Wat bezielt de bisschop ?

Bonny en Baert: over Gaza

Denis Baert (l) en Johan Bonny (r)

Vorige week stond er een spontaan geschreven opiniestuk van Johan Bonny (bisschop van Antwerpen) in De STANDAARD (DS 9 november). Hij richt zich tot zijn ‘Joodse vrienden’ en spelt hen de les over de ‘God van de Bijbel’. Niet eens tussen de regels door, maar expliciet verwijt hij zijn ‘Joodse vrienden’ (wie zijn dat? zo vroeg ik me af) dat zij hun heilige Geschriften helemaal verkeerd interpreteren. Gelukkig – zo vervolgt de bisschop – zijn er verlichte christenen die wel weten wat de God van de Bijbel eigenlijk wil. Dus verklaart hij ex cathedra wat ‘sinds Christus’ dood en verrijzenis’ het Oude Testament nog wel en niet kan zeggen. Los van de inhoud: Het is schokkend deze vorm van christelijk superioriteitsdenken (“God, ik dank u dat ik niet ben zoals…”) in de 21ste eeuw nog te moeten lezen, en dan nog wel vloeiend uit de pen van de bisschop van Antwerpen. Deze ‘substitutie-theologie’ (de kerk is in de plaats van Israel gekomen) was eeuwen lang de basis van het kerkelijk anti-judaïsme, dat op zijn beurt zowel openlijk als onderhuids het anti-semitisme aanwakkert.

Gelukkig stond er in De STANDAARD van vandaag (DS 13 november) een weerlegging door Denis Baert. Voor t geval u dit niet kunt lezen. Hier de tekst.

Wil Johan Bonny eigenlijk wel joodse vrienden?

Johan Bonny haalt de oude registers van christelijke Jodenhaat weer boven en dat is gevaarlijk, vindt Dennis Baert.

Dennis Baert (Instituut voor Joodse Studies Universiteit Antwerpen).

13 november DE STANDAARD

Johan Bonny schrijft dat hij niet langer kan zwijgen over Gaza tegen zijn joodse vrienden (DS 9 november). Even lijkt het alsof hij zijn afschuw wil uiten over het geweld in Gaza. Dat hij dat verschrikkelijk vindt, zal niemand hem verwijten. Maar dan blijkt dat hij iets heel anders op het oog heeft dan de humanitaire crisis in Gaza en het onderliggende politiek-militaire conflict tussen Israël en Hamas. Hij heeft het niet over politiek maar over godsdienst. En meer bepaald over hoe joden en christenen van elkaar verschillen. In zijn visie is het jodendom een nauwe, uitsluitende godsdienst, een godsdienst van ‘gewelddadige recuperatie en militaire uitbreiding’. Daartegenover zet hij het christendom als godsdienst ‘van Gods liefde en Gods redding’ met als kern ‘de universaliteit van het heil’.

De bisschop van Antwerpen schrijft dus dat het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen te wijten is aan het jodendom zelf. Zo beweert hij dat joden en Israëli’s (een onderscheid dat hij niet maakt) op genocide uit zijn: ‘De kinderen moeten dood. De jongeren moeten weg. (…) En na Gaza zal de Westelijke Jordaanoever volgen.’ Meer nog, blijkbaar zijn de Joden zo genocidair dat ze zaten te wachten op een ‘ideaal alibi’ en dat op 7 oktober vonden in de martelingen, verminkingen, massaverkrachtingen en de moedwillig wrede moorden op meer dan duizend Israëlische bejaarden, kinderen, vrouwen en mannen (waar hij eufemistisch naar verwijst als een ‘voorspelbare ontploffing’). Die formulering is obsceen, en het is moeilijk te begrijpen dat iemand die zó over joden denkt, überhaupt joodse vrienden wil.

Aanzienlijke schade

Een reactie is hier dus wel op zijn plaats. Bonny getuigt om te beginnen van weinig kennis over het jodendom. De joodse traditie heeft nooit nood gehad aan de dood en verrijzenis van Christus om te beseffen dat ‘de God van Israël de vader is van alle mensen’. De universaliteit van de menselijke waarde vanuit de schepping van de mens in Gods evenbeeld behoort tot de oudste joodse leerstellingen, eeuwen ouder dan het christendom. Ja, de joodse traditie denkt anders over de verhouding van universaliteit en particulariteit dan christelijke tradities doorgaans doen. Daar zitten we inderdaad niet op hetzelfde spoor. In de joodse traditie ligt het gehele mysterie van het mens-zijn in het feit dat we als mens allemaal verbonden zijn en toch van elkaar verschillen. Het is deels daarom dat joden niet eeuwenlang in naam van de ‘universaliteit van het heil’ hebben geprobeerd iedereen op aarde, van andersgelovigen tot gekoloniseerde volkeren, goedschiks of kwaadschiks, te vuur en te zwaard, te bekeren.

In enkele alinea’s berokkent Bonny aanzienlijke schade aan ruim zestig jaar joods-christelijke dialoog en verzoening. Hij gebruikt tal van clichés uit de lange geschiedenis van christelijk anti-judaïsme: ‘de joden’ die door hun weigering Christus te erkennen verblind zijn en de eigen teksten onjuist interpreteren, ‘de joden’ die hun verbond met God verloren hebben nu de christenen de ware universele draagwijdte van dat verbond begrijpen, ‘de Joden’ met hun materiële wetten versus de spirituele liefde van de christenen, ‘de Joden’ die wachten op het juiste moment om kinderen te vermoorden.

Christelijke jodenhaat

Sinds het Tweede Vaticaanse Concilie heeft de rooms-katholieke kerk die bladzijde radicaal omgeslagen. Nostra Aetate (1965) is het begin geweest van een vruchtbare dialoog waarin joden en rooms-katholieken hebben samengewerkt om vooroordelen over elkaar te overstijgen en elkaar niet langer te demoniseren.

Bonny wijst die dialoog kennelijk van de hand. Het is kwalijk, onverantwoordelijk en zelfs gevaarlijk hoe hij op een moment dat antisemitisme wereldwijd hoogtij viert, de oude registers van begraven christelijke jodenhaat weer bovenhaalt. Niemand heeft hem gevraagd te zwijgen. Maar alle goedmenende joden en christenen hadden van hem verwacht dat hij niet zou vervallen in een theologie van demonisering en collectieve schuld die joden alhier in België nog meer in gevaar brengt.

Medeondertekend door Vivian Liska (Instituut voor Joodse Studies, Universiteit Antwerpen) en Theodor Dunkelgrün (Departement Geschiedenis, Universiteit Antwerpen).

Bonny en Baert over Gaza

Vorige week stond er een spontaan geschreven opiniestuk van Johan Bonny (bisschop van Antwerpen) in De STANDAARD (DS 9 november). Hij richt zich tot zijn ‘Joodse vrienden’ en spelt hen de les over de ‘God van de Bijbel’. Niet eens tussen de regels door, maar expliciet verwijt hij zijn ‘Joodse vrienden’ (wie zijn dat? zo vroeg ik me af) dat zij hun heilige Geschriften helemaal verkeerd interpreteren. Gelukkig – zo vervolgt de bisschop – zijn er verlichte christenen die wel weten wat de God van de Bijbel eigenlijk wil. Dus verklaart hij ex cathedra wat ‘sinds Christus’ dood en verrijzenis’ het Oude Testament nog wel en niet kan zeggen. Los van de inhoud: Het is schokkend deze vorm van christelijk superioriteitsdenken (“God, ik dank u dat ik niet ben zoals…”) in de 21ste eeuw nog te moeten lezen, en dan nog wel vloeiend uit de pen van de bisschop van Antwerpen. Deze ‘substitutie-theologie’ (de kerk is in de plaats van Israel gekomen) was eeuwen lang de basis van het kerkelijk anti-judaïsme, dat op zijn beurt zowel openlijk als onderhuids het anti-semitisme aanwakkert.

Gelukkig stond er in De STANDAARD van vandaag (DS 13 november) een weerlegging door Denis Baert. Voor t geval u dit niet kunt lezen. Hier de tekst.

Wil Johan Bonny eigenlijk wel joodse vrienden?

Johan Bonny haalt de oude registers van christelijke Jodenhaat weer boven en dat is gevaarlijk, vindt Dennis Baert.

Dennis Baert (Instituut voor Joodse Studies Universiteit Antwerpen).

13 november DE STANDAARD

Johan Bonny schrijft dat hij niet langer kan zwijgen over Gaza tegen zijn joodse vrienden (DS 9 november). Even lijkt het alsof hij zijn afschuw wil uiten over het geweld in Gaza. Dat hij dat verschrikkelijk vindt, zal niemand hem verwijten. Maar dan blijkt dat hij iets heel anders op het oog heeft dan de humanitaire crisis in Gaza en het onderliggende politiek-militaire conflict tussen Israël en Hamas. Hij heeft het niet over politiek maar over godsdienst. En meer bepaald over hoe joden en christenen van elkaar verschillen. In zijn visie is het jodendom een nauwe, uitsluitende godsdienst, een godsdienst van ‘gewelddadige recuperatie en militaire uitbreiding’. Daartegenover zet hij het christendom als godsdienst ‘van Gods liefde en Gods redding’ met als kern ‘de universaliteit van het heil’.

De bisschop van Antwerpen schrijft dus dat het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen te wijten is aan het jodendom zelf. Zo beweert hij dat joden en Israëli’s (een onderscheid dat hij niet maakt) op genocide uit zijn: ‘De kinderen moeten dood. De jongeren moeten weg. (…) En na Gaza zal de Westelijke Jordaanoever volgen.’ Meer nog, blijkbaar zijn de Joden zo genocidair dat ze zaten te wachten op een ‘ideaal alibi’ en dat op 7 oktober vonden in de martelingen, verminkingen, massaverkrachtingen en de moedwillig wrede moorden op meer dan duizend Israëlische bejaarden, kinderen, vrouwen en mannen (waar hij eufemistisch naar verwijst als een ‘voorspelbare ontploffing’). Die formulering is obsceen, en het is moeilijk te begrijpen dat iemand die zó over joden denkt, überhaupt joodse vrienden wil.

Aanzienlijke schade

Een reactie is hier dus wel op zijn plaats. Bonny getuigt om te beginnen van weinig kennis over het jodendom. De joodse traditie heeft nooit nood gehad aan de dood en verrijzenis van Christus om te beseffen dat ‘de God van Israël de vader is van alle mensen’. De universaliteit van de menselijke waarde vanuit de schepping van de mens in Gods evenbeeld behoort tot de oudste joodse leerstellingen, eeuwen ouder dan het christendom. Ja, de joodse traditie denkt anders over de verhouding van universaliteit en particulariteit dan christelijke tradities doorgaans doen. Daar zitten we inderdaad niet op hetzelfde spoor. In de joodse traditie ligt het gehele mysterie van het mens-zijn in het feit dat we als mens allemaal verbonden zijn en toch van elkaar verschillen. Het is deels daarom dat joden niet eeuwenlang in naam van de ‘universaliteit van het heil’ hebben geprobeerd iedereen op aarde, van andersgelovigen tot gekoloniseerde volkeren, goedschiks of kwaadschiks, te vuur en te zwaard, te bekeren.

In enkele alinea’s berokkent Bonny aanzienlijke schade aan ruim zestig jaar joods-christelijke dialoog en verzoening. Hij gebruikt tal van clichés uit de lange geschiedenis van christelijk anti-judaïsme: ‘de joden’ die door hun weigering Christus te erkennen verblind zijn en de eigen teksten onjuist interpreteren, ‘de joden’ die hun verbond met God verloren hebben nu de christenen de ware universele draagwijdte van dat verbond begrijpen, ‘de Joden’ met hun materiële wetten versus de spirituele liefde van de christenen, ‘de Joden’ die wachten op het juiste moment om kinderen te vermoorden.

Christelijke jodenhaat

Sinds het Tweede Vaticaanse Concilie heeft de rooms-katholieke kerk die bladzijde radicaal omgeslagen. Nostra Aetate (1965) is het begin geweest van een vruchtbare dialoog waarin joden en rooms-katholieken hebben samengewerkt om vooroordelen over elkaar te overstijgen en elkaar niet langer te demoniseren.

Bonny wijst die dialoog kennelijk van de hand. Het is kwalijk, onverantwoordelijk en zelfs gevaarlijk hoe hij op een moment dat antisemitisme wereldwijd hoogtij viert, de oude registers van begraven christelijke jodenhaat weer bovenhaalt. Niemand heeft hem gevraagd te zwijgen. Maar alle goedmenende joden en christenen hadden van hem verwacht dat hij niet zou vervallen in een theologie van demonisering en collectieve schuld die joden alhier in België nog meer in gevaar brengt.

Medeondertekend door Vivian Liska (Instituut voor Joodse Studies, Universiteit Antwerpen) en Theodor Dunkelgrün (Departement Geschiedenis, Universiteit Antwerpen).

Joris Luyendijk over Israel/Palestina

Te denken gevend gesprek over de oorlog in Israel/Palestina.

“Maak het jezelf eens wat moeilijker als je over Israel of Gaza/Palestijnen praat. Neem bijvoorbeeld eens geen standpunt in, maar probeer te verstaan, aan te voelen, wat de werkelijkheid is van degenen die daar leven, en hoe zij zich voelen.”

Twee dingen:

  1. De meeste Israëliërs en Palestijnen zijn op dit moment psychologisch niet in staat om zich in te leven in de ander (empathie). De geest is zo gevuld met eigen pijn dat er geen ruimte is om zelfs maar de pijn van de ander te erkennen. (zie bijv. Yuval Noah Harari in dit interview)
  2. Des te belangrijker dat de rest van de wereld dat wel doet, harder z’n best doet om ruimte te maken/houden in de eigen ziel voor beider pijn. En dat begint met misschien eerst maar eens geen standpunt in te nemen, maar te luisteren, te luisteren, en nog eens te luisteren.

Transcript van de video (Joris Luyendijk)

Joodse Nederlanders voelen zich niet meer veilig in Nederland. Veel moslims voelen zich al decennia lang achtergesteld in ons land. Zij identificeren zich met de Palestijnen. Al jarenlang naast een reëel volk ook een soort symboolvolk om – wereldwijd – eigen gevoelens van woede, machteloosheid, achteruitzetting, vernedering op te projecteren.

“Ik weet niet of het echt aan het doordringen is in de elite van Nederland, hoe diep dit gaat bij moslim Nederlanders. En ook bij Joodse Nederlanders is het echt existentieel. Die emoties zijn zo heftig en dan komen er dus mensen die er echt niks mee te maken hebben en die vinden het nodig om een standpunt in te nemen. Dan denk ik: Maak het jezelf eens wat moeilijker. Hou eerst eens de menselijkheid van iedereen in het oog. Maar dat is hartstikke zwaar… Mij lukt het niet bij die Hamas terroristen, bijvoorbeeld. Hun menselijkheid, ik zie dat niet meer, maar ik kan me wel de moeder voorstellen: Zo’n moeder: die weet niet dat haar zoon bij de militaire afdeling van hamas zit, want die mag dat niet zeggen. Want dan kan Israel erachter komen. Dus dan gebeurt er zoiets, en als moeder denk je: Zit mijn zoon erbij? En je hoort niks, en dan langzaam wordt duidelijk: Je zoon zat erbij, hij is dood. Dan moet je gaan doen alsof je trots bent, en een moeder heeft dat babytje negen maanden in haar buik gehad, het werd geboren, en net als alle moeders is zij in die eerste maanden bezig geweest met: Hoe gaat het met het babytje, Te koud, warm, krampjes, heeft het honger of dorst. Zo’n moeder droomt er geen moment van dat haar zoon eindigt zoals die zoon nu is geëindigd.

Het is veel makkelijker om te zeggen: Allemaal beesten! Nu weer aan Israëlische kant. Ik had gesprekken toen ik daar woonde met Joodse Israeliers: zo van: Jullie moeten een risico nemen met de Palestijnen, want als je geen vrede sluit, dat gaat knallen. En zeiden ze: Ja risico lopen, makkelijk praten heb jij. Dat doen we al 2000 jaar en het loopt niet goed af. Als ze de kans krijgen, slachten ze ons af in onze bedden. Ik ben er met mijn humanisme altijd tegenin gegaan. En ik ga ook naar de andere kant, naar de Palestijnen. En er zijn mensen die haten, maar er zijn ook anderen. En nu is dit gebeurd. Dit was de diepste angst: afgeslacht worden in je bed, huis voor huis… Fucking hell. [interviewer: Heb jij het idee dat wij hier de de grootsheid van die aanslag begrijpen?] Nee, maar dat komt ook door correspondenten zoals ik. We hebben heel vaak gezegd: “Nou, na deze geweldsescalatie is de kans op vrede kleiner dan ooit…” Maar dit is echt wel iets anders. Bij de slachtpartij van Hamas zijn meer mensen omgekomen dan bij een aantal Israëlische oorlogen met de buurlanden samen. Dit is zoveel groter. En als Israël vergelding uitvoerde, of aanvallen in Gaza, dan gooiden ze een paar huizen plat en dan werd daarop ingezoomd en dan leek dat ook heel groot. Daar heb ik ook in mijn boek over proberen te schrijven: Kijk of er uitgezoomd wordt. Welnu, nu kan je bombarderen en kan je uitzoomen. En dan zie je dat het niet om een paar huizen gaat het gaat om hele stadsdelen. Hele stadsdelen worden plat gegooid met de mensen er nog in. Het is zoveel groter. Wij realiseren ons eigenlijk niet genoeg hoe heftig dat sentiment nu is bij onze Joodse gemeenschap, en onze Islamitische gemeenschap, in Nederland. Dat denk ik echt…

Bij extreem natuurgeweld kan je de noodtoestand uitroepen. Wat we nu hebben is extreem menselijk geweld. En we hebben eigenlijk helemaal geen omgangsvormen. Bij alles denk je: maak ik het probleem hiermee kleiner of groter? Het antwoord op ontmenselijking is nooit nog meer ontmenselijking. Dan trap je in de val die wordt gezet door de onmenselijkers, Ik zou zeggen … Je kan iets even op sociale media gooien, ofzo. Maar kijk eerst eens even hoe dat land echt is. En vraag je af, of de wereld daarmee echt geholpen is, nog los van het feit dat je na een avond YouTube filmpjes kijken niet snapt hoe dit conflict in elkaar zit. Daar heb je jaren voor nodig. Ja, het maakt jou kwaad. Nou ja. Ik maak me echt zorgen, want dit is nog niet klaar. Dit kan heel groot en heel naar worden. En wat daar gebeurt werkt hier echt door.

David Grossman over Israel (augustus-oktober 2023)

Negen maanden lang demonstreerde de Israëlische schrijver David Grossman elke zaterdag tegen de regering Netanyahu. Ontzet, geschokt, kapot, uitgeput reageerde ook hij op de gruwel van 7 oktober. “Ik wou dat ik er niet meer was”…

Drie artikelen die in De STANDAARD verschenen om deze opmerkelijke getuige aan het woord te laten. Zijn stem dient gehoord.

“from the river to the sea…” ?

[column 12 oktober 2023 – NRC Sjoerd de Jong, ingekort}

Gelukkig, Johan Derksen vond het tenminste „niet zo moeilijk”. Hij bedoelde: om een mening te geven over de horror in Israël en Gaza. Nee, want „de Joden hebben er een beetje om gevraagd”, aldus het nationale voetbalorakel op tv. Hij vertolkte hiermee een sentiment dat breder leeft en op sociale media. De jongerenorganisatie van Bij1 die „hoopt” op vrede maar tegelijk de geweldsorgie van Hamas ondersteunt met een uitroepteken voor een “vrij Palestina from the river to the sea”. Als die bevrijding er zo uit moet zien, laat dan maar zitten, beste intersectionele jongens en meisjes aan de zijlijn.

Wat is de grimmige werkelijkheid? Al langer, zeker in activistische kring, heet Israël een ‘racistisch-koloniaal project’. Maar voor welk project staat eigenlijk de ‘zelfverdediging’ van Hamas, een groep die in Gaza de eigen Palestijnse bevolking onder de knoet houdt, militariseert en van Gaza een uitvalsbasis voor terreur heeft gemaakt? Het antwoord moet niet moeilijk zijn, ook niet voor voetbalgeneraals: dat project, aangejaagd door Iran, is de vernietiging van Israël en de vestiging van een islamitische staat waar Joden zijn verdwenen of zich dienen te schikken. Uit het oorspronkelijke – sindsdien aan cosmetische chirurgie onderworpen – handvest van de organisatie spreekt ronduit Jodenhaat, met de reuk van nazipropaganda.1

Wat valt er dan te verwachten? „Meer van hetzelfde” was de sombere conclusie van de Israëlische historicus Benny Morris in een recent YouTube-interview, vóór het huidige geweld. Hij verwachtte een escalerende confrontatie tussen het politiek-religieuze extremisme dat nu in Israël aan de macht is, geobsedeerd door inlijving van heel Eretz Israel, en het jihadisme van Hamas. Die maken we nu mee.

Inmiddels dreigt een catastrofe in Gaza. Eén lichtpuntje: de deconfiture van Netanyahu, de overlever die zich verkocht aan politieke gangsters en nu verantwoordelijk is voor de grootste nationale veiligheidscrisis sinds 1973. De houwdegens met wie hij zich encanailleerde blijken gevaarlijke amateurs, verblind door hun eigen fanatisme.

Amiri over Hamas, Palestina en Israël.

1m 44s. Duitse TV, maandagavond 9 oktober 2023, aan het einde van ‘Tagesthemen’. Over de pogrom* van Hamas in Israel en de feestvierders in Berlijn.

U kunt de Nederlandse vertaling mee volgen via de youtube ondertiteling (caption). Beneden de video het ‘transcript’

De mening van Natalie Amiri

Ik werd vandaag door vrienden gewaarschuwd om me niet met de islamisten in Duitsland te bemoeien.
Toch wel, ik zal spreken. Dit gedrag is onaanvaardbaar. Sinds de Holocaust zijn er in Israël nooit zoveel Joden op één dag vermoord als afgelopen zaterdag, en in Berlijn is er feest, waarbij zoetigheden worden uitgedeeld door Hamas-sympathisanten.
Het mag niet gebeuren in Duitsland, dat mensen denken te kunnen juichen nadat in Israël -alleen al op het vredesfestival – meer dan 250 mensen zijn afgeslacht. De snoepdistributeurs horen bij het solidariteitsnetwerk Samidun, dat bekend staat om zijn antisemitische leuzen, en niet pas sinds gisteren.
In Berlijn kon je dit weekend ‘Lang leve Hamas’ lezen. Swastika’s werden ernaast gespoten. En de Duitse politiek debatteert erover, zoals elke keer, en dan… Niets. Geen overtuigende concepten.
Op Duitse scholen wordt Israel met de passer uit de landkaart gekrast. Vijfdeklassers gebruiken Jood als scheldwoord. De solidariteit met Hamas is wijdverbreid. De identificatie als slachtoffer met Palestina speelt hierbij een rol. Veel mensen zitten al zo lang en zo diep vast in dit slachtofferverhaal dat ze de aanval nu als hun eigen overwinning beschouwen.
Dit is uiterst gevaarlijk. Deze mensen moeten wij oppikken en meenemen (“abgeholt werden” 2). Anders doen de salafistische influencers op internet het wel. Sommigen van hen hebben al een miljoen volgers.
in Berlijn Neukölln vierden enkele tientallen mensen. Het gedachtegoed is echter al lang in de hoofden van duizenden gezaaid. Politici moeten daarom snel met werkende concepten komen. Hopelijk is hen dan niet gezegd ‘dat ze zich toch vooral niet met de islamisten moeten bemoeien.’

Natalie Amiri (journlist, oriëntalist, gemengd Duits-Iraanse origine)


Die Meinung von Natalie Amiri

Ich wurde heute von bekannten gewarnt leg dich nicht mit den Islamisten in Deutschland an.
Oh doch, ich werde etwas sagen. Dieses Verhalten ist inakzeptabel.

Seit dem Holocaust wurden an einem Tag nicht mehr so viele Juden ermordet wie am letzten Samstag in Israel, und in Berlin wird gefeiert, Kuchen verteilt von Sympathisanten der Hamas. Das darf es in Deutschland nicht geben dass hier Menschen denken sie könnten jubeln nachdem allein nur auf dem friedensfestival in Israel mehr als 250 Menschen abgeschlachtet wurden. Die kuchenverteiler gehören zum Solidaritätsnetzwerk Samidun, bekannt für antisemitische Parolen, nicht erst seit dem Wochenende.
In Berlin war am Wochenende zu lesen ‘Lang lebe die Hamas’. Hakenkreuzer sind daneben gesprüht und die deutsche Politik sie debattiert wie jedes Mal und dann, nichts.

Keine überzeugenden Konzepte. an deutschen Schulen wird mit dem Zirkel Israel aus der Landkarte geritzt Fünftklässler benutzen Jude als Schimpfwort. Die Solidarisierung mit der Hamas ist weit verbreitet.

Dabei spielt die opferidentifikation mit Palästina eine Rolle. Viele Menschen stecken so lange und so tief in diesem Opfer-narrativ dass sie den Angriff jetzt als ihren eigenen Sieg wahrnehmen. Das ist hochgefährlich. Diese Menschen müssen abgeholt werden. Ansonsten tun es die salafistischen influencer im Netz.

Die haben bereits teilweise eine Million Follower. In Berlin Neukölln feierten ein paar Dutzende. Das Gedankengut ist schon längst in tausenden Köpfen gesät. Die Politik sollte sich also ganz schnell funktionierende Konzepte überlegen. Hoffentlich hat man ihnen nicht gesagt ‘sie sollen sich bloß nicht mit den Islamisten anlegen’


En nog eentje: 9 oktober: stadion in Teheran. De ‘basijis’ van het regime komen binnen met Palestijnse vlaggen. Een deel van het stadion begint te scanderen: “Steek die vlag in eigen gat”

Pogroms na het einde van de Tweede Wereldoorlog ? [back]

  • 1946: in Kielce in Polen (de laatste pogrom binnen Europa). Hierbij verloren 41 Joden het leven. Het definitieve einde van de hoop van Holocaust-overlevenden hun leven in Polen te kunnen voortzetten (beter: heropbouwen).
  • 1948: Na het uitroepen van de staat Israël in 1948 vonden in de Arabische wereld veel pogroms plaats.
    • In Aden kwamen 80 Joden om het leven (Pogrom van Aden).
    • in Caïro meer dan 70
    • in Marokko 44
    • in Syrië 70
    • in Libië een onbekend aantal.
  • Dit leidde tot een massale golf van vluchtelingen uit de Arabische wereld naar Israël.
  • 1954: laatste pogrom in Marokko in Sidi Kacem (Massacre de Petit-Jean) met twaalf doden.
  • 2023: Israel…

Mgr. Bonny en de ‘systeemfout’

  • Helpdesk ‘Church Operating Systems‘
  • Aan Mgr. Johan Bonny
  • BETREFT: melding systeemfout 26/09/2023 (Terzake)

Geachte heer,

Wij hebben uw melding over ‘een systeemfout’ in de werking van uw organisatie goed ontvangen. Aangezien de melding zich vaker voordoet, mag u het systeem niet meer automatisch terug opstarten, maar moet u dit altijd te doen in ‘safe mode’ of – als de melding zich blijft herhalen, zoals hier het geval lijkt te zijn – in ‘recovery mode’. Dan krijgt u de optie om het besturingssysteem opnieuw te installeren. Volg hierbij volgend stappenplan:

  1. Activeer de functie ‘logboek bijhouden’ . Vink hierbij de optie ‘volledig’ aan. Op grond hiervan kunnen onze experts vaststellen waar het misloopt.
  2. Aangezien het om een ‘systeemfout’ lijkt te gaan, is hoogstwaarschijnlijk het verouderde church operating system de oorzaak van de foutmeldingen.
  3. Installeer dus zo snel mogelijk een ‘nieuw besturingssysteem’ dat wel past bij de missie van uw organisatie. Hiervoor zijn reeds diverse opties op de markt.

Indien u bovenstaande instructies niet opvolgt is de kans groot dat u geconfronteerd wordt met ‘the blue screen of death’, wat het definitieve einde zou betekenen van uw organisatie.

Hopend u hiermee van dienst te zijn geweest, groet ik u

Dick Wursten (helpdesk ‘church operating systems’ vzw)

1 juli 1523 – in de pers

Het Nederlands Dagblad besteedde aandacht aan de 500ste verjaardag van de eerste protestantse ketterverbranding te Brussel. Zie onder.


500 jaar geleden stonden de eerste protestantse martelaren op de brandstapel.

ACHTERGROND

 1 juli 1523: op de Grote Markt in Brussel worden twee protestantse martelaren op de brandstapel gebracht. Zij zijn de eerste van zo’n twee- tot drieduizend in Nederland en België. Maarten Luther schreef er zijn eerste kerklied over.

Wim Houtman vrijdag 30 juni 2023 om 11:45

De Grote Markt in Brussel, waar vijfhonderd jaar geleden de eerste protestantse martelaren werden terechtgesteld. ‘Als katholiek kan ik me er alleen maar voor schamen.’
De Grote Markt in Brussel, waar vijfhonderd jaar geleden de eerste protestantse martelaren werden terechtgesteld. ‘Als katholiek kan ik me er alleen maar voor schamen.’ beeld aflo stock

BRUSSEL

Hendrik Vos en Jan van den Esschen heten ze, twee jonge augustijner monniken uit het stadsklooster in Antwerpen. Vier uur duurt hun terechtstelling: al die tijd krijgen ze nog om zich van hun ketterijen te bekeren; dan zijn ze vrij man.

Ze houden vol en dan komt hun einde. ‘Ik stel me voor dat ze samen aan een paal vastgebonden stonden’, zegt Dick Wursten. ‘Toen het vuur werd aangestoken, begon een van hen met ‘‘Credo in unum Deum’’ – de geloofsbelijdenis spraken ze samen verder uit, in het Latijn, zoals ze dat gewend waren. Daarna zongen ze het Te Deum, op z’n gregoriaans. Verder zouden ze ‘‘Jezus, erbarm U’’ en ‘‘Kyrie eleison’’ hebben geroepen.’

‘We weten eigenlijk vrij veel over die dag’, zegt Wursten, dominee en historicus in Antwerpen. ‘Het was een nieuwsgebeurtenis van de eerste orde. Er waren al snel ooggetuigeverslagen in omloop. ‘Het oudste, in het Duits, is vrij kort. Daarin staat niets over de houding van de martelaren. Uitvoeriger is een brief in het Latijn, gedateerd 10 juli – maar dat weet je nooit helemaal zeker. Daarin wordt verteld dat ze in volle geloofszekerheid en standvastig hun dood tegemoet gingen.

In latere jaren werd dat aangedikt: de gloed van blijdschap op hun gelaat, theologische discussies met kettermeesters, liederen die ze zongen. ‘Maar het is zeker: er was geen paniek’, zegt Wursten. ‘Ze werden bedreigd of men probeerde hen te verleiden, maar ze bleven stellig.

De hele procedure was erop gericht dat je je zou bekeren. Er werd tijd gerekt, iemand stak een lange preek af, ze trokken je priesterkleren uit. En steeds werd je gevraagd of je niet wilde herroepen. Als je maar een begin van twijfel vertoonde, werd de executie afgelast. Maar deze twee hielden vol. Ja, dan was je niet meer te redden.’

Tekst gaat verder onder de afbeelding


Op een houtsnede worden de twee martelaren met een stralenkrans afgebeeld, terwijl ze opkijken naar Jezus in de hemel – een heel katholieke voorstelling. – beeld nd

Lutherlied

Het had twee jaar geduurd. In mei 1521 was Luther veroordeeld en in de kerkelijke ban gedaan. Wursten: ‘Het Edict van Worms bepaalde dat voortaan niet alleen ketterse boeken, maar ook de ketters zelf moeten worden verbrand. In de Nederlanden liep dat niet meteen zo’n vaart. Ketters worden wel opgepakt en mishandeld of verbannen, maar ook stilletjes weer vrijgelaten. Daarna, als de Reformatie meer aanhang krijgt, wordt de vervolging opgevoerd.’

In Antwerpen verspreiden de augustijnen de nieuwe leer van Luther – hun ordebroeder uit Wittenberg. In oktober 1522 worden alle zestien monniken gearresteerd. Die zullen dan hun sympathie voor de ‘lutherye’ allemaal wel herroepen, was de verwachting. Maar deze twee doen dat niet en belanden op de brandstapel.’

Luther hoort ervan; het nieuws grijpt hem aan. ‘Ik had gedacht dat ik de eerste zou zijn die om het heilig evangelie de marteldood zou sterven, maar ik ben dat niet waardig bevonden’, zegt hij, zo vertelt Johannes Kessler, een Zwitserse reformator, die op dat moment bij hem is.

Luther schrijft een ‘brief aan de christenen in de Nederlanden om hen moed in te spreken’. En als de chef van de Inquisitie, Frans van der Hulst, het ‘succesverhaal’ de wereld in helpt dat Vos en Van den Esschen met hun laatste adem toch hun trouw aan de paus hadden beleden, schrijft Luther een lied. Zodat protestanten overal, al zingend, zich kunnen inprenten wat er echt gebeurd is: ‘Ein neues Lied wir heben an’. Hij schreef er – waarschijnlijk – zelf de melodie bij.

te weinig zelfkritiek   

‘Als katholiek kan ik er alleen maar beschaamd over zijn: dat mensen worden gedood vanwege hun ideeën’, zegt Guido Vanheeswijck. Hij is godsdienstfilosoof en sprak eind mei op een symposium in Brussel over de twee martelaren. ‘Ik zie het ook als een compleet gemiste kans. Was er in 1517 maar een paus geweest zoals in de tijd van Franciscus van Assisi – ook een rebel. Dan was de scheuring in de kerk er nooit gekomen. De nieuwe ideeën van de Reformatie hadden moeten leiden tot een open gesprek en wederzijdse correctie, om tot een beter christendom te komen.’

‘Wij kunnen ons vandaag moeilijk voorstellen hoe gevoelig religieuze opvattingen lagen in de zestiende eeuw’, zegt Vanheeswijck. ‘Die hadden met je diepste wezen te maken; als iemand daaraan kwam, werden mensen gauw emotioneel. De kritiek van de eerste protestanten op de Katholieke Kerk was volkomen begrijpelijk – dat vonden veel katholieken óók. Maar de kerkleiding stond te weinig open voor kritiek en had te weinig zelfkritiek. In plaats van te luisteren, verschanste men zich in ideologische loopgraven. En dan gaat de politieke macht zich ermee bemoeien en is er geen houden meer aan.’

Er waren zeker gematigde stemmen – Vanheeswijck noemt Pieter Gillis, de stadsgriffier van Antwerpen in die tijd, die bevriend was met Erasmus en de Engelse humanist Thomas More. ‘Maar uiteindelijk had het Habsburgse rijk van Karel V de macht. En je ziet het vandaag ook, tussen Joden en Palestijnen, of Russen en Oekraïners: als iemand de nuance zoekt en wil praten, wordt die meteen als verrader weggezet. Dan zet je je baan of je leven op het spel. En zie het dan maar eens vol te houden.’

‘Als je kijkt wie er op de brandstapel kwamen, zijn daar veel simpele zielen bij.’

‘Het gewone volk vond de executie vreselijk’, weet Vanheeswijck. Veel Antwerpenaren steunden de augustijnen en hun nieuwe leer. In februari 1522 was de populaire abt Jacob Proost gearresteerd en in september zijn opvolger Hendrik van Zutphen. ‘Toen is een groep vrouwen in opstand gekomen. Dat gebeurde in de Middeleeuwen wel vaker; dan ging het om geldgebrek of honger. Maar dit was nieuw en onverwacht: deze vrouwen hadden religieuze motieven, het ging om hun rechtvaardigheidsgevoel. Ze zijn naar het klooster gegaan, hebben de deur ingeramd en hem bevrijd. Maar hun aanvoerster, Griet Boonams, werd daarna verbannen.’

Hoe ging de kettervervolging na 1 juli 1523 verder? ‘De Inquisitie probeerde ketterverbrandingen zoveel mogelijk te voorkomen’, zegt Wursten. ‘Als het toch gebeurt, zijn het niet de deftige, luthers geïnspireerde denkers – die houden in het openbaar hun mond en ontmoeten elkaar in het geheim. Het zijn vooral doperse radicalen die op de brandstapel belanden.

Bij dopersen was de norm: als je geloof echt is, moet je daar ook openlijk van getuigen, al dreigt er vervolging. Als ze vervolgens worden opgepakt, zijn er velen die toch bang worden en hun geloof afzweren. Terug in de gemeente worden ze niet als helden ontvangen: ze hebben Christus verloochend en de zonde tegen de Heilige Geest begaan, krijgen ze te horen. Er zijn dan zelfs gelovigen die zichzelf bij de beul gaan melden.’

‘Als je kijkt wie er op de brandstapel kwamen, zijn daar veel simpele zielen bij’, zegt Wursten. En hij betreurt dat Luther die voorliefde voor het martelaarschap heeft aangewakkerd. Zowel in zijn lied als in zijn ‘brief aan de Nederlandse christenen’ haalt hij het bijbelse Hooglied aan: er breekt een nieuwe lente aan!  De antichrist is aan het werk, nu moet de wederkomst van Christus wel nabij zijn, dus ‘laten we ons met vreugde in de Heer laten doden’, schrijft hij.

Wursten: ‘Luther had ook kunnen zeggen: ‘Ik snap het wel wanneer je onder druk bezwijkt; God weet wat er in jouw hart leeft. Beter een levende hond dan een dode leeuw, zegt de Prediker.’ Dat had mensenlevens gespaard en veel mensen een slecht geweten bespaard. Want het was in de Nederlanden een tijdlang levensgevaarlijk als je sympathie voor de Reformatie liet blijken. Dus veel mensen hielden zich stil, maar voelden zich daar wel schuldig over.’

‘En nu horen Nederland en Vlaanderen bij de meest geseculariseerde gebieden van Europa.’

Die verwachting van een spoedige wederkomst gaf Luther later op. Wursten: ‘Rond 1530 gaat de Reformatie zich settelen. Het blijkt dat de keus bij de lagere overheden ligt: de keurvorst bepaalt welk geloof er in zijn gebied gekozen wordt. De Lutherse Kerk wordt in die vorstendommen de staatskerk. En Luther ontwikkelt zich van apocalyptisch profeet tot patriarch: de kerkvader van de Duitse Reformatie.

In de Nederlanden is de realiteit anders en daar sluit het calvinisme bij aan, beter dan het lutheranisme. ‘Het calvinisme kent dat hele systeem van kerkenraden, synodes, beroepingsprocedures. Dat past ook bij een ondergrondse kerk. Later, als de vervolging afneemt, komt die bovengronds en dan wordt Antwerpen een calvinistische republiek (1579-1585, red.).’

En wat deed 1 juli 1523 met de Rooms-Katholieke Kerk? ‘Op korte termijn heeft het de tegenstellingen met de Reformatie alleen maar aangewakkerd’, zegt Guido Vanheeswijck. ‘Maar op langere termijn is de Katholieke Kerk door de Reformatie beïnvloed. Ze ging net als de reformatoren veel nadruk leggen op het innerlijk, persoonlijk geloof. Maar dat moest dan wel blijken in het uiterlijke gedrag. Zo kwamen er allerlei regels en ge- en verboden centraal te staan: hoe vaak je naar de kerk moest, hoe vaak biechten, hoe vaak ter communie enzovoort. En het paradoxale is dat een streven om het geloof te verdiepen en te zuiveren, juist leidde tot nadruk op uiterlijkheden, tot vervlakking van het geloof. En dat geloof hield het niet vol, zodat de Nederlanden nu tot de meest geseculariseerde landen van Europa behoren.’

De Paasmorgen voorafgebeeld in het Hooglied

Cyrillus over het Hooglied en Maria Magdalena

Cyrillus van Alexandrië (d. 444)

Toen ik de Paaspreek aan het voorbereiden was over Maria Magdalena die ‘s morgens vroeg ronddoolt in de hof op zoek naar de Heer, moest ik denken aan de scène in het Hooglied, waar de bruid (het meisje) ‘s nachts op zoek is naar haar geliefde, door de stad dwaalt en hem niet vindt. Dan wordt ze door de wachters aangesproken, en – plots – vindt ze hem, grijpt hem vast en wil hem niet meer loslaten… Cyrillus van Alexandrië zag 1600 jaar geleden dezelfde verbanden als ik. De tekst in kwestie is Hooglied 3: 1-4 (vertaling zie onder). Het verhaal van Maria in de hof vindt u in Johannes 20: 1, 11b-18 (met de beroemde Noli me tangere scène, oneindig vaak afgebeeld). Zou de evangelist de tekst van Hooglied gebruikt hebben als matrix om zijn vertelling over Maria vorm te geven?

Hooglied 3: 1-4 (vertaald naar Septuaginta)

1. ’s Nachts in mijn bed (rustplaats) zocht ik mijn zielsbeminde.
Ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
2. “Ik zal opstaan, rondgaan in de stad, in de straten, op de pleinen, en mijn zielsbeminde zoeken.”
Ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
3. De wachters vonden mij op hun ronde door de stad.
“Hebben jullie mijn zielsbeminde gezien?”
4. Nog maar nauwelijks was ik hun voorbij gegaan, daar vond ik mijn zielsbeminde. Ik greep hem vast en zal hem niet meer loslaten tot ik hem gebracht heb in het huis van mijn moeder, in de kamer van haar die mij baarde.

Commentaar van Cyrillus op Hooglied 3, vers 1: Op mijn bed, ‘s nachts zocht ik mijn geliefde

Patrologia Graeca, vol. 69, kolom 1285 – werken van Cyrillus van Alexandrië – fragmenten uit een toelichting op het Hooglied. Ook opgenomen in PG 87/2, kolom 1620 (catena op het Hooglied van Procopus van Gaza = bloemlezing samengesteld dor Procopus)

Nederlandse vertaling

De Griekse tekst heb ik vertaald. De citaten uit Hooglied 3 zijn onderlijnd. Ik heb ook de impliciete Schriftcitaten geëxpliciteerd. NB: Zowel in het Latijn als Grieks zijn de gebruikte woorden voor ‘bed’ en ‘graf’ breder/meerduidiger.
Koitè (cubicule of lectum) = rustplaats (kan het bed zijn, maar ook de ruimte).
Mnèma (monumentum – woordstam is identiek: gedenken) = gedenkteken, tombe.

Luisteren we even naar Cyrillus:

… Het gaat hier over de vrouwen die zeer vroeg op de Sabbath naar de tombe van Jezus zijn gegaan, en hem niet hebben gevonden. – ‘Op de rustplaats of ‘vanuit de rustplaats’: ‘haar rustplaats‘, zo noemt ze de graftombe van de Heer waarin wij met hem begraven zijn (Rom 6,4). Maar zij vond hem niet maar hoorde daarentegen: “Hij is hier niet, want hij is opgestaan.” (Lk 24,6).  En de wachters-engelen vonden haar, aan wie zij vroeg: “Waar hebben jullie de Heer gelegd?” (Joh 20,15). En terwijl zij de ondervraagden voorbijging, verscheen de Heer zeggend: “Gegroet” (Mt 28,9). Daarom zegt ze: ‘Nauwelijks was ik hen voorbijgegaan en ik vond hem, en ik liet hem niet meer los‘ (=Hgl 3:3,4). Want zij greep zijn voeten vast, en zij hoorde: “Houd mij niet vast”. (Joh 20,17 – nvdr: voeten = conflatie met Joh 12,3). Het ‘huis van de moeder‘ (=Hgl 3,4), zo noemt hij de samenkomst (synagoge in het Grieks) van de apostelen, waarheen hij haar zond om de blijde boodschap te brengen van Christus’ opstanding. (Joh 20,18)

Dick Wursten, Pasen 2023