Het geheim van de eeuwige jeugd (Michel Serres)

Elke dag een tekst lezen die je (nog) niet helemaal begrijpt, of doordenken op een gedachte die je (nog) niet snapt, dat houdt een mens jong.” Zo herinnerde ik me het slot van een interview met Michel Serres op 3 juni rond middernacht op La Trois (heruitzending van een interview uit 1991), n.a.v. zijn overlijden op 1 juni 2019. Ik heb het nog eens nageluisterd. Onder de video staat wat hij echt zei. Eerst evoceert hij de twee meest gangbare methodes (duur, en niet echt werkzaam), dan de beste methode, volledig gratis en 100% ‘efficace’: Die passage begint ca. 1:45.
En naast de inhoud, ook gewoon aangenaam om naar te kijken en te luisteren: de pretoogjes, de dictie. Inderdaad: denken houdt je jong.

Les trois secrets de jouvence…

Tous les jours lire un texte un peu difficile, tous les jours écouter un raisonnement un peu difficile, et tous les jours faire un effort intellectuel… c’est le vrai secret de jouvence.

Michel Serres (filosoof), overleden op 1 juni 2019 , 88 jaar jong

Voor de liefhebbers. Het hele interview: https://www.sonuma.be/archive/dites-moi-du-10061991. Er zitten pareltjes tussen.

Ik heb er vijf voor u geselecteerd op een aparte pagina. De scène waar ik naar verwees is er eentje. Maar er is ook zijn wetenschapsfilosofische bijdrage (rond La nouvelle alliance van Nobelprijswinnaar Ilya Prigogine), zijn visie op een pedagogiek die moet uitdagen (leren met skin in the game), een prachtige mijmering over ‘de stem van Montaigne’ en last but not least zijn filosofische oefening over de metafoor van het balspel.

Hoezo verbaasd dat het Vlaams Belang won?

In het Nederlands Dagblad van 12 april 2019 verscheen een column van Bart Jan Spruyt, n.a.v. de winst van het Forum voor Democratie bij de Provinciale Staten verkiezing in Nederland onder de titel: ‘Niet de verkiezingswinst van Baudet was verrassend, maar de verbazing daarover.Mutatis mutandis (dus ik ben aansprakelijk voor wat geschreven staat, niet meer dhr. Spruyt. Hem komt de eer toe voor de ideeën) heb ik zijn gedachtengang toegepast op de verkiezingswinst van het Vlaams Belang bij de Belgische verkiezingen van 26 mei 2019. Vandaar de titel.

Zwarte zondag

Dat na de eerste Zwarte Zondag iedereen ‘uit de lucht’ viel, is nog tot daaraantoe – hoewel je ook toen al alleen maar door de oude stadswijken van Antwerpen hoefde te wandelen om het te voorvoelen. Eenzelfde verbazing nog steeds koesteren wanneer het Vlaams Belang het ‘plots’ (hoezo?) weer goed doet, getuigt van intellectuele luiheid en morele kortademigheid. Waar bent u dan de afgelopen 30 jaar mee bezig geweest, heren en dames politici?

Alexis de Tocqueville

Wie z’n klassiekers kent die zou niet zo verbaasd zijn. Alexis de Tocqueville stelt in zijn onderzoek naar de oorzaken van de Franse Revolutie vast, dat deze niet zozeer op gang werd getrokken door hongerlijdende boeren en arbeiders die eeuwenlang waren onderdrukt (zoals intellectueel luie mensen zomaar aannemen als je dat zegt. Klinkt immers logisch), maar dat de sterkste revolutionaire sentimenten leefden in kringen en streken waar sprake was van stijgende welvaart en vrijheid.1 Daar was er hoop gekomen op verandering, maar die hoop werd niet vervuld: De ‘revolutie van de stijgende verwachtingen’ stagneerde, en dat veroorzaakte uiteindelijk de politieke revolte van 1789.
Toegepast op vandaag: Net zo goed als er mensen zijn die profiteren van globalisering, subsidies en open markten, zijn er ook mensen die wel degelijk hard werken maar die maar moeilijk profijt uit al dat moois trekken. Zij dachten dat ook voor hen betere tijden zouden aanbreken, maar krijgen te horen dat ze langer moeten werken voor hun pensioen. Onderwijl zien zij hun wijken van karakter veranderen als gevolg van migratie, en zijn bang voor de kosten van de ‘energietransitie’ en of het wel gaat werken wat men voorstelt. Die mensen zijn vooral bang dat hun kinderen het minder goed zullen hebben dan zij. Je kunt ze met Hillary Clinton a bunch of deplorables noemen, maar dan krijg je electoraal om je oren. En terecht.

Leo Strauss

Misschien ook eens echt kijken naar de opkomst van het fascisme in de jaren ’30, waar men zo graag naar verwijst als het over de opkomst van extreem-rechts gaat. In een vergelijkbare situatie (ja, dat geloof ik dus echt, maar niet défaitistisch of dramatisch – en het is ook wel fijn om Godwin voor te zijn2 ) zochten Duitse jongeren in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw hun heil in een Nietzscheaanse, esthetische konservative Revolution. Die beweging mondde uit in het fascisme van Adolf Hitler en de nazi’s. Dat klinkt logisch (zeker retrospectief) maar dat was niet noodzakelijk. Het had ook anders gekund. De politieke filosoof Leo Strauss (die zelf in Duitsland leefde in die periode) was bijvoorbeeld van mening dat de ontsporing van dit sentiment had voorkomen kunnen worden, wanneer er het alternatief van een fatsoenlijk conservatisme was geweest (genre: Churchill). Maar dat diende zich in de gepolariseerde verhoudingen van het interbellum in Duitsland helaas niet aan. Zou daar misschien de les voor ons zitten, zowel intellectueel als moreel?

Oratorium

Een nieuw initiatief van Procant vzw.

Noteer de data, wees welkom, en zeg het voort!

  • Oratorium 1, Genesis 21: Hagar en Ismael op de vlucht
    het programma staat online
    • dinsdag 5 maart 2019: 20u00 Christuskerk, Bexstraat 13, 2018 Antwerpen Solisten, continuo en orgel (muziek in 17de eeuwse stijl). Het oratorium wordt omlijst met instrumentale muziek van Merulo, Frescobaldi, Cima en Castello.
  • Oratorium 2, Genesis 22: Het offer van Isaak
    • dinsdag 9 april 2019: 20u00 Damiaankerk, Groenenborgerlaan 149, 2020 Antwerpen (TPC) Solisten, koor en barokorkest (muziek in stijl van Telemann, Bach). Naast het oratorium ook een ‘cantate’ waarin Abraham zijn beklag doet bij God over God. Meer info
  • Oratorium 3, Genesis 24: Eliëzer op zoek naar een vrouw voor Isaak
    • dinsdag 7 mei 2019: 20u00 Kerk ‘De Brabantse Olijfberg’, Lange Winkelstraat 5, 2000 AntwerpenSolisten, koor, Walckerorgel en instrumenten (Mendelssohn-achtig)

Klik hier voor meer achtergrondinfo

De bijeenkomsten zijn vrij toegankelijk. Een vrije bijdrage wordt gevraagd.

info@procant.be –    In samenwerking met het CCV en het Vlaams Bijbelgenootschap

Hieronder de folder (PDF)

oratoria flyer2

 

Dag Hammarskjöld, de langste reis

De langste reis
is de reis naar binnen.

(uit Merkstenen, 1963)

Dag Hammarskjöld

Na het overlijden van Dag Hammarskjöld (1905-1961, posthuum Nobelprijswinnaar, bij leven secretaris-generaal van de VN, verongelukt op vredesmissie in de Congo) werd duidelijk dat deze topdiplomaat er een rijk innnerlijk leven op nahield. Hij bleek jarenlang een soort dagboek te hebben bijgehouden: Merkstenen heette het, toen het in 1963 werd gepubliceerd in het Nederlands (Vägmärken in het Zweeds: ‘wegmarkeringen’). NB: het eigenlijk dagboek is niet bewaard, enkel een typoscript, d.w.z. – vermoed ik – een geredigeerde selectie. In de notities (hoogst gestileerd, vaak literair proza, in de laatste fase steeds meer gedichten, haiku’s) reflecteert Hammarskjöld op zijn leven. Privé, maar vooral over hoe hij in zijn beroep wil staan – een beroep dat hij als een roeping beleeft, een ambt. Wat er gebeurt, wat lukt, wat mislukt, de dilemma’s waar hij voor komt te staan, de beslissingen die hij moet nemen. Hij neemt hiervoor de volle – ook persoonlijke – verantwoordelijkheid. Hij wil een civil servant zijn, restloos. Geen kleinigheid. De notities in ‘Merkstenen’ karakteriseerde hij (in een ongedateerd brief die bij het typoscript zat) als:

‘…een soort witboek over mijn onderhandelingen met mijzelf – en met God’

De politicus blijkt een mysticus te zijn, èn die twee zijn niet van elkaar te scheiden. Veelzeggend en te denken gevend. Deze teksten moet je dus niet als een ‘dagboek’ lezen in de gewone zin. Dat heeft ook weinig zin, want de uitwendige gebeurtenissen worden niet eens genoemd. Het is al reflectie – in dat woord zit een tweede blik, een uitgepuurde, steeds weer opnieuw geredigeerde (vermoed ik, anderen betwijfelen dat) vorm van schrijven. Na-denken om vooruit te komen op de ‘weg’ of om te zien wat de ‘te gane weg’ is. Het motto – voorin het manuscript – luidt niet voor niets:

‘Alleen de hand die doorhaalt, kan waarheid schrijven.’ 3

Hier zijn meest bekende gedicht (begin jaren 1950, op het hoogtepunt van zijn carrière, nog voor hij het ambt van ‘secretaris-generaal van de VN aanvaardde). Hij heeft alles bereikt, vanuit de wereld gezien. Zelf is hij van mening dat het nu pas begint. De vertaling is lichtjes aangepast t.o.v. de Nederlandse uitgave van 1965, p. 72 – hier het origineel.

De langste reis
is de reis naar binnen.
Wie zijn lot 4
gekozen heeft,
de tocht begonnen is
naar zijn eigen bodem
(is er een bodem?), 5
is nog midden onder u
maar staat al buiten het leven,
geïsoleerd in uw gevoel
zoals een ter dood veroordeelde
of zoals hij, 
die door een naderend afscheid
al van tevoren wordt toegewijd
aan de uiteindelijke eenzaamheid van ieder mens.

Tussen u en hem is afstand,
onzekerheid –
omzien. 6

Hij zelf zal u zien, 
almaar verder weg,
de lokroep van uw stemmen horen,
steeds zwakker.

Ik voel in dit gedicht, maar ook in andere teksten van Hammarskjöld, vaak verwijzingen naar T.S. Eliot. Vergelijk bijvoorbeeld het openingsgedicht van Merkstenen, p. 23, met de sfeer die Eliot oproept in de Journey of the Magi, of met The Waste Land…

Verder word ik gedreven,
een onbekend land in.
De grond wordt harder,
De lucht prikkelender, kouder…


Nashville blues

De Nashville-verklaring leidt bij onze Noorderburen bijna tot kamervragen. Vreemd. Wat erin staat is helemaal niet nieuw. Het is gewoon de zoveelste manifestatie van een bepaalde vorm van christelijk denken, die haar mens- en wereldbeeld baseert op een specifieke lezing van de Bijbel en die die lezing normatief wil stellen voor de ganse christenheid. Waarom doen ze dat?

Ach, het antwoord is niet zo moeilijk. Ze lezen de bijbel en denken dat daarin God rechtstreeks het woord tot ons richt. Altijd, in elk bijbelboek, in elk vers, en zonder nood aan vertolking, zo zoals het er staat, d.w.z. als een feitelijke mededeling van standen van zaken. Dat leidt vanzelf tot dit soort opvattingen. En die zijn dan ook meteen altijd een overal waar, èn moeten luid verkondigd worden, wereldwijd, want het is wat God vindt (niet wat zij vinden).

Voilà, nu over sekse en gender.
Lees maar even mee in Genesis 2, een prachtig verhaal (samengevat):

God stelt vast dat het niet goed is dat ‘de Mens’ (in het Hebreeuws: ‘ha-Adam’) alleen is. En vraagt zich af hoe hij daaraan tegemoet kan komen. Hij besluit om de Mens in een diepe slaap te vallen en creëert dan uit zijn rib een ‘tweede exemplaar’ om hem in zijn leven terzijde te staan (letterlijk staat er: ‘een tegenover’). Als de Mens ontwaakt uit zijn coma, zijn ogen opslaat en ziet wat God gecreëerd heeft, is hij de hemel te rijk en roept het uit: ‘Eindelijk een mens zoals ik, van hetzelfde vlees en bloed’! En vervolgt de verteller: Dat verklaart waarom er ‘mannen en vrouwen’ zijn en waarom die zo graag seks hebben met elkaar en gaan samenwonen.

Totzover de lezing.

Ik zeg dan: een prachtig, oerverhaal over de condition humaine, rijk aan betekenis. Het maakt duidelijk dat de mens ‘in z’n eentje’ ook niet alles is. Dat hij pas zichzelf wordt als hij durft relaties aan te gaan. Ik preek daar ook graag over tijdens huwelijksvieringen. Mens-zijn in meervoud, het belang van relaties, en de vreugde die het biedt als je met één mens in het bijzonder je leven mag gaan verkennen en vormgeven. Maar:

Tegelijk besef ik dat het enkel herkennen en erkennen van de heteroseksuele aantrekkingskracht (en dus de heteroseksuele relatie), niet meer houdbaar is.

De menswetenschappen (ik bedoel: die zich met de mens bezighouden: psychologie, neurologie, sociologie tot cognitiewetenschap) hebben immers laten zien (echt waar, resultaat van decennialang volgehouden onderzoek, met trial and error) dat de mens een zeer complex wezen is, en dat zijn zelfbeeld ook qua sekse en gender (een term die nodig was om de complexe onderzoeksresultaten te kunnen ordenen) niet zomaar in een duale heteroseksuele mal past.

Mensen kunnen zichzelf anders beleven dan ze fysiek-biologisch zijn. En ook die beleving is een biologisch-fysiek gegeven (cognitieve wetenschap).

Mensen met een mannelijk lichaam kunnen zich waarnemen als een vrouw, mannen kunnen aangetrokken worden tot mannen, en dan zijn er ook nog allerlei gradaties etc. Dat zijn vaststellingen van realiteiten. Vroeger werden die verschijnselen (men kon niet anders) afgedaan als ‘afwijkingen’, al dan niet pervers, al dan niet geneeslijk. Ze moesten en zouden in een duaal kader passen. En daar komt dan nog een sterk waardeoordeel bij: Zo heeft God het niet bedoeld en je mag dat dus niet ‘goed’ noemen. Aldus de protestantse Nashville verklaring – het roomse natuurrecht spreekt van ‘intrinsiek ongeordende’ relaties, wat even negatief is. Impliciet of expliciet klinkt de boodschap: Jìj bent niet goed. Wat jij voelt, is zondig. En dat komt hard aan, bedreigend, vernietigend zelfs.

Gelukkig gaan in de praktijk steeds meer christenen op een veel nuchterder manier om met medemensen die niet in de duale rubricering passen. Zij hebben de facto die achterhaalde vorm van denken over relaties en seksualiteit al laten vallen.

Nu de theologen en kerkleiders nog.

DIck Wursten, 8 januari 2019

Hij verloor de macht over het stuur…

“De macht over het stuur verliezen” is  een mysterieus zinnetje (dat zeer vaak opduikt in berichten over verkeersongevallen). Wat voorbeelden:

  1. Een man van 53 werd onwel, verloor de macht over het stuur, en reed op twee geparkeerde auto’s in.
  2. Een bejaarde chauffeur verloor de macht over het stuur, en reed een fietser aan.
  3. Een jonge vrouw verloor de macht over het stuur, en reed met haar auto tegen een lantaarnpaal.
  4. Een man verloor de macht over het stuur, en reed een gloednieuwe, peperdure Mercedes in de prak.

Het is bepaald geen onschuldig zinnetje. Het schuift de verantwoordelijkheid voor het ongeluk af op de machine. 

Eerst dacht ik: het zinnetje verklaart iets, maar dat is eigenlijk niet zo. Als je het weglaat ontbreekt er namelijk geen informatie:

  1. Een chauffeur werd onwel en reed op twee geparkeerde auto’s in.
  2. Een chauffeur reed met zijn auto een fietser aan.
  3. Een chauffeur reed met haar auto tegen een lantaarnpaal.
  4. Een chauffeur reed een gloednieuwe, peperdure Mercedes in de prak.

‘Dat de persoon de macht over het stuur verloor’ lijkt een soort mystificatie van het feit dat er een botsing plaatsvond. Het stuur lijkt het item waarmee het voertuig wordt ‘beheerst’. Vreemd eigenlijk: gaspedaal, rem, aandacht…. zijn toch ook factoren. Toch is het bepaald geen onschuldig zinnetje. Het doet wel degelijk iets. Het schuift de verantwoordelijkheid voor het ongeluk deels af op de machine. ‘Ik kon er ook niets aandoen, ik verloor de macht over het stuur, en toen…’ Daarom heet het ook een ongeluk, terwijl het de facto een vorm van beschadiging is: vernieling van openbaar domein, andermans bezit… en als het over mensen gaat: ‘slagen en verwondingen‘ en zelfs onopzettelijke doodslag (vb. 2). En bij alcohol/drugs zou je zelfs van dood door schuld moeten spreken, lijkt me.

De woorden ‘verloor de macht over het stuur’ doen iets soortgelijks als het zinnetje waarmee de Amerikaanse vicepresident Dick Cheney ooit uitlegde hoe hij een kameraad met wie hij was gaan jagen in zijn gezicht, nek en borst had geschoten. Cheney zei niet: ‘Ik heb Harry neergeschoten.’ Hij zei na een lange schets van de omstandigheden: ‘Nu ja, uiteindelijk ben ik degene die de trekker overhaalde die de kogel loste die Harry raakte’.7 Cheney plaatste zichzelf op afstand van zijn handeling, door er een paar technische stapjes tussen te zetten.

Het zinnetje ‘verloor de macht over het stuur’ creëert afstand tussen degene die handelt en de gevolgen van die handeling. ‘De macht over het stuur verliezen’ is dus een taalkundige truc die bijdraagt aan het gevoel dat auto’s de controle over de mensen hebben: Als je ze niet in je macht hebt, dan gaan ze er vandoor en wie weet wat er dan gebeurt!

Pilatus was niet de laatste om met taal zijn handen in onschuld te wassen.

Onze missie

Onze missie: christendom en cultuur bijeenhouden

De christelijke traditie leeft voort in de cultuur. Dat is onze overtuiging.
Echter: Geloofsgemeenschappen bekommeren zich daar doorgaans weinig om. Het gaat toch om het geloof, zeggen zij, cultuur is bijzaak.
Cultuurminnaars zijn zich er nauwelijks van bewust. Zij vinden het christelijke aspect bijzaak.

Wij zijn van mening dat ze zich vergissen, zeer tot schade van zowel de geloofsgemeenschappen als de cultuurminaars. Daarom willen wij (= onze missie) christendom en cultuur (opnieuw) bijeen brengen.

Als protestantse cultuurkring hebben wij in het voetspoor van Luther hierbij vooral aandacht hebben voor het duo Muziek & Woord.. Als Antwerpse cultuurkring vertrekken we op exploratie vanuit die stad. Daar hebben wij – zo te zeggen – ons base camp opgeslagen.

Als u mee wilt exploreren, schrijf u in op de nieuwsbrief (zie het menu hiernaast).

De waarde van muziek

De kracht van muzikale taal…

Een tekst van de hand van de voorzitter van PROCANT, verschenen in TERTIO (3 oktober 2018). De aanleiding is de bouw van een barokorgel in de Sint-Norbertuskerk en de Bach-cantatediensten die daar plaatsvinden.

(click to read)

Tertio