks als het zinnetje waarmee de Amerikaanse vicepresident Dick Cheney ooit uitlegde hoe hij een kameraad met wie hij was gaan jagen in zijn gezicht, nek en borst had geschoten. Cheney zei niet: ‘Ik heb Harry neergeschoten.’ Hij zei na een lange schets van de omstandigheden: ‘Nu ja, uiteindelijk ben ik degene die de trekker overhaalde die de kogel loste die Harry raakte’.1 Cheney plaatste zichzelf op afstand van zijn handeling, door er een paar technische stapjes tussen te zetten.

Het zinnetje ‘verloor de macht over het stuur’ creëert afstand tussen degene die handelt en de gevolgen van die handeling. ‘De macht over het stuur verliezen’ is dus een taalkundige truc die bijdraagt aan het gevoel dat auto’s de controle over de mensen hebben: Als je ze niet in je macht hebt, dan gaan ze er vandoor en wie weet wat er dan gebeurt!

Pilatus was niet de laatste om met taal zijn handen in onschuld te wassen.

Onze missie

Onze missie: christendom en cultuur bijeenhouden

De christelijke traditie leeft voort in de cultuur. Dat is onze overtuiging.
Echter: Geloofsgemeenschappen bekommeren zich daar doorgaans weinig om. Het gaat toch om het geloof, zeggen zij, cultuur is bijzaak.
Cultuurminnaars zijn zich er nauwelijks van bewust. Zij vinden het christelijke aspect bijzaak.

Wij zijn van mening dat ze zich vergissen, zeer tot schade van zowel de geloofsgemeenschappen als de cultuurminaars. Daarom willen wij (= onze missie) christendom en cultuur (opnieuw) bijeen brengen.

Als protestantse cultuurkring hebben wij in het voetspoor van Luther hierbij vooral aandacht hebben voor het duo Muziek & Woord.. Als Antwerpse cultuurkring vertrekken we op exploratie vanuit die stad. Daar hebben wij – zo te zeggen – ons base camp opgeslagen.

Als u mee wilt exploreren, schrijf u in op de nieuwsbrief (zie het menu hiernaast).

De waarde van muziek

De kracht van muzikale taal…

Een tekst van de hand van de voorzitter van PROCANT, verschenen in TERTIO (3 oktober 2018). De aanleiding is de bouw van een barokorgel in de Sint-Norbertuskerk en de Bach-cantatediensten die daar plaatsvinden.

(click to read)

Tertio

There is a balm in Gilead

‘De balsem uit Gilead’

De huwelijksplechtigheid van Prins Harry en Meghan Markle zou swingend zijn, was aangekondigd. Ik heb het niet gemerkt. Deftiger dan het gospelkoor zong en klassieker dan het strijkorkest speelde, kon niet. Gelukkig was er Michael Curry, de Amerikaanse bisschop die preekte als een zwarte Baptisten-dominee. Een frisse wind waaide door de kerk van Windsor, zeker toen hij halverwege z’n voorbereide tekst opzij legde en begon te improviseren… There is a balm in Gilead, riep hij de verbijsterde toehooders toe…

Wàt hij verder zei was niet echt wereldschokkend (liefde zou moeten heersen over alle domeinen van het leven, dat hoor je wel vaker), maar hòe hij het zei wel: In een retorische opstapeling van zinnen riep hij de aanwezigen op zich voor te stellen (‘Imagine…’) wat het zou betekenen als de liefde het echt voor het zeggen zou hebben. Voortbordurend op dit thema wilde hij de kracht van de liefde in de verf zetten. Hij had daarvoor blijkbaar een stuk geprepareerd over Teilhard de Chardin en de uitvinding van het vuur (niet zo geslaagd, vond ik). Maar voordat hij daaraan begon, schoot hem iets anders te binnen. Hij legde de tekst opzij, en begon te improviseren. En toen vlogen de vonken er af…

Zo gaat dat bij zwarte predikers, en zeker op de vooravond van Pinksteren. Hij verwees naar de aloude negro-spiritual ‘There is a balm in Gilead, to make the wounded whole’. 

Hij citeerde – vol enthousiasme – een paar zinnen uit dit lied en ging verder. Ik vermoed dat dit een volkomen onbegrijpelijke passage moet zijn geweest voor 99,99% van de kijkers.

Wat komt die balsem uit Gilead (waar ligt dat in godsnaam? En wat is dat voor balsem?) in een trouwpreek in Windsor doen. Het antwoord is simpel als je de spiritualiteit van de black Americans een beetje kent. Die is helemaal opgebouwd uit bijbelse metaforen. Alle bijbelverhalen passen ze op hun eigen leven toe. Als Mozes vlak voor z’n dood op een ‘mountaintop’ klimt en vandaar ‘the promised land’ ziet, dan kan een prediker die zijn einde voorvoelt zo ook over zichzelf spreken en over zijn droom (Martin Luther King, vlak voor zijn dood). En als je onoverkomelijke obstakels tegenkomt in je leven, dan denk je aan ‘Joshua’ en hoe hij ‘the battle of Jericho’ naar z’n hand zette ‘and the walls came tumbling down’.

De balsem van Gilead

En nu kom ik bij de ‘balsem in Gilead’ – als je twijfelt of de liefde dat wel allemaal bewerken kan, dan roep je met de profeet Jeremia (hoofdstuk 8, vers 22) uit, dat het tijd wordt voor ‘de balsem uit Gilead’.
Medicinaal-historisch moet u weten dat in Gilead (een gebied net over de Jordaan) een balsemhars gewonnen werd, die in de oudheid de naam had alle kwalen te kunnen genezen, een panacée. Ze was dan ook zeer gegeerd. En zo komt ze ook in de bijbel enkele malen ter sprake.
Vrij associërend en christelijk annexerend heeft de kerk zich dit cultuurproduct toegeëigend en er een beeld in gezien van het hemelse medicijn bij uitstek: Jezus’ bloed dat redt van alle zonden (dat ‘heelt’. Hij is de heelmeester, de Heiland). Ja, dat klinkt raar in een post-christelijke tijd, maar dat was doodgewoon in een vrome preek in pakweg Leipzig 1730 (in de cantates van J.S. Bach komt de balsem uit Gilead ook 2x voor: BWV 25, 103), en een standaard retorische formule in een Amerikaanse baptistenkerk in het midden van 19de eeuw. Mooi om zo’n eeuwenoud beeld nog eens langs te zien komen in Windsor, vond ik. Het prikkelt de verbeelding.

21 mei 2018, Dick Wursten

P.S. Nu begrijpt u ook waarom in The Handmaid’s Tale het autoritaire theocratische regime na haar staatsgreep ‘The Republic of Gilead’ heeft uitgeroepen. Zij, en zij alleen – zo claimen zij – hebben de ‘medicijn’ die de ziekte (de zonde, het kwaad) kan overwinnen. Een heilsleer leidt licht tot tirannie.

György Konrád – de parable van de schelmse rabbi

uit ‘De bezoeker’

György Konrád

Rabbi Iakov was zeer geliefd in het dorp, maar toch klonk zijn gezang bij de arke des verbonds sjabbat na sjabbat steeds klaaglijker. Hij wilde niet meer. Hij wilde de zondaars niet meer met de gestrengheid van de Almachtige bedreigen, en ook de vromen niet meer met zijn goedertierenheid troosten. Hij vluchtte weg uit zijn synagoge, vermomde zich, begon een zwervend leven te leiden.

Onderweg belandde hij bij een oude vrouw die door iedereen verlaten in haar troosteloze kot op sterven lag. “Waarom heb ik geleefd als ik zo ver ik me herinneren kan, niets dan leed te dragen heb gekregen?”, jammerde de oude vrouw. “Om het te dragen”, antwoordde de vermomde rabbi, en zo verzoende hij de stervende met haar lot. Toen hij haar gezicht met een doek toedekte besloot hij voortaan z’n mond te houden.

Op de derde dag van zijn zwerftocht ontmoette hij een jonge bedelares, die een dode zuigeling op haar rug meedroeg. De rabbi hielp haar een graf te delven; ze legden het lijkje in doeken gewikkeld in de groeve, bedekten het met aarde, aten brood, en de rabbi antwoordde alleen met gebaren op de vragen van het bedelmeisje. “Mijn arme kleine is niets ten deel gevallen, vreugde noch verdriet. Zeg eens, heeft het zin gehad dat het ter wereld kwam?” De vermomde rabbi beschreef met zijn hand een cirkel voor zijn gezicht, maar toen het meisje aanhield, knikte hij van ja. En op hetzelfde moment besloot hij zich niet alleen stom, maar ook doof te houden.

Hij verborg zich voor de mensen in een grot. Niemand vond hem daar, alleen een wezel kwam hem op het spoor. Hij had een wond aan zijn poot, de rabbi legde er geneeskrachtige kruiden op; de wezel verzamelde voortaan smakelijke zaden voor hem. De kluizenaar bad, het diertje bewoog zijn neus, de twee raakten op elkaar gesteld. Op een middag lag de wezel bij de ingang van de grot te zonnen. Opeens dook er een gier uit de lucht neer, greep het dier voor de ogen van de rabbi en nam het mee de lucht in. Daarop dacht de rabbi bij zichzelf dat het beter zou zijn als hij voortaan ook zijn ogen niet meer open zou doen.

Maar omdat hij op die manier – stom, doof en blind – alleen nog maar op de dood kon wachten en omdat hij het niet gepast vond die te verhaasten, begaf hij zich opnieuw op weg, keerde in de kring van zijn gemeente terug en zei opnieuw tegen de mensen dat volgens de wetten van de Almachtige dit in hun leven goed was en dat slecht. Hij deed wat hij vroeger ook had gedaan en nam toe in kracht naarmate hij zich meer schaamde.”

György Konrád (uit De Bezoeker, p. 131-132). Daar wordt deze parabel ingeleid met de zin ‘Ik zou natuurlijk zo kunnen handelen als die schelmse rabbi, die…’

Vézelay achterstevoren…

De schoonheid van de basiliek van Vézelay is een wonder. Je hebt geen geloof of kennis van zaken nodig. Je hoeft enkel de kerk binnen te gaan en je ervaart het (als de zon schijnt). De kerk spant samen met het licht, ze is een vriendin van de zon. En als de zomerzonnewende nadert kun je tegen het middaguur zelfs via het licht opgaan naar het Licht… als je tenminste binnengeraakt (foto vanaf het altaar):

… verder lezen

Gender gap (wereldwijd)

Over Gender wordt veel gedebatteerd. Veel hete hoofden, koude harten en soms ook nog al niche-achtig. Back to basics, zou ik zeggen, d.w.z laten we beginnen met de realiteit, d.w.z. het dagelijks leven van mannen en vrouwen (ik bedoel nu qua sexe, niet qua gender). Dan blijkt er een kloof te zijn tussen mannen en vrouwen wat de toegang tot onderwijs, werk, gezonheidszorg, en politiek betreft. Men noemt dat de gender gap. De afbeelding hieronder toont die in 2016 [het is er sindsdien niet op vooruitgegaan zegt het meest recente rapport van 2022. Hier raadpleegbaar.]
Groen = Het gaat de goede kant op qua ‘equality’ in het sociale leven.
Rood = Vrouwen hebben een ‘handicap’ als ze willen deelnemen aan het sociale leven.
Grijs = geen gegevens voorhanden, meestal een negatief signaal.

This image has an empty alt attribute; its file name is Global_Gender_Gap_Report.svg_.png

.

De volgende wereldkaart toont welke religie waar dominant is in de wereld. Leg ze eens over elkaar en je ziet coïncidenties. NB: dat is niet hetzelfde als causale verbanden. Dat zou simplistisch zijn. Er zijn nog wel meer maatschappelijke [f]actoren dan religie alleen. Wel maakt het duidelijk dat er in bepaalde regio’s in de wereld werk aan de winkel is. Vanuit religieus oogpunt is dat de vraag: Is in regio’s waar vrouwen het moeilijk hebben religie een helpende of een onderdrukkende factor?
Groen = Islam
Blauw-paars = christendom

Joseph had a baby

‘Not only Mary had a baby…’

illustratie van Rebecca Dautremer (uit UNE BIBLE)

Meer info over Une bible op mijn gewone website. Hieronder de moeder.