Erbarme dich

Erbarme Dich – Klara Festival (vasten 2016)

Als ik de term ‘erbarmen’ hoor dan schieten mij heel veel dingen tegelijk te binnen, maar ik herinner me toch vooral een moment – jaren geleden was het – dat ik naar de radio luisterde en middenin een muziekstuk viel, waarin een viertal strijkers met donkere tonen preludeerden op iets, … ik wist niet wat, maar was meteen gepakt door de sfeer, er zat een intensiteit in, er werd spanning opgebouwd, en het was duidelijk: het ging ergens naar toe. De prelude werd afgerond en in lange noten leek er een koraal te beginnen, maar voordat de melodie zich kon ontvouwen, begon een een bas erdoorheen te zingen, Erbarm dich, erbarm dich…. Hij bleef het maar herhalen, steeds intenser… tot de spanning zich ontlaadde en de hele zin eruitkwam: Erbarm dich mein, o Herre Gott, nach deiner grossen Barmherzigkeit…

Het was een geestelijke concert van Heinrich Schütz (SWV 477), een Duitse berijming van de bekende boetepsalm (50 of 51), miserere mei. De roep om erbarmen is hier niet maar een algemene noodkreet, vanuit de diepte van ellende, maar heel specifiek de roep om ontferming van iemand die weet dat hij gefaald heeft, z’n kansen verspeeld, schuld op zich geladen heeft…. en dus geheel is aangewezen op de ‘barmhartigheid’ van de ander, i.c. God. Nooit heb ik intenser de roep om erbarmen in de muziek gehoord dan hier. Voor mij zinkt – met alle respect – de beroemde aria van Bach hierbij in het niet.

Naar mijn aanvoelen is bij Schütz het gevoel van verlorenheid minstens zo intens is als bij Bach, daar is geen twijfel mogelijk als je Michael Schopper hoort zingen, maar tegelijk is er geen enkel spoor van chantage of zelfbeklag in aanwezig. Het heeft niets van een ‘tearjerker’. Dat vind ik eerlijk gezegd bij Bach wel eens het geval, hoewel het dan vaak aan de uitvoering ligt. Ik bedoel: de grens tussen ‘gevoelig zijn, empathisch zijn’ aan de ene kant en ‘sentimentaliteit’ aan de andere kant is soms heel dun.

Trouwens: Hoeveel luisteraars en bewonderaars van Erbarme dich zo vraag ik me wel eens af, zijn zich ervan bewust dat ook deze aria niet de ‘uitdrukking van het verdriet van de mensheid’ in het algemeen is, maar de ontreddering articuleert van een mens die net iets vreselijks heeft gedaan. Die tot het besef komt wat hij gedaan heeft, dat het ‘onherstelbaar’ is. Petrus heeft z’n beste vriend in de steek gelaten en verloochend. Subtiel détail: het interval waarmee Petrus Jezus verloochend (ich kenne des Menschen nicht) is exact hetzelfde als de klagende uitroep waarmee de aria begint (verminderde sixt). Alsof ook Bach dit verband wil benadrukken.

Waarmee ik maar zeggen wil: Erbarmen heeft een ethos nodig, anders verwordt een authentiek gevoel al snel tot sentimentaliteit.

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *