When entering the Sainte-Madeleine this is what your physical eyes see.
Dit is wat je ziet met je fysieke ogen als je de Sainte-Madeleine binnen gaat.

This is the mental image of it:
Dit is wat je geestesoog ziet:

Het enige dat in deze ontvouwing is weggelaten zijn de twee groepen apostelen, links en rechts. Ze komen verderop ter sprake.
SOURCE/BRON: Conrad Rudolph, “Macro/Microcosm at Vézelay: The Narthex Portal and Non-elite Participation in Elite Spirituality” Speculum 96/3 (July 2021) – open source
De Mens als microkosmos, de kosmische harmonie
We zien dus niet zozeer Christus tijdens het Pinksterfeest, of het ‘Zendingsbevel’ (rond Hemelvaart) en z’n gevolgen – de twee meest gangbare identificaties, maar de hele wereld (macrokosmos) rondom de Heer der wereld, Christus, “De Mens” (microkosmos). In die tijd een heel gewone voorstelling van de schepping. Hieronder bijv. een illustratie van dit principe van ‘god-mens-wereld’ uit een vroeg 13de eeuwse editie van Hildegard van Bingen’s Liber Divinorum Operum (geschreven tussen 1163-1174). De triniteit is er ook: U ziet God/Vader/Schepper (bovenste hoofd), daaronder de Geest (rood) en dan in het midden de Zoon (de Mens). Ook de vier elementen zijn aanwezig. Dit visioen van Hildegard komt niet uit de lucht vallen. Zij ‘ziet’ de visie van bijv. Hugo van St-Victor of Honoré van Autun, twee geleerde monniken die begin 12de eeuw het wetenschappelijke terrein beheersten. Hun aller bron: Saint-Denis (Pseudo-Dionysius de Areopagiet).

fol. 9r (vroeg 13de eeuw) – in Hildegard van Bingen ‘het boek van de goddelijke werken’
Wat zien we op het tympaan?
Ik kan verstaan dat u de logica van deze ‘ex-plicatie’ (ont-vouwing) niet meteen vat, daarom eerst een korte beschrijvende weergave van wat er op het tympaan te zien is. Uitgebreider kunt hier lezen

- 1 = verheerlijkte Christus
- 2 = twee keer 6 apostelen (links Petrus zeker want met sleutel rechts Paulus waarschijnlijk)
- 3-10 eerste halve cirkel = groepjes mensen (volken). In 6 mensen met hondskoppen, in 7 met afgeplatte neuzen (resp. cynocephali en scirit(i)ae – meer info)
- 11-12 = twee optochten van groepjes mensen (volken), beide richting centrum.
- 11 jagers en dan mensen die offers aanbrengen (van korenaren tot een stier).
- 12 volkeren, lijken soldaten bij te zijn, oo reuzen en mini-mensen (Pygmeeën) mensen met flaporen (panotii – meer info)
- NB: bij de ontvouwing à la Conrad Rudolph wordt deze horizontale band uitgevouwen tot de onderste helft van de cirkel. (3-12 vormen dan één geheel)
- 13 = twee apostelen (Petrus en Paulus) die staande in de onderste band, zich tegelijk ook in het daarboven liggende register bevinden.
- 14-42 tweede halve cirkel = 29 medaillons, met aan het begin en einde nog twee halve medaillons (als je deze halve cirkel openvouwt, krijg je dus 30 médaillons). Wie goed kijkt (in het echt natuurlijk), ziet tussen 26-27 nog een half médaillon in de dierenriemplus cirkel. (hier aangeduid met een ‘?’).
- Het zijn de 12 dierenriemsymbolen, afgewisseld met maand/seizoenstaferelen, maar de volgorde plaatsing is niet perfect, of wel (maar dan met een speciale bedoeling).
- De drie afbeelingen boven Christus (27-29) bevatten opgekrulde levende wezens. Ook de halve medaillon (het vraagteken tussen 26 en 27) bevat zo’n afbeelding (kraanvogel?). Meer toelichting over deze mysterieuze médaillons beneden.
- Het zijn de 12 dierenriemsymbolen, afgewisseld met maand/seizoenstaferelen, maar de volgorde plaatsing is niet perfect, of wel (maar dan met een speciale bedoeling).
Wat wil dat beduiden?
Christus staat afgebeeld in een mandorla (amandelvormig kader, duidend op een verheerlijkt bestaan) . Hij zit op een troon (zie afbeelding verderop). Hij wordt omringd door de twaalf apostelen, die bepaald niet statisch zijn afgebeeld. Ze hebben boeken bij zich (al dan niet opengeslagen). Dit is opvallend: geen Laatste oordeel (Conques, Autun, Moissac e.v.a.), geen hel, geen duivel.1. Wat dan wel? De hele mensenwereld in al z’n soms bevreemdende diversiteit wordt in de halve cirkel en de horizontale band weergegeven. Zij worden – via de apostelen – verbonden met de verheerlijkte Christus. En kijk nu eens naar deze Mensenzoon (uit wie, door wie, en tot wie alle dingen geschapen zijn, en in wie God ook alles weer zal bijeenbrengen (als onder ‘één hoofd’ – Efeze 1: ἀνακεφαλαιώσασθαι τὰ πάντα ἐν τῷ Χριστῷ: anakephalaiosis, re-capitulatie). Wat een harmonieuze gestalte inderdaad wat een ‘gracieuze’ houding (full of grace), en die golvende kleding, luchtig opwaaiend zelfs (de wind van de Geest?)… Wat een grootmeester die beeldhouwer, zo ca. 1140.

Het dichtstbij deze afbeelding komt nog een fresco (schilderkunst), dat de absis van privékapel van de abt van Cluny siert: Berzé-la-Ville. Daar troont Christus ook in heerlijkheid, de pantocratoor en heeft links en rechts van zich z’n apostelen (en onder zich de abten…). Hier in juxtapositie. De boeken zijn er ook, zij het deze keer in de vorm van boekrollen. Ook zijn Petrus en Paulus van plaats verwisseld (Petrus aan de linkerhand van Christus (hij ontvangt een boekrol en de sleutel). Paulus aan de rechterhand. Hij heeft reeds een boekrol in de hand.

En als je nu je blik verruimt, letterlijk, dan zie je niet alleen de mensenwereld in al z’n diversiteit rondom de verheerlijkte Heer (in de ‘eerste cirkel’), maar ook de hele natuurwereld. Die zit in de tweede halve boog die het geheel omkadert:
= de tekens van de dierenriem (= de tijd) afgewisseld met de menselijke arbeid hier op aarde per seizoen geordend (Alles heeft z’n tijd).

Op de ‘uitgevouwen versie’ vormen die natuurlijk een cirkel. Zoals in toenmalige ‘kalenders’. Hieronder een ‘klassieker’. Eentje die sterrebeelden, maanden en dagen aangeeft (Très riches heures – gebroeders van Limburg, ja ik weet het: ruim twee-en-een-halve eeuw later, maar de idee is nog dezelfde)

In Vézelay zijn er – als we de twee halve (zonder afbeelding: beide met een half ‘zonnetje’ erop ) meetellen – in totaal 30,5 médaillons, niet toevallig het gemiddelde aantal dagen van een maand (in een zonnejaar).
En nu we toch bezig zijn met visuele context: Hieronder de beroemde T-O kaart (Terrarum Orbis), waarbij de wereld rond is met de oceaan alom, en in het midden de ‘Middellandse Zee’ (medi-terraneum). Let hier op de verdeling van de continenten. Ze past naadloos op de volkerenwereld in het tympaan van Vézelay: Boven de horizontale streep (dus in de boog met vakjes) Azië, daaronder Europa en Afrika. NB: de kaart is geöriënteerd (D.w.z. het oosten – Oriens – is boven), net als de kerk en het tympaan van Vézelay.

Het was toch een Pinkstertympaan ??
Mooi, maar deze afbeelding had toch Pinksteren als onderwerp? Dat lees ik in elke gids, en op bijna iedere internetpagina en… Okay: Laten we het eens van naderbij bezien: Letterlijk. Zien, kijken. Ik zie een verheerlijkte Christus omringd door 12 apostelen. Hij spreidt zijn armen en opent z’n handen. Niet meteen een Pinksterafbeelding (daar is Christus meestal in een ander register te vinden (boven) en is er een duif, vuur, wind… Verder valt op dat er enorm veel en veelsoortige mensen (volkeren, stammen) zijn afgebeeld in de eerste boog rond de afbeelding (vakjes links/rechts – horizontale band eronder). Die kun je met Pinksteren verbinden (daar een opsomming van ‘Joden en Jodengenoten’ en hun land van origine), maar eigenlijk passen al die volkeren beter bij het verhaal van de Hemelvaart, waar Christus zijn apostelen uitzendt tot de einden der aarde, om die te onderwijzen en te dopen in zijn naam, waarna hij ‘hen zegenend’ ten hemel wordt opgenomen. Beide interpretaties zijn voorgesteld, en hoeven elkaar ook niet uit te sluiten. Toch wringt er iets… en blijft er een en ander onverklaard… Vandaar dat ik hierboven (met dank aan prof. Conrad Rudolph, die mij toestemming gaf de afbeelding uit één van zijn recente artikelen hierover te gebruiken) de tympaan eerst maar eens heb opengevouwen, dan wordt de kosmische dimensie van de afbeelding duidelijker. Naar mijn aanvoelen degene die de meeste puzzelstukjes kan leggen, zonder te forceren…
Ik ga hieronder de standaard ‘lezingen’ van het tympaan langs, om tenslotte de uitleg van Conrad Rudolph met u te delen (daar ook de bronvermelding). Als u niet kunt wachten, jump to de kosmische interpretatie
Eerste ‘lezing’ : Handelingen 2 (Pinksteren)
Een wereldomspannende missie
Zoals gezegd, wordt dit ensemble geduid als ‘Pinksteren’. En inderdaad rondom Christus staan zijn 12 apostelen (2 groepen van 6), en ze zijn al in actie gekomen, lijkt het wel. U ziet overal de kleren opbollen. Wat een dynamiek δύναμις – vermogen, kracht zit erin, gaat er vanuit. Door de wind van de Geest wordt dit visioen (performatief – heilbrengend en genezend) tot aan de einde der aarde gebracht: alle mensen, alle volkeren mogen erin delen. In de boog links en rechts, en de band eronder zien we ze: De mensheid (in alle soorten en maten), woonachtig in alle windrichtingen (gedétailleerder op deze pagina). Tesamen geven ze een goed beeld, van hoe bont en divers (en hoe raar) men zich in de Middeleeuwen de aardbewoners (nabij en veraf) voorstelde. De ‘bron’ voor deze voorstelling is bijna altijd de Historia naturalis van ‘Plinius de oudere’ uit de 1e eeuw.2. De vreemdste wezens – voor ons – zijn de ‘hondskopmensen'(Cynocephalii, links bij het hoofd van Christus in het kader. Men dacht er India een stam leefde die er zo uitzagen) en de ‘Flaporen’ (Panotii = in de horizontale fries, uiterst rechts : een echtpaar met kind (bij wie de oren nog als een soort ‘schelp’ rondom hem zitten). Men geloofde dat deze wezens in verre oorden werkelijk bestonden en dus ook met het Evangelie moesten worden bereikt. Umberto Eco brengt ze in Baudolino tot leven. Lezen, dat boek! En hier wat meer uitleg

Opvallend is dat in de onderste strook twee figuren ‘uit de band springen’, d.w.z. ze zijn groter dan de overigen en staan ‘van de schouderen opwaarts’ al in het centrale tympaan, bij de voeten van Christus. Ze zijn sinds de 18de eeuw hun hoofd kwijt, maar gezien een van de twee een sleutel bij zich heeft, moet het wel Petrus zijn (en de ander dus Paulus?). Suggestief (expres natuurlijk): Zij zijn het die al die volken daar toegang verschaffen tot de ruimte waar Christus zijn gaven uitdeelt. Hier komt een tweede lezing ons te hulp. Ze is van recenter datum.
Tweede ‘lezing’ van het tympaan – Efeziërs 2
Een eengemaakte mensheid
Dit brengt ons bij de tweede lezing van het tympaan. Niet zozeer Pinksteren zelf, maar het effect van Pinksteren is het onderwerp: de realiteit van de universele (katholieke) kerk , samengesteld uit Joden en heidenen. Het tympaan laat zien hoe Christus via zijn apostelen ‘de twee’ heeft één gemaakt. Dit verklaart de verticale tweedeling, zowel in de centrale afbeelding als in de kaders met volkeren en de twee optochten onderaan. Dat zou – volgens Peter Low (1999) – wel eens een visuele evocatie kunnen zijn van Efeziërs 2:11-22 , waar de ‘ecclesia’ wordt beschreven als een vereniging van twee groepen die voorheen gescheiden waren, d.w.z. : de Joden (links – Petrusluik) en de heidenen (rechts – Paulusluik). Het zegenende gebaar gaat naar beide groepen uit. Je kunt het dan ook als een ‘samenbrengend’ gebaar lezen. De architecturale structuur (de centrale zuil, met Johannes de Doper, en de beide andere zuilen (o.a. met opnieuw Petrus en Johannes – rechts) worden zo ook in de lezing betrokken. Als je nog eens naar het algemene beeld kijkt, dan zie je trouwens dat de bovenste helft van de pijlers inderdaad suggereren de ‘onderbouw’ van de voorstelling daarboven te zijn. Het zijn ook echt de funderende zuilen onder afbeelding. Ze zijn zelf ook als zodanig gesculpteerd met de bijbehorende pilaarheiligen. Trouwens het geldt hier ook letterlijk: Die zuilen dragen het gewicht van de stenen. Kijk maar eens met ingenieursogen…

Deze interpretatie, ‘lezing’, van de tympaan is een suggestie van dr. Peter Low, die hier een proefschrift aan heeft gewijd (1999) en in een tweetal artikelen ook de cultuurminnende leek heeft laten delen in zijn inzichten3Christus is in dit alles de hoeksteen, de sluitsteen, in het Engels: keystone. Ook in het Nederlands wordt de vaak mooi versierde sluitsteen in een een gewelf de ‘gewelfsleutel’ genoemd. Low ziet die in de nimbus van Christus die het gebouw bekroont en de delen samenhoud.
Het beeld van de kerk in Efeziërs 2
De nog jonge kerk, waarin de scheidslijn tussen de volkeren der wereld, tussen messias-belijdende Joden en Christus-belijdende gojiem (Grieken/Romeinen), in/door Christus worden opgeheven, overwonnen. Hij heeft de muur die scheiding maakte afgebroken en de ‘twee één gemaakt’. Samen zijn ze een woonstede Gods in de Geest, een heilige tempel, gebouwd op het fundament van apostelen en profeten. Een citaat: Hij heeft vrede verkondigd aan u die veraf was en vrede aan hen die dichtbij waren. 18 Want door Hem hebben wij beiden in één Geest toegang tot de Vader. 19 Zo bent u dus geen vreemdelingen en ontheemden meer, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Christus Jezus zelf de hoeksteen is. 21 Op Hem, die het hele bouwwerk in zijn voegen houdt, groeit het uit tot een heilige tempel in de Heer. 22 Op Hem wordt ook u mee opgebouwd tot een woning van God, in de Geest.
Als je vanuit deze ‘invalshoek’ (lezing) het tympaan nog eens bekijkt (leest), is het feit dat het tympaan zelf ‘rust’ op apostelen en profeten betekenisvol: De middenzuil beeldt Johannes de doper af. Hij is Elia (zelfs méér dan), de laatste profeet die het lam aanwijst als salvator mundi . De inscriptie onder de zuil en op de rand van het médaillon (de schaal) met het Paaslam, bevestigt deze duiding.

Misschien toch ook relevant om te melden, dat de 24 juni de feestdag van Johannes de Doper is. Dat is ongeveer (en volgens de toenmalig levenden heel precies) de dag van de zonnewende, die dat mooie lichtpad in de kerk doet verschijnen.
De twee inscripties op de zuil – Johannes de doper, en het zegevierend Paaslam
Op de voet van de zuil is een inscriptie (volledig leesbaar, met veel verkortingen): 4 AGNOSCANT OMNES QUIA DICITUR ISTE JOHANNES * CONVENIT ET POPULUM DEMONSTRANS INDICE XPISTUM (Laten allen erkennen dat dit Johannes is * Hij verzamelt ook het volk, door met zijn vinger Christus aan te wijzen.) Zoals zo vaak in dit soort afbeeldingen bestaan de teksten uit ‘leonijnse verzen’ (6 of 5 versvoeten met binnenrijm). In dit geval twee hexameters. Op de onderste rand van de schaal met het lam heeft ooit een tekst gestaan. Enkel het slot van het laatste woord is nog leesbaar: ‘NDI’. De suggestie Agnus Dei qui tollis peccata MUNDI ligt voor de hand, maar is onmogelijk, gezien het feit dat er ook nog andere (fragmentarische) letters zichtbaar zijn. ES[T(?].. D… ERIS …[MU]NDI. De redacteurs van deze uitgave doen een – voorzichtige – hypothese: Hypothese: ES[SE] D[IC]ERIS [SALUS MU]NDI Jij wordt gezegd te zijn (men belijdt dat jij bent) het heil van de wereld.
De rechterzuil: Petrus en Johannes
Op de rechterzuil zijn beide kern-apostelen nog maar eens afgebeeld Petrus en Paulus (Petrus met sleutel, Paulus met wijkende haarlijn). Op de linkerzuil staan twee gedecapiteerde figuren, beide met een boek. Meestal dan ook maar als ‘apostelen’ geduid. Zouden binnen de visie van Low ook profeten kunnen zijn geweest… Best wel een toepasselijke lezing, zou ik zeggen. Elke pelgrim die hier binnengaat wordt zo aangesproken, dat ook hij/zij welkom is en behoort tot ‘de heilige woonstede Gods’ in de Geest en moet ‘groeien tot een heilige tempel in de Heer’. Iets om over na te denken bij het binnengaan onder dit tympaan, door de deur omflankt door Johannes in het midden en Petrus/Paulus aan de andere kant.
Derde lezing van het tympaan: Openbaring 21 en 22
het hemelse Jeruzalem
Elke kerk werd geacht een voor-afbeelding (prefiguratie) van het hemelse Jeruzalem zijn. Dus ook de Sainte Madeleine van Vézelay. Elk bezoek aan een ‘aardse kerk’ moet dan ook een stap zijn op weg naar het ‘hemels Jeruzalem’, waar Christus in heerlijkheid troont (kijkt u nog maar eens goed: de troon is ook afgebeeld. !

Daar is geen tempel meer (noch kerk), want God is daar zelf, en het Lam. Het bijbelboek waarin de ideale kerk (de ‘Idee’ Kerk, als huis/stad Gods – paradise restored) voor het geestesoog wordt opgeroepen, geschilderd, is de Openbaring van/aan Johannes (Apocalyps), met name de hoofdstukken 21-22: Het Nieuwe Jeruzalem neerdalende vanuit de hemel. Volmaakt. Daar staat de troon, vanwaaruit de rivier ontspringt met levend water (water dat eeuwig leven schenkt). En in het midden van de stad staat “de boom des levens die elke maand vruchtdraagt en wier loof genezing brengt aan alle volkeren” . Ziet u de verheven Christus hier op de troon zitten. We zijn hier dus ook in de hemelse stad..
Nieuwe lezing van het tympaan: ‘het boek der Natuur’
micro- en macrocosmos
En dat gedurende alle uren, dagen, maanden en jaren des levens (de boog met de dierenriem en de ‘werken waarmee de mens zich aftobt onder de zon’. 30,5 médaillons (= de duur van een maand in een zonne-jaar) omkaderen het centrale tafereel. 29,5 maal (= de duur van een echte maancyclus) is op zo’n médaillon een afbeelding te vinden. De 12 tekens van de dierenriem ordenen de tijd en bepalen wat de mens te doen staat in die periode van het jaar (in bijna alle andere figuratieve médaillons afgebeeld, tussen de sterrebeelden in, meestal met 1 médaillon, soms ook met 2). Maar wat doen dan die 3 (of 4) wonderlijke figuren daar, bovenaan in de halve cirkel? Hier is oneindig veel over gespeculeerd, gefantaseerd, etc. Laten we ze eens op ons gemak bekijken:
Ter oriëntatie:

In détail:

- Het zijn rondgemaakte figuren (d.w.z. begin en einde raken elkaar, symbool van eindeloosheid, eeuwigheid). Dit doet ons vermoeden dat het niet ‘maar gewoon wat afbeeldingen zijn om een gat op te vullen’. Integendeel. Cirkelvormig, en dat dan ook nog eens bovenin de cirkel der getijdens. Dat moet toch betekenis hebben. NB Ook de vogel (in het afgeplatte médaillon) valt op dat deze de cirkelvorm nastreeft (hoewel de toegemeten plaats natuurlijk te krap is om die te bereiken): De poot reikt naar de snavel en zo wordt toch de kring gesloten, een ‘cirkel’ gesuggereerd.
- Ze bevinden zich boven het hoofd van Christus, tussen het symbool van de Kreeft (links) en de Leeuw (rechts), d.w.z. dit is de apex em het hoogtepunt – niet alleen op het tympaan, maar ook in de jaarkring: 24 juni (de dag van de zonnewende) . U weet het: Dit is de kerk van het licht, een tempel voor de zon.
- V.l.n.r. een kraanvogel (ooievaar? pelikaan?, in elk geval een vogel) een hond (onverwacht dier, meestal niet zo positief), een mens (opgerold: acrobaat, salto, maar ja wat doet die daar dan?), een zeermeermin (of een vis met een vrouwengezicht). Dat hierbij de mens middenin staat, en echt recht boven de ‘Nieuwe Mens’ lijkt me alvast geen toeval.
- Betekenis? Hier tast iedereen in het duister en zijn eigenlijk alle met meer of minder stelligheid geponeerde verklaringen evenveel waard. Er zullen parallellen gevonden moeten worden in de toenmalige ‘literatuur’ wil iets overtuigingskracht hebben. Onder de afbeelding vat ik de meest recente bijdrage op dit terrein samen, afkomstig van prof. Conrad Rudolph kunsthistoricus, UCLA.
de vier soorten levende wezen
Professor Rudolph zoekt naar een verklaring binnen het middeleeuwse ‘wereldbeeld’, en dan niet van de ‘gewone man’, maar van de ‘geschoolde elite’. Don’t underestimate the 12th century intelligentsia. Die was te vinden in kloosters met hun ‘kloosterscholen’ (voorlopers van de universiteiten (Cluny, Chartres, St. Victor – Parijs). Daarin spelen sterrekundige (astro-nomo-logische) en kosmografische voorstellingen een grote rol, bijbels en (neo-)platoons op wonderlijke wijze gemengd. De schepping is een ‘kosmos’ en de ‘harmonia mundi’ (mundus is de Latijnse equivalent van kosmos) is God’s scheppingswil/kracht die alles maakt wat er is. En zie het was ‘zeer goed’ (bijbel), ‘harmonieus’ (filosofie). Micro- en macrokosmos corresponderen. Alles verhoudt zich tot alles – volgens enkele welbepaalde en steeds weerkende regels: Mens en wereld, tijd en ruimte, hemel en aarde. Harmonie is dus een kwestie van ‘verhoudingen’, vaak getallen. De ‘cirkelvorm’ past hierbij: de volmaakte vorm. Dat kenmerkt alle vier (ook de kraanvogel: poot reikt naar snavel). Ook Plato schetst ze ‘sferisch’. Het afgebeelde staat dus niet voor zichzelf maar voor een iets anders, iets ‘generisch’. Vanuit zijn inzicht in en kennis van het toenmalige wereldbeeld, komt prof. Rudolph tot de conclusie dat het niet anders kan dan dat die vier figuren verwijzen naar de vier soorten (genera) levende wezens, die er (volgens Plato in zijn Timaeus, en nadien overgenomen en uitgewerkt in het Latijnse westen), zijn
1. luchtdieren (= kraanvogel),
2. aardedieren (=hond),
3. vuurdieren (=mens),
4. waterdieren (=vis, zeemeermin).
Dit is dus de ‘filosofische’ (griekse) pendant van de bijbelse (hebreeuwse) schepping in zeven dagen.5 U herkent ook de vier elementen (lucht, aarde, vuur, water) – daarover straks meer. Er blijven nog wel wat vragen. Niet over de vogel en de vis, die zijn in resp. de lucht en het water ‘in hun element’, maar over de hond en de mens.
- De mens als vuurdier? Vuur is toch de ‘substantie’ van de hemel waar de ‘engelen’ zich in hun element voelen (letterlijk). Denk aan de vlammende afbeeldingen van de ‘cherubiem’ (rond de troon van de Heilige). In de christelijke middeleeuwen wordt echter steeds vaker benadruk dat de mens alle elementen in zich verenigd, en ook het goddelijke : de ziel (of misschien nog beter: zijn verstand: de mens is een animal rationale. Dat is wat hem onderscheidt van de andere aarddieren, dat is ook wat hem ‘heiligt’. Dit werd in die tijd de ‘goddelijke vonk‘ genoemd. Zie bijv. Honorius van Autun (Augustodunensis), in zijn Clavis physicae.
- Waarom een acrobaat? Antwoord: het is geen acrobaat, het is gewoon een ‘rondgeplooide mens’.
- Waarom een hond voor de levende wezens die zich op aarde thuis voelen? Misschien omdat de vorm van dit dier redelijk makkelijk te plooien is tot een cirkel? (Ja soms, moet je het ook niet zover zoeken). Maar toevallig of niet. Rudolph laat zien dat ook in het reeds genoemde boek van Honorius (streekgenoot) de aardbewoners verschijnen in de gestalte van (mensen en) honden. De hond kon in de Middeleeuwen trouwens zowel een positieve als negatieve lading hebben. Hier is de hond ook ‘generisch’, d.w.z. ze verwijst niet naar een hond, of een ras, maar naar het ‘genus’ van de landdieren (zoogdieren).

Helemaal overtuigd ben ik (nog) niet, maar het is op dit moment beslist the best a man can get. U kunt het nalezen – met alle argumenten en nog veel meer context – in zijn opstel uit 2023/2024 “Astrological Theory and Elite Knowledge in Non-Elite Public Art: Order in the Zodiacal Archivolt at Vézelay,” Studies in Iconography 44 (2023) 1-30. 6.
De vier elementen
Professor Rudolph geeft trouwens wel een zeer aannemelijke verklaring voor een ander aspect van de afbeelding: de twee wonderlijke elementen die we links en rechts boven in de centrale afbeelding zien uitgehouwen: Een golfpatroon links (boven de rechterhand van Christus – blauw) en een gekarteld patroon rechts (boven de ontbrekende linkerhand als een soort afdakje, rood).

Ik zag hierin tot voor kort – bij gebrek aan beter – het ‘water des levens’ (uit de rivier die ontspringt in het hemels Jeruzalem) en het ‘genezende bladerdak’ (van de levensboom) uit de Openbaring van Johannes (Apoc. 22:1-3, zelfde passage als over de ‘troon’). Dat was een verlegenheidsoplossing (want de ‘rivier’ moet ontspringen aan de voet van de troon van het Lam – quod non; en waar is de boom des levens?), maar er was geen betere theorie voorhanden.7 Prof. Rudolph redeneert opnieuw vanuit het pre-wetenschappelijke en mystieke wereldbeeld (mens/natuur micro-macrokosmos/wereld) dat toen opgeld deed bij de ‘elite’ van West-Europa (vooral monniken uit de school van Hugo van Sint-Victor nabij Parijs bijv., maar eigenlijk West-Europa breed, ook aanwezig zoals u begrijpt in Vézelay). Het werd juist in die periode tot in de puntjes uitgewerkt, doordacht, doorgerekend, en uitgetekend. Er zijn talrijke voorbeelden van illustraties uit die tijd waarin de wereld / kosmos wordt afgebeeld, waarin we naast de zodiak, en de maanden, ook de vier elementen voorkomen, en ook vaak met een figuur in het midden die de kosmos voorstelt (= een Mens dus). Daar gaat het dus om theologie, astronomielogie en elementaire fysica (de vier ‘elementen’). Altijd zit er een grote scheut neo-platoons denken bij (Plato’s Timaeus, en pseudo-Dionysius de Areopagiet). Voor ons nu allemaal zeer vreemd, maar toen het standaardmodel. Vanuit dat mental fame (dat perspectief) kijkend naar het tympaan van Vézelay, het absolute topstuk van die tijd, ziet hij niet alleen in de beide bovenste hoeken van de afbeelding twee van de vier elementen: links ‘lucht’ , en rechts ‘vuur’, maar ontwaart hij ook in het golvende massieve patroon onder de voeten van de apostelen links ‘water’ en rechts ‘aarde’. Dat laatste vind ik niet zo overtuigend (want ik zie weinig verschil, maar dat hoeft ook niet volgens middeleeuwse fysica-symbolen. Een beetje meer golvend is genoeg om een ‘ander element’ te suggereren. Dit zou dus nadere inspectie ter plaatse vereisen. Of gedetailleerde drie-dimensionale foto’s). Dat de twee afdakjes boven resp. de elementen ‘lucht’ en ‘vuur’ verbeelden, lijkt me in elk geval het meest zinvolle voorstel dat ik tot op heden heb gelezen.

Salvator mundi – Ο Χριστός Παντοκράτωρ
Het maakt van de tympaan in Vézelay een universele afbeelding, bevattend the theory of everything, anno 1140. Micro-macrocosmos: Christus salvator mundi, en nieuwe Mens tegelijk. Hierboven een afbeelding van het geheel, als het een echte cirkel zou zijn geweest (bijv. als illustratie / illuminatie in een toenmalige geschrift). Prof Rudolph noemt het tympaan van Vézelay de eerste publieke afbeelding van dit wereldbeeld (dat in geschriften al langer te vinden was),
Een korte toelichting:
- De ontvouwing van de dierenriem- en jaarkring / maanden, tot een cirkel spreekt voor zich.
- Belangrijk is te zien dat de ‘archivolt’ (halve boog met 2 x 4 vakken met de volken) en de horizontale band (de ‘fries’) met nog eens een hele serie mensen samen tot één volledige cirkel worden uitgevouwen. ‘Alle volken‘ waren tot op heden verdeeld over die twee delen van de archivolt en de horizontale fries. Iedereen vroeg zich af: wat is het verschil? waarom de Flaporen in de fries, en de Hondskoppen links in de boog. Nu zie je ze als een doorlopend geheel met volgens Rudolph zelfs een geografische ordening: Links ziet Rudolph Europa en rechts Afrika. De rest is het eindeloze Azië. Tot in het détail heeft Rudolph dit in het artikel proberen (aan) te tonen.
- De vier elementen zitten nu ook keurig symmetrisch in het ronde geheel (zoals bij veel andere afbeeldingen van de schepping/kosmos).
- De naam ‘Mary Magdalene‘ in het midden heeft te maken met de vaststelling (op grond van een gedétailleerde tekening van het tympaan uit 1807) dat het lijkt alsof er op de lege plek aan Christus voeten (waar nu trouwens inderdaad een vierkant gat zit) nog een kleine gestalte moet aanwezig zijn geweest. Die is niet identificeerbaar (als je m al vindt op die tekening). Die gestalte wordt natuurlijker, als je je voorstelt dat die uitstak. Dit zou dan – eindelijk – Maria Magdalena kunnen zijn die Jezus voeten zalft. Hypothetisch, maar niet willekeurig. Zie hiervoor het reeds genoemde artikel uit 2023.
26 januari 2025, Dick Wursten

- Vézelay – de figuren op het tympaan uitgelegd
- Vézelay – een kosmisch tympaan
- Vézelay – very short history en bouwgeschiedenis
- Wat doet die acrobaat daar in Vézelay?
- wel in de kerk – de kapitelen – maar ook daar helemaal niet meer dan gemiddeld, zoals men vaak leest.
- Deze ‘encyclopedie avant la lettre’ bepaalde het wereldbeeld tot ver in de moderne tijd. Alle christelijke kerkvaders en denkers/filosofen bouwen op Plinius.
- Peter Low, ‘You Who Once Were Far Off. Enlivening Scripture in the Main Portal at Vézelay’, in: The Art Bulletin, Vol. 85, No. 3 (2003), pp. 469-489. Idem: ‘As a stone into a building’: metaphor and materiality in the main portal at Vézelay’, in Word & Image. A Journal of Verbal/Visual Enquiry Vol. 22, No. 3 (2006), pp. 260-276.
- Het Corpus des inscriptions de la France médiévale, 21 (Yonne, Paris) p. 231-232
- “To address part of these remaining roundels, the designer of the program chose to include the four genera, or types of living creatures, of Plato’s Timaeus, positioning them at the apex of the archivolt, a sign of the importance in which this component was held” Rudolph 2024, p. 21
- In dit artikel bouwt hij voor op een eerdere analyse in Speculum in 2021: Conrad Rudolph, “Macro/Microcosm at Vézelay: The Narthex Portal and Non-elite Participation in Elite Spirituality” Speculum 96/3 (July 2021).
- Velen verklaren deze wonderlijke constructies ‘pauschal’. Ze zeggen: dat zijn de tongen als van vuur, daarmee het opvallende verschil tussen rechts en links uitwissend. Of dat zijn de ‘de wolken van Jezus’ hemelvaart’. Dat is een schromelijke onderschatting van zowel het vernuft van de ontwerper als de uitvoerder.