Paasoratorium (Johannes 20) – Willem Ceuleers, opus 1000

Libretto

Openingskoor

            Halleluja.
            Dit is de dag, die de Heer gemaakt heeft:
            laten wij juichen en ons daarover verheugen!
            Halleluja.

Lezing (Johannes 20) – afgewisseld met verzen uit O filii et filiae           

O filii et filiae (Jean Tisserand, d. 1494)
vertaling: J.W. Schulte Nordholt (1920-1995)

Op de eerste dag van de week kwam Maria Magdalena ‘s morgens vroeg, terwijl het nog donker was, naar het graf en zag dat de steen van het graf weggerold was. Ze snelde daarom vlug naar Simon Petrus heen en naar de andere leerling, die Jezus beminde, en zei hun: men heeft de Heer uit het graf weggenomen en wij weten niet, waar men Hem heeft neergelegd. Toen gingen Petrus en de andere leerling op weg en begaven zich naar het graf. Ze waren samen vertrokken, maar de andere leerling liep sneller dan Petrus en kwam het eerst bij het graf.

De drie Maria’s daalden af
vroeg in de schemer naar het graf,
met zalf, waar elk haar liefde in gaf. Halleluja.

Door Magdalena’s angstig woord
zijn twee discipelen aangespoord
en haastten ademloos zich voort. Halleluja.

Johannes is over het veld
sneller dan Petrus voortgesneld,
om zelf te zien wat werd vermeld. Halleluja.

Hij bukte zich voorover en zag het lijnwaad liggen; maar hij ging niet naar binnen. Toen kwam ook Simon Petrus achter hem aan, ging het graf binnen en zag het lijnwaad liggen, met de zweetdoek, die zijn hoofd bedekt had; deze lag niet bij het lijnwaad, maar afzonderlijk opgerold op een andere plaats. Toen ging ook de andere leerling binnen, die het eerst bij het graf aangekomen was; en hij zag en geloofde. Want zij begrepen de Schrift nog niet, dat Hij uit de doden moest opstaan. Toen keerden de leerlingen naar huis terug.

Maar Maria bleef buiten bij het graf staan wenen. Terwijl zij weende, bukte zij zich voorover in het graf en zag er twee engelen zitten in witte gewaden, één aan het hoofd- en één aan het voeteneinde, waar het lichaam van Jezus gelegen had. Ze zeiden haar: Vrouw, waarom weent ge? Ze zei hun: Omdat men mijn Heer heeft weggenomen en ik niet weet, waar men Hem heeft neergelegd. Toen ze dit gezegd had, keerde ze zich om en zag Jezus staan; maar ze wist niet, dat het Jezus was. Jezus sprak tot haar: Vrouw, waarom weent ge? Wie zoekt ge? Menend, dat het de tuinman was, zei ze Hem: Heer, als gij Hem hebt weggehaald, zeg me, waar ge Hem hebt neergelegd, dan zal ik Hem wegdragen. Jezus zei haar: Maria! Ze keerde zich naar Hem toe en zei in het Hebreeuws: Rabboeni! – dat wil zeggen: Meester!

Jezus sprak tot haar: Houd Mij niet vast; want Ik ben nog niet naar de Vader opgestegen. Maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn en uw Vader, naar mijn en uw God. Maria Magdalena ging aan de leerlingen zeggen: Ik heb de Heer gezien! en wat Hij tot haar gezegd had.

De vrouwen, naar het graf gegaan,
zegde een witte engel aan,
dat nu de Heer was opgestaan. Halleluja.

In de avond van diezelfde dag, de eerste dag van de week, toen de deuren van het huis, waar de leerlingen zich bevonden, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus binnen, plaatste zich in hun midden en sprak tot hen: Vrede zij u!

Aan de discipelen bijeen
was ‘t Christus zelve die verscheen
en vrede wenste als voorheen. Halleluja.

En na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijde. De leerlingen verheugden zich bij het zien van de Heer. En opnieuw zei Hij hun: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u. En na dit gezegd te hebben, blies Hij over hen en sprak: Ontvangt de Heilige Geest. Van wie gij de zonden vergeeft, hun zijn ze vergeven; van wie gij de zonden niet vergeeft, hun zijn ze niet vergeven. Maar Thomas, één van de twaalf, ook Didymus genaamd, was niet bij hen, toen Jezus kwam. De andere leerlingen zeiden hem dus: Wij hebben de Heer gezien.  Maar hij zei hun: Zolang ik in zijn handen de wonden van de nagels niet zie en mijn vinger niet op de plaats van de nagels leg, en mijn hand niet in zijn zijde steek, geloof ik het niet.

‘t Bericht werd Thomas ook gedaan.
Hij hoorde het vol twijfel aan
dat Jezus zou zijn opgestaan. Halleluja.

Acht dagen later waren zijn leerlingen daarbinnen weer bijeen en ook Thomas was er bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, plaatste Zich in hun midden en zei: Vrede zij u! Daarna sprak Hij tot Thomas: Leg uw vinger hier en bezie mijn handen; steek uw hand uit en leg ze in mijn zijde; en wees niet ongelovig, maar gelovig! Thomas gaf Hem ten antwoord: Mijn Heer en mijn God!

Zie, Thomas, mijn doorboorde zij,
mijn handen, voeten allebei,
en twijfel niet, geloof in Mij’. Halleluja.

De wond van spijker en van speer
zag hij en twijfelde niet meer,
maar stamelde: mijn God en Heer. Halleluja.

Jezus sprak tot hem: Gelooft ge, omdat ge Mij gezien hebt? Zalig zij, die niet zien en toch geloven!

Zalig wie niet getwijfeld heeft,
niet ziet en toch zich overgeeft,
zijn deel is dat hij eeuwig leeft. Halleluja.

Nog veel andere tekenen heeft Jezus in tegenwoordigheid van de leerlingen gesteld, die niet in dit boek opgetekend werden. Maar deze werden opgetekend, opdat ge geloven moogt, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God en opdat ge, door te geloven, het leven moogt hebben in zijn naam.

Wij vieren ‘t feest van Pasen weer,
en brengen alle lof en eer
aan onze opgestane Heer. Halleluja.

Voor alles wat Hij heeft gedaan
roepen wij God ootmoedig aan,
nu onze Heer is opgestaan. Halleluja.

Slotkoor

God zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus.
Victoria!

Understanding Bach’s Saint Matthew’s Passion: three clues

Three classic typologies one has to know, to understand the opening Chorus of the SMP, and the role of the dramatis personae in the Passion. All three are neatly presented to the attentive listener in the Opening Chorus. They refer to Christ and suggest an interpretation of the events that will be told in the ‘Passion’:
The Lamb
the Groom (+ Bride[smaids], the daughters of Sion)
Isaac, Abraham’s son.

Come, ye daughters, help me lament,
Behold! Whom? The Bridegroom.
Behold him! How? Like a lamb.
O lamb of God, innocent
slaughtered on the stem of the cross,
Behold! What? Behold his patience.
always found patient,
although you were despised.
Behold! Where? Behold our guilt.
you have borne all sin,
otherwise we would have to despair.
Behold Him, out of love and graciousness,
Himself carrying the wood of the cross.
Have mercy on us, o Jesus!
Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen,
Sehet – Wen? – den Bräutigam,
Seht ihn – Wie? – als wie ein Lamm!
O Lamm Gottes, unschuldig
Am Stamm des Kreuzes geschlachtet,
Sehet, – Was? – seht die Geduld,
Allzeit erfunden geduldig,
Wiewohl du warest verachtet.
Seht – Wohin? – auf unsre Schuld;
All Sünd hast du getragen,
Sonst müßten wir verzagen.
Sehet ihn aus Lieb und Huld
Holz zum Kreuze [selber] tragen!
Erbarm dich unser, o Jesu!
  1. the Paschal Lamb, sacrificial animal, slaughtered at Pesach. Its blood rescued the Israelites from the Angel of Death, ushering in the Exodus. In Christian theology this imagery is incorporated in Christ when he is called the Agnus Dei qui tollis peccata mundi (German choral: O Lamm Gottes unschuldig).
  2. Jesus as the Bridegroom, whose fate is bemoaned by the women along the road (Gospel of Matthew). These women are addressed by Jesus as the Daughters of Sion/Jerusalem. They are invited to help telling the story of Jesus’ passion correctly. It’s a reference to the friends of the girl/Bride, the bridesmaids from the Song of Songs, The allegorical reading of this Bible Book was quintessential to the Spirituality of the (Lutheran) Church. There is also a reference to the parables of the bridesmaids waiting for the Groom to arrive. The Bride has a twofold reference:
    A. Community of Believers (collectivum), the Church;
    B. The Soul of the believer (individual)
  3. Isaac, Abraham’s son, carrying the ‘wood’ for his own sacrifice (typos of Christ carrying his cross), also quoted for his willingness to comply with his F(f)ather’s command, to be sacrificed.

Guy Ropartz Ps. 136 (137) – Assis sur les berges du fleuve… (1897), voor koor, orkest en orgel

THEMA: Voor alles is er een tijd… , ook voor vergelding?

Zondag 12 maart 10u
– Protestantse kerk aan de Lange Winkelstraat 5, te Antwerpen.
Koor en Orkest van de Brabantse Olijfberg (KOBO), o.l.v. Willem Ceuleers, die ook de partituur aanpaste zodat het werk uitvoerbaar werd.
– Toelichting en bezinning door Dick Wursten.

Als in geen andere psalm worden in Psalm 137 gevoelens van vervreemding èn woede verwoord. By the rivers of Babylon, there we sat down, and there we wept, when we remembered Sion… De Israëlieten zijn gedeporteerd, en er is geen uitzicht op terugkeer. Ze hebben de lier aan de wilgen gehangen. Zing een lied voor ons, brullen de Babylonische beulen hen toe, Een lied van Sion ! Zie ze staan grijnzen. Wraakroepend is het! De toon van de Psalm verandert. De klacht wordt een schreeuw tot God, om vergelding. En de taal is kras, zo rauw als de rouw (om verloren verleden, mensen en dingen)

Tijdens de viering zal dr. Dick Wursten op dit onderwerp nader ingaan. Is er in het christendom plaats voor dit soort gevoelens? En wat dan met ‘hebt uw vijanden lief’ en ‘de andere wang toekeren’ en zo…? [bezinningstekst kunt u hier nalezen]

De toonzetting van Ropartz confronteert de luisteraar èn uitvoerend musicus met deze vraag. Je kunt er niet omheen!A mort! laat Ropartz zingen, want zij hebben het ons ook aangedaan! Seigneur, Seigneur, hebt u het niet gezien, doe er wat aan! De toonzetting brengt dit alles tot leven in een symfonisch muziekstuk voor koor, orkest en orgel, met een kloppende hartslag als ritme… meteen in de eerste noten van de bassstrijkers gezet, vol harmonische en ritmische verrassingen. Een gevoelsdrama in muziek.

tekst en vertaling: zie hier

Guy Ropartz (1864-1955)

(Joseph-)Guy Ropartz (1894-1955) was een Franse componist, geboortig van Bretagne. Zowel dichterlijk als muzikaal begaafd. Hij heeft na z’n studies in Parijs (o.a. bij César Franck! – u hoort het in dit muziekstuk) z’n actieve beroepsleven doorgebracht aan de andere kant van Frankrijk. Hij was directeur van het conservatorium in Nancy , en heeft deze stad echt op de muzikale kaart gezet. Na Wereldoorlog I wordt hij directeur van het conservatorium van Straatsburg. Eens met pensioen (1929), keert hij echter terug naar z’n geboortestreek, waar hij in 1955 overlijdt. Hieronder ziet u hem aan het werk in zijn bureau te Nancy in 1912. De man met pijp herkent u: zijn goede vriend: de violist Eugène Ysaÿe.

Een pre-apocalyptisch levensgevoel?

In 1904 werd de Psalm die wij zondag 12 maart in de Brabantse Olijfbergkerk zullen horen uitgevoerd als voorprogramma van een bijbels oratorium van Saint-Saëns: Le déluge… de zondvloed. De Psalmzetting deelt met Saint-Saëns het gebruik van de orgelsound als zuil, maar dit geheel terzijde.

Ach, die predikanten … !

Willem Barnard aan het woord…

Wanneer het gaat over de ‘bediening des Woords’ denkt men meestal aan de ‘preek ‘, de toespraak van een predikant. En ach, die predikanten! Ze zijn ook maar bloedjes van mensenkinderen, zelden loopt er een chrysostomus, een ‘guldenmond’ tussen! Maar waarom zouden wij uitsluitend of zelfs in de eerste plaats denken aan préken als het om die ‘bediening’ gaat?

Voordracht van de Schriften, dat is primair; en uitleg erbij, bescheiden terzijde, verbindende tekst, vingerafdrukken in de marge, dat is de ambachtelijke opdracht van de theoloog!

Maar àls die Schriften dan eens zo naar voren zouden komen, dan zou meteen blijken hoe onontbeerlijk in de gemeente het dichterschap is. Want poëzie is het grootste deel van de bijbel en waar het niet formeel herkenbaar als poëzie afgedrukt staat, is nog de manier van zeggen, ja de manier van denken beeldend, zodanig als in onze cultuur alleen nog bij dichters gevonden wordt. En daarom is geen enkele theorie over ambten of diensten voor mij overtuigend, die niet volmondig spreekt over de dienst van de dichter, het ambt van de voordracht, de musische taak van cantor en lector, vertaler en vertolker ! […] En dikwijls is het ook een zaak van gezamenlijk ter hand (ter keel!) genomen vertolking bij monde van een lied. Het gaat van oudsher in de kerk zingend toe. Het gaat sinds de hervorming in een groot deel van de kerk toe met zang van allen, in koraal, in samenzang. Maar tot nu toe was vaak dat gezang een uiting van vroomheid veeleer dan een inning van geloof. En wij zingen niet in de eerste plaats omdat we pneuma te véél hebben, Geest in volheid, maar omdat we adem te kort komen en al zingende met volle teugen ons het geloof te binnen brengen, herinneren! – Daarom spreek ik met nadruk in dit verband ook over de dienst van het lied, want dat is een mogelijkheid om samen, eenstemmig of in beurtzang, de Schrift te openen, het Woord te bedienen, deel te nemen aan die hoogheilige taak waar meestal in het enkelvoud over gesproken wordt, de taak van verbi divini Minister. Ik kan dáár niet over spreken zonder meteen te spreken over de dienst van het lied. Het lied is een vorm van ‘bediening des Woords’. Als het dat niet is, hoeft het voor mij niet in de kerk. […] Het is niet omdat ik zelf één van het taalambacht ben, dat ik dit zeg. Maar ik merk het telkens weer: mijn geloofsvorm is (wat Frits Mehrtens noemde): zingend geloven.

bron: Willem Barnard, ‘De dienst van het lied’ in Op een zuil zitten. Essays (Haarlem: 1973), blz. 138-40.

Zonder Luther geen Bach (concert-lezing)

De ontwikkeling van de kerkmuziek van Luther tot Bach aan de hand van bekende Lutherse koralen.

13 mei (20u) – try out – Antwerpen – Brabantse Olijfberg (vrije bijdrage)
20 mei (20u) Herentals (sint-Waldetrudiskerk) €15/€12vvk
http://www.heiligehuisjes.be/evenement.php?id=ZonderLutherGeenBach

Dick Wursten vertelt het verhaal van de ontwikkeling van de kerkmuziek in de 16de en 17de eeuw. Organist Willem Ceuleers illustreert dit verhaal op het Walcker-orgel van de Brabantse Olijfbergkerk te Antwerpen aan de hand van een aantal koralen die zowel qua tekst als muziek sprekend zijn.

PROGRAMMA

1.   LUTHER EERSTE GEESTELIJKE LIED: Nun freut euch lieben Christen g’mein
(ballade; zingende evangelieverkondiging)
– Matthias Weckman (1616-1674)
– Johann Sebastian Bach: BWV 734

2.   BEWERKING VAN LATIJNSE HYMNE: Veni Creator Spiritus / Komm, Gott, Schöpfer, Heiliger Geist
– Hans Buchner (1483-1538)
– Johann Sebastian Bach (1685-1750) BWV 667 (Leipziger Choräle)

3.   STROPHISCHE BERIJMING VAN EEN PSALM: Ach Gott vom Himmel sieh darein
– Johann Pachelbel (1653-1706)
– Helmut Walcha (1907-1991): (uit ’25 Choralvorspiele’, 1954)

4.   LIED VOOR DE KINDEREN BIJ KERST (Ballade): Vom Himmel hoch da komm ich her
– Heinrich Scheidemann (1595-1663)
– Johann Sebastian Bach, BWV 606 (Orgelbüchlein)

5.   CATECHISMUSLIED: Dies sind die Heiligen zehn Gebot
– Johann Sebastian Bach: BWV 678 (Clavierübung III, grote orgelmis)
– Marcel Dupré (1886-1971): opus 28 nr. 20 (1932)

6.   NA LUTHER:
Wachet auf, ruft uns die Stimme tekst en melodie: Philipp Nicolai (1566-1608)
– Johann Sebastian Bach BWV 645 (Schübler Choräle)
Schmücke dich, o liebe Seele – Johann Franck (1618-1677) melodie: Johann Crüger (1598-1662)
– Johannes Brahms (1833-1897), opus 122 nr. 5 (1896) in Antwerpen
– Johann Sebastian Bach BWV 654 (Leipziger Choräle) in Herentals
Nun danket alle Gott – Martin Rinckart (1586-1649) melodie: Johann Crüger (1598-1662)
– Sigfrid Karg-Elert (1877-1933) uit ‘Choral-Improvisationen’, 1909 opus 65 nr. 59

Met een ingebeelde hemel naar de hel gaan…

Over Tine Van der Straeten’s toverstok en waarom emissie-trading op aflaathandel lijkt.

Minister Van der Straeten laat zich geregeld ontvallen dat het vervangen van de kerncentrales door gascentrales de Belgische CO2-uitstoot niet zal verhogen. Natuurlijk weet mw. Van der Straeten dat dit feitelijk niet juist is. De nieuwe gascentrales zullen ongeveer 2megaton (2 miljard kg CO2) per jaar uitstoten, terwijl de huidige kerncentrales 0 gram CO2 uitstoten (berekening www.energyville.be). Hoe kan mw. Van der Straeten dan zeggen dat de vervangingsoperatie klimaatneutraal is, een nuloperatie? Die som klopt duidelijk niet.

Het antwoord is: Mw. Van der Straeten heeft een toverstaf en wanneer zij als een volleerde Hermelien Griffel zegt: carbonator transformandens gebeurt er een wonder: Het reële getal (2 miljard kg CO2) wordt via de ETS-calculator (Emissions Trading System) veranderd in een virtueel cijfer, en komt op de Europese markt van emissierechten terecht. Daar kunnen reëel geproduceerde megatonnen CO2 uitgeruild worden tegen een vermindering aan reële uitstoot elders in Europa. En zo wordt het een nuloperatie. De som klopt, binnen het ETS is alles in orde. De boekhouder – in dienst van de EU – zal het bevestigen. Je moet er wel voor betalen, maar soit, België is een rijk land.

Ik wil nu niet ingaan op het feit dat we straks dus wel degelijk – in de reële wereld – 2 megaton CO2 per jaar meer in de atmosfeer pompen dan nu (en elke kilogram CO2 telt, want blijft jaren hangen in de atmosfeer), en ook niet dat we qua energievoorziening op deze manier onze onafhankelijkheid kwijtspelen (geen onbelangrijk gegeven gezien de macht van de energiereuzen), noch dat een nuloperatie binnen ETS niet echt een glansprestatie is als we naar de te halen klimaatdoelen kijken, dat hebben anderen al genoegzaam gedaan.

Nee, ik wil het eens over die handel in emissierechten hebben. Die doet me denken aan de handel in aflaten, die aan het eind van de Middeleeuwen het probleem van de menselijk zonde moest oplossen. Mensen zijn geen onschuldige wezens. Ze doen, al levend, wel eens iets fout, en daarbij schaden ze andere mensen, en zichzelf. Dat is een feit. Net als carbon-emissie een schadelijk feit is. In de rooms-katholieke kerk had men een oplossing bedacht om het probleem van de zondigende mens beheersbaar te maken. Men kon z’n zonden afkopen. De kerk ontwikkelde een wetgevend kader, richtte een hele ambtenarij in voor de uitvoering, en vanaf pakweg midden 15de eeuw stond het systeem op punt. Het kwaad was beheersbaar. Het was omgezet in transacties. Deden mensen iets fout, dan werd hun zonde via een ingewikkelde berekening omgezet in boetedoening, die dan weer afkoopbaar was door een bedrag in de algemene pot van de kerk te storten. Peccatum transformandens sprak dan de priester – krachtens het ‘transmissierecht’ dat hem volgens stilzwijgende afspraak verleend was. Hij maakte een kruisteken en de zondaar ging van z’n schuld verlost naar huis. De som klopte. Hij had betaald, zijn zonde bestond niet meer. Met de ‘aflaatbrief’ in z’n hand ging hij met een gerust geweten het laatste oordeel tegemoet.

Heel veel christenen hadden zo hun gedachten bij dit systeem, maar de bazen geloofden er heilig in. Dus wat zou je als eenvoudige gelovige daartegenin brengen? En – het moet gezegd – het suste je knagende geweten wel. Ongeveer 500 jaar geleden kwam één van de kerkelijke professionals, Martin Luther, na studie van alle beschikbare bronnen tot de conclusie dat het systeem niet deugde. Hij schreef een pamflet, stuurde brandbrieven naar de bisschop en de paus, en timmerde onderwijl zo hard aan de weg dat het systeem begon te kraken. Het stortte overigens pas in toen de burgerlijke overheid z’n verantwoordelijkheid opnam.

Luthers hoofdbezwaar was dat het systeem van ‘aflaten’ niet alleen in se pervers was, maar ook nefaste consequenties had in re. De mens ging door dit systeem namelijk niet minder, maar juist meer zondigen. Het kwaad dat je aanrichtte woog minder zwaar, want je kon het afkopen. Financiële transacties zijn altijd funest in geestelijke zaken, vond Luther. Het menselijk handelen verliest daardoor aan moreel gewicht.
Komt nog bij dat dit hele afkoopsysteem je een rad voor de ogen draaide. Je denkt dat je ervan af bent, van de kwade effecten van je kwalijke daden, maar dat is niet zo. Je geweten is gerust, maar in werkelijkheid tiert het kwaad nog welig. Met fatale gevolgen dus. Of, zoals hij dat dan verwoordde binnen het wereldbeeld van de 16de eeuw: je gaat met een ingebeelde hemel naar de hel, terwijl onderwijl de wereld om je heen naar de verdoemenis gaat.

24 januari 2022, Dick Wursten

Jubileumaflaat uit de tijd van Luther

Oh ja: nog een paar feiten (www.energyville.be = kennisdatabank, waar scenario’s worden doorgerekend, op basis van wetenschappelijke research )

Nucleaire verlenging verlaagt nood aan investeringen in gascentrales en heeft een verwaarloosbare impact op investeringen in hernieuwbare energie

Nucleaire verlenging verlaagt de jaarlijkse kost van het elektriciteitssysteem met 106 à 134 M€. Effect op de groothandelsprijs is 1 €/MWh.

Hoeveel is 2 megaton CO2 eigenlijk? De totale CO2 uitstoot voor België is. ca. 75 megaton 2 megaton meer per jaar doet eigenlijk de totale besparing op de uitstoot van CO2 van de afgelopen 10 jaar teniet.

Hermann Prey: ich steh an deiner Krippe…

Ik kniel aan uwe kribbe neer…

Het lied van Paul Gerhardt wordt gezongen door Hermann Prey (bariton). Vooraf leest Will Quadflieg voor uit Lukas 2. De opname/release dateert uit 1966. En de LP heeft een verhaal

[lees verder onder de video]

De kerstplaat werd opgenomen in de zomer van 1966 – het zou Fritz Wunderlich’s (tenor) laatste studio-album worden. In september 1966 kwam hij om het leven door een ongeluk (val van de trap). Hij was pas 36 jaar. In november 1966, twee maanden na zijn dood, werd de plaat uitgebracht. Het bevatte een rouwrand en een in memoriam van Hermann Prey, goede vriend en collega. Zijn tekst kunt u hieronder lezen (uitvergroting van de keerzijde van de LP-hoes).

Laat God zelf aan de kar trekken..

Een origineel lied voor Hervormingsdag (van Zwingli)

Het origineel van Zwingli’s Lied Heer stuur zelf het schip der kerk (gezang 306) is veel interessanter dan de vertaling doet vermoeden.

Herr, nun heb den Wagen selb.
Schelb wird sunst all unser Fart,
Das brächt Lust der Widerpart,
Die dich verachten so freventlich.

Gott erhöh den Namen din
In der Straf der bösen Böck!
Dine Schaf wieder erweck,
Die dich lieb habend so inniglich.

Hilf, daß alle Bitterkeit
Scheide fern, und alte Treu
Wiederkehr und werde neu,
Daß wir ewiges lob singend dir!

Het beeld dat Zwingli kiest voor de ‘kerk’ is : een kar, een boerenwagen… helaas verdwenen in de vertaling in het Liedboek (‘Heer stuur zelf het schip der kerk‘ –  in navolging van de Franse versie: notre barque est en danger.) Het is trouwens ook een knap gedicht/lied, rederijkersrijk aan binnen- en buitenrijm. Val niet over het lastige ritme van de laatste regel. Als je de melodie correct zingt, loopt ze vanzelf. Eigenlijk bidt/zingt Zwingli hier :

Heer trek gij zelf de kar van uw kerk,
want als wij het doen, schiet het niet op
en dan is het gauw gedaan met ‘Gods volk onderweg’.
en ligt de kar beneden in het ravijn...

De gedachtengang spreekt mij veel meer aan dan het klassieke beeld van het ‘bootje in de storm, het schip der kerk’. Trouwens: Het is ook gewoon waar wat Zwingli hier zegt ! God moet de kar trekken… Wij zijn – hoe hoog geplaatst en invloedrijk – nooit meer dan zijn ‘hulpjes’.

Bach & Bijbel

Lezing over Bachs bijbel

Spreker:  Dick Wursten, historicus en theoloog

Wat geloofde Bach zelf eigenlijk? Was hij een ‘vijfde evangelist’ zoals men vroeger wel eens schreef, of was hij gewoon een ambachtsman in dienst van de kerk? Niemand die het weet, want Bach heeft zich over die zaken nooit uitgesproken.

Of toch? In de vorige eeuw werd geheel bij toeval een 17de eeuwse Bijbel met aantekeningen gevonden in Amerika, die aan Bach bleek te hebben toebehoord. Sterker nog: hij heeft passages onderstreept, en af en toe in de kantlijn opmerkingen geplaatst. Niet voor publicatie, maar voor zichzelf.


Pas sinds kort beginnen onderzoekers te beseffen welk een schat aan informatie hierin verborgen zit. De kriebels in de kantlijn, de enkele uitgebreide aantekeningen en de vele onderstrepingen geven ons een inkijkje in Bachs hart.

Dick Wursten neemt ons bij de hand en laat aan de hand van deze bijzondere bijbel zien wat Bach nu echt dacht over de rol van muziek in de eredienst, over het geloof en het christelijk leven.

De Bachliefhebber en boekenuitgever Dingeman Van Wijnen heeft enkele jaren geleden
een facsimile-editie van de ‘Bach-bijbel’ laten maken. Tijdens de lezing zal er een inkijkexemplaar aanwezig zijn.

https://bachindestad.be/evenementen/bach-bijbel/