Hoog op de grafheuvel staan in het licht
als vaandels in de ochtend opgericht,
als menhirs op een oeroud dodenveld
in ringen van bezwering opgesteld,
als mensen uit het land van Henry Moore,
als grote godenbeelden van ivoor,
als tekens van een onvertaalde taal
de stille torens van de kathedraal.
Een oud geboomte dat geworteld is
in ondoorgrondelijke duisternis,
stug van gestalte, door de wind verweerd,
de zon getekend, diep geprofileerd,
weerbarstig staande in de trage tijd,
reikhalzend naar de zon der zaligheid.
J.W. Schulte Nordholt
